European Union

PERSCOMMUNIQUE nr. 43/05 12 mei 2005 Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-415/03 Commissie van de Europese Gemeenschappen / Helleense Republiek GRIEKENLAND WORDT VEROORDEELD OMDAT HET NIET ALLE

MAATREGELEN HEEFT GENOMEN DIE NODIG WAREN VOOR DE

TERUGVORDERING VAN DE AAN OLYMPIC AIRWAYS VERLEENDE STEUN

DIE ONVERENIGBAAR MET DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT IS

BEVONDEN

In 1998 heeft de Europese Commissie een aantal Griekse steunmaatregelen voor de herstructurering van de onderneming Olympic Airways (voor de periode 1998-2002) goedgekeurd1.
In 2002 heeft zij een niet-nakomingsprocedure ingeleid, op grond dat het herstructureringsplan niet was uitgevoerd en dat enkele voorwaarden van de goedkeuringsbeschikking niet waren nageleefd. Vervolgens heeft de Commissie melding gemaakt van nieuwe exploitatiesteun2, die met name zou bestaan in de tolerantie van de Griekse Staat ten aanzien van het niet betalen, of het uitstellen van de termijn voor de betaling, van de BTW op brandstoffen en vervangstukken van vliegtuigen, van de aan de luchthavens verschuldigde huursommen over het tijdvak 1998- 2001 (2,46 miljoen EUR) van de aan de luchthaven te Spata verschuldigde luchthavenbelastingen (33,9 miljoen EUR) en van een passagiersheffing bij vertrek vanuit alle Griekse luchthavens (de zogeheten ,,spatosimo"-belasting, 61 miljoen EUR). Om die reden heeft de Commissie Griekenland gelast, de tweede schijf van de herstructureringssteun (een bedrag van 41 miljoen EUR) en de nieuwe exploitatiesteun die onwettig was toegekend, onverwijld en vermeerderd met interesten van de begunstigde maatschappij terug te vorderen.


1 Beschikking 1999/332/EG van 14 augustus 1998 (PB 1999, L 128, blz. 1).
2 Beschikking 2003/372/EG van 11 december 2002 (PB 2003, L 132, blz. 1).

Omdat zij de door Griekenland verstrekte uitleg niet afdoende achtte, heeft de Commissie het onderhavige beroep ingesteld. Intussen had Griekenland een wet3 goedgekeurd betreffende de overgang op de nieuwe vennootschap Olympic Airlines van het personeel en de activa van de voormalige onderneming Olympic Airways, die evenwel de meeste passiva behield. Het Hof van Justitie stelt om te beginnen vast dat deze overgang betrekking heeft op alle activa van de maatschappij Olympic Airways, die vrij van schulden overgaan op de nieuwe vennootschap Olympic Airlines, en de invordering van de schulden van de voormalige maatschappij bij de nieuwe vennootschap volgens het nationale recht onmogelijk heeft gemaakt. Derhalve heeft deze overgang de daadwerkelijke uitvoering van de beschikking van de Commissie en de terugvordering van de bedragen waarmee de Griekse staat de commerciële activiteiten van de maatschappij heeft ondersteund, belemmerd. Hierdoor is het doel van de beschikking van de Commissie, te weten het herstel van onvervalste mededinging in de sector burgerluchtvaart, ernstig in gevaar gebracht. Wat de terugvordering van het bedrag van 41 miljoen EUR betreft, wijst het Hof erop dat de acties die de Griekse autoriteiten hebben ondernomen, namelijk de vaststelling van een beschikking waarbij deze schuld invorderbaar werd verklaard, in de praktijk niet tot daadwerkelijke betaling van dit bedrag hebben geleid. Bovendien heeft de Griekse regering niet aangetoond dat het volstrekt onmogelijk is, deze schuld in te vorderen. Griekenland is de verplichting om dit bedrag van de begunstigde maatschappij terug te vorderen, dan ook niet nagekomen.
Met betrekking tot de terugvordering van de andere bedragen heeft de Griekse regering een aantal interne moeilijkheden aangevoerd, maar evenmin een volstrekte onmogelijkheid van uitvoering aangetoond. Het Hof stelt vast dat de genomen initiatieven hetzij laattijdig, hetzij onvolledig of zonder bindende kracht waren, aangezien zij niet tot daadwerkelijke invordering van de door Olympic Airways verschuldigde bedragen hebben geleid. Deze initiatieven kunnen niet worden geacht in overeenstemming te zijn met de verplichtingen van de lidstaten inzake de terugvordering van staatssteun. Het Hof is bijgevolg van oordeel dat het beroep van de Commissie gegrond is, en dat de Helleense Republiek, door niet binnen de gestelde termijn alle maatregelen te nemen die nodig waren voor de terugvordering van de onwettig en met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar bevonden steun, de krachtens de beschikking van de Commissie op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.


3 Wet nr. 3185/2003, FEKA'229/26.9.2003.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Beschikbare talen: FR, DE, EN, GR, ES, HU, IT, NL, PL, PT De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina van het Hof http://curia.eu.int/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=nl vanaf ongeveer 12.00 uur. Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der Jeught. Tel: 00 352 4303 2170 Fax: 00 352 4303 3656