Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 's Gravenhage

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer 20 april 2005, nr. 2040513210 AI/CB/05/29518/30362
22 april 2005, nr. 2040513440

Onderwerp Datum Contactpersoon Kamervragen Rambocus 12 mei 2005
Kamervragen Stuurman en Van Dijken

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Rambocus (CDA) over asbestverwijderaars en de antwoorden op de vragen van de leden Stuurman en Van Dijken (beiden PvdA) over het overtreden van asbestregels.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlagen: kamervragen


---

2040513210
Beantwoording van de vragen van het lid Rambocus (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over asbestverwijderaars. (Ingezonden 19 april 2005)

Vraag 1.
Hebt u kennisgenomen van het bericht1 dat bij verwijderen van asbest vanwege de hoge kosten vaak voor malafide asbestverwijderaars wordt gekozen?

Antwoord 1.
Ja.

Vraag 2.
Klopt het dat de arbeidsinspectie bij 60% van de controles misstanden
aantreft?

Vraag 3.
Welke maatregelen gaat u nemen om deze misstanden tegen te gaan?

Antwoord 2 en 3.
Zie de antwoorden op de vragen 1, 2, 3 en 5 van de kamerleden Stuurman en Van Dijken (2040513440) over het overtreden van asbestregels.

Vraag 4.
Is het mogelijk om de regels en de kosten voor bonafide asbestverwijderaars te verminderen, zodat het voor malafide bedrijven minder interessant wordt om asbest te verwijderen?

Antwoord 4 .
Een onderzoek in opdracht van SZW naar de mogelijkheden van een meer risicogerichte aanpak voor asbest waardoor meer maatwerk mogelijk zou kunnen worden, is afgerond en recentelijk aan het Parlement gezonden. De onderzoeksgegevens van het rapport zullen worden meegenomen bij de bredere oriëntatie over een meer risicogerichte benadering van het arbobeleid. Dan zal blijken of het mogelijk is de regels voor bonafide asbestverwijderaars te vereenvoudigen, zonder het niveau van arbeidsbescherming te verlagen. Waarschijnlijk gaat hiervan ook een effect uit op de kosten van de asbestverwijdering. Malafide bedrijven, die asbest verwijderen, zullen dit veelal verwijderen zonder daarbij voldoende maatregelen te nemen om hun werknemers te beschermen. Zij zullen daarom altijd aanzienlijk goedkoper kunnen zijn dan een gecertificeerd bedrijf.


1 RTL-nieuws, 8 april jl.

3

2040513440
Beantwoording van de vragen van de leden Stuurman en Van Dijken (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het overtreden van asbestregels. (Ingezonden 21 april 2005)

Vraag 1.
Wat is de oorzaak van de misstanden die de Arbeidsinspectie heeft aangetroffen bij controles bij asbestverwijdering?

Antwoord 1.
Overtredingen die worden aangetroffen bij controles bij asbestverwijdering hebben betrekking op asbestverwijdering door voor deze werkzaamheden gecertificeerde bedrijven, maar ook op niet bevoegde en veelal ook niet deskundige bedrijven.
In beide situaties spelen vooral economische motieven een belangrijke rol. Asbestverwijdering is een kostbare zaak en niet naleven van de regels is zeer profijtelijk. Daarnaast kan voor de gecertificeerde bedrijven hun concurrentiepositie van belang zijn. Asbestverwijdering vindt vaak plaats in opdracht van woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars en andere grote aanbesteders. Asbestverwijderingsbedrijven werken vaak voor dezelfde opdrachtgever en willen deze relatie niet kwijtraken. Ze doen daarom nogal eens concessies met hun prijs.
Ten slotte speelt ook het opleidingsniveau van de asbestverwijderaar een rol bij de manier waarop het asbest verwijderd wordt. Om het deskundigheidsniveau van deze beroepsgroep te verbeteren, wordt met de lopende wijziging van het Arbobesluit een certificatieplicht van vakbekwaamheid ingevoerd.

Vraag 2.
Is het waar dat er ook misstanden worden aangetroffen bij erkende gespecialiseerde asbestverwijderaars? Wat is de omvang van deze misstanden?

Antwoord 2.
Ja. Asbestverwijderingsbedrijven zijn wettelijk verplicht elke asbestsanering vooraf te melden bij de Arbeidsinspectie. Bij ongeveer 60% van de op locatie door de Arbeidsinspectie uitgevoerde inspecties naar aanleiding van deze meldingen worden overtredingen geconstateerd. Het gaat hier om overtredingen die een direct risico voor de gezondheid van de werknemers vormen en om procedure- en overige
werkplekovertredingen.

Vraag 3.
Is het waar dat gemeenten weinig aandacht hebben voor de handhaving van asbestverwijdering? Zo ja, wat is hier de oorzaak van? Hoe kan dit verbeterd worden?

Antwoord 3.
Het toezicht op gemeenten is een taak van de VROM-Inspectie. De intensiteit van de handhaving en de wijze waarop deze wordt uitgeoefend verschilt van gemeente tot gemeente. Inderdaad hebben sommige gemeenten onvoldoende aandacht voor de handhaving.

4

Verbetering kan worden bereikt door indien gemeenten meer capaciteit in de handhaving op asbestregelgeving steken en de deskundigheid van de daarbij betrokken werknemers op voldoende peil te brengen. Een aantal gemeenten heeft hier ook al een begin mee gemaakt.

Vraag 4.
Wat houdt de samenwerking tussen de Arbeidsinspectie en meer gemeenten om malafide bedrijven op te sporen precies in? Is de verwachting dat deze samenwerking tot een substantiële afname van de misstanden zal leiden?

Antwoord 4.
Samenwerking tussen de Arbeidsinspectie, de VROM-Inspectie en gemeenten vond tot voor kort veelal nog op ad-hoc basis plaats en was daarbij nog te zeer afhankelijk van personen. Inmiddels wordt via het Landelijk Overleg Milieuhandhaving een meer gestructureerde samenwerking tussen deze partijen tot stand gebracht. Ook in het kader van het Project Andere Overheid is een samenwerkingsproject uitgevoerd door VROM-Inspectie en Arbeidsinspectie met als onderwerp de verwijdering van asbest. De verwachting is dat, wanneer een groot aantal gemeenten bij deze ontwikkeling wil aanhaken, de effecten hiervan in termen van een afname van overtredingen bij zowel de gecertificeerde asbestverwijderaars als bij de illegaal asbestslopende bedrijven zal worden gerealiseerd.

Vraag 5.
Deelt u de mening dat het nodig is om, naast opsporen van malafide bedrijven ook de gespecialiseerde asbestverwijderaars beter te controleren?

Antwoord 5.
Ja, zoals eerder opgemerkt gebeurt dat reeds.
De branche heeft hierin echter ook een eigen verantwoordelijkheid. Bedrijven moeten asbestsaneringen melden bij de certificerende instelling, die ook controles uitvoert. Daarnaast heeft ook de overheid als taak de vinger aan de pols te houden. De inspectiecapaciteit zal daarom in toenemende mate gericht worden op die bedrijven die, naar uit eerdere inspecties is gebleken, de regels onvoldoende naleven. Goed functionerende bedrijven zullen daarentegen nog slechts steekproefsgewijze geïnspecteerd worden. In de onder vraag 1 aangehaalde lopende wijziging van het Arbobesluit, is sprake van een aangepaste certificatiesystematiek die erop gericht is de kwaliteit van de controles van certificerende instellingen op de gespecialiseerde asbestverwijderaars te verbeteren.

Toelichting;
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Rambocus (CDA), ingezonden 19 april 2005 (vraagnummer 2040513210)