AVR


Rechtbank legt AVR lagere boetes op


De Rotterdamse Rechtbank vonniste op 27 april in zes zaken tegen AVR. Het ging daarbij om overtredingen van voorschriften op het gebied van milieu en/of arbeidsomstandigheden. De rechtbank toonde waardering voor de inspanningen van AVR om overtredingen te voorkomen. Desondanks houdt de rechtbank AVR verantwoordelijk voor gemaakte fouten. De rechtbank legde boetes op van in totaal Euro 175.500. Dit is minder dan de helft van de eis van het Openbaar Ministerie. In 2 zaken stelt AVR hoger beroep in.

Op de eerste plaats in een zaak voor het onvergund opslaan van GFT-afval. AVR kreeg hiervoor een boete van Euro 100.000. Een extreem hoog aanbod van GFT-afval dwong AVR tot een tijdelijke opslag in de composteerhal. Formeel was daarvoor geen vergunning verleend. "Het was op dat moment vanuit milieuoogpunt de beste oplossing", aldus algemeen directeur Daan den Ouden. "AVR is contractueel verplicht dit afval in te nemen. Er waren geen goede alternatieven." Volgens de rechtbank waren die er wel. In de andere beroepszaak was sprake van een administratieve vergissing met betrekking tot de export van afvalstoffen. De gemaakte administratieve fout had geen milieurechtelijke gevolgen. Desondanks legde de rechtbank een boete op van Euro 25.000.