VU Medisch Centrum

Angst als vlek in de hersenen

Angst is op hersenscans zichtbaar als een verhoogde activiteit van de amygdala, ook wel de amandelkern genoemd. De reactiviteit van de amygdala wordt onderdrukt door andere hersengebieden, zoals de prefrontale schors. Bij mensen met angststoornissen werkt deze controle vanuit de prefrontale schors echter onvoldoende en is overmatige en irreële angst het gevolg. Promovenda Odile van den Heuvel verdedigt de conclusies van haar hersenscanonderzoek op 12 mei aan het VU medisch centrum te Amsterdam.

Odile van den Heuvel liet tijdens haar experimenten gezonde proefpersonen en patiënten met angststoornissen kijken naar vieze plaatjes of ze gaf hun emotioneel geladen woorden zoals twijfel te lezen. De hersenscans van de gezonde proefpersonen lieten een verhoogde activiteit zien van de prefrontale schors. Echter, bij de proefpersonen met angststoornissen was juist een sterk verhoogde activiteit van de amygdala te zien. Van de prefrontale schors is bekend dat deze betrokken is bij allerlei sturende functies. Van den Heuvel concludeert daarom dat de angstklachten worden veroorzaakt door een falen van dit controlecentrum van de hersenen. Daarbij toonde de promovenda aan dat mensen met angstklachten ook slechter presteren bij emotioneel neutrale taken, zoals het oplossen van een denkoefening. Ook hier lieten deze proefpersonen een verstoorde functie zien van de prefrontale schors.

De resultaten van dit onderzoek zijn niet zonder slag of stoot verkregen. In de beginjaren van haar onderzoek leek het er zelfs op dat niet een verlaagde maar een verhoogde activiteit van de prefrontale schors verantwoordelijk was voor de angst. Angst voor vuil is een vlek in het brein, berichtte De Volkskrant in oktober 2000 naar aanleiding van de eerste resultaten. Later bleek echter dat deze vlek in de prefrontale schors een artefact was, veroorzaakt door beweging van het hoofd als reactie op de vieze plaatjes. Na correctie voor dit bewegen werd de echte vlek gevonden in de amygdala.

Het in beeld brengen van gevoel en gedachte en hun onderlinge interacties, zal op langere termijn bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe behandeltechnieken voor angst.