SERV
Jozef II-straat 12-16
1000 BRUSSEL
Tel. (00 32) 2 209 01 11
Fax. (00 32) 2 217 70 08

Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen

Brussel, 12 mei 2005

T.a.v. de redactie,

In een gezamenlijk advies tonen MiNa-Raad en SERV zich voorstander van het concept integrale milieuvoorwaarden. Toch voldoen het regelgevend kader noch de uitwerking in twee pilootpakketten voor garages en schrijnwerkerijen om deze onverkort in werking te laten treden. Bijkomende stappen zijn noodzakelijk om tot een goed werkend systeem te komen.

Integrale milieuvoorwaarden hebben potentiële meerwaarden

SERV en MiNa-Raad zijn en blijven voorstanders van het concept 'integrale voorwaarden'. Ten opzichte van het huidige 'Vlarem'-systeem heeft het concept belangrijke potentiële meerwaarden.

Vlarem II omvat zo'n 1.400 bladzijden, waaruit de bedrijven de voorwaarden moeten sprokkelen die voor hen relevant zijn. De voorwaarden zijn vaak niet 'op maat' en niet aangepast aan het schaalniveau van kleinere bedrijven.

'Integrale milieuvoorwaarden' bundelen daarentegen per groep bedrijven de relevante voorwaarden in één beknopt, op maat geschreven pakket. Dat is gebruiksvriendelijker en zorgt voor meer rechtszekerheid. Bovendien is het de bedoeling dat de inrichtingen die onder het toepassingsgebied van integrale voorwaarden vallen, geen vergunning (meer) nodig hebben. Een melding volstaat. Het wordt dus ook administratief eenvoudiger. Daarnaast hebben integrale milieuvoorwaarden potentiële voordelen op het vlak van rechtsgelijkheid, milieuwinst en de mogelijkheid tot herschikking van mensen en middelen ten voordele van de toepassing en handhaving van milieuvoorwaarden.

Pilootpakketten kunnen niet onverkort in werking treden

De twee voorliggende pilootpakketten met integrale voorwaarden voor garages en schrijnwerkerijen bevatten milieuvoorwaarden die beter begrijpelijk, toepasbaar en handhaafbaar zijn dan de vergelijkbare VLAREM II-voorwaarden.

Maar, noch het regelgevend kader, noch de uitwerking van het concept, voldoen om deze pakketten in werking te laten treden. Bijkomende stappen zijn nodig om tot een goed werkend concept te komen. In hun gezamenlijk advies formuleren de MiNa-Raad en SERV daarom concrete aanbevelingen.

Aanbevelingen inzake het regelgevend kader

Volgens SERV en MiNa-Raad moet de Vlaamse Regering kiezen binnen welk decretaal kader 'integrale voorwaarden' zullen werken: het DABM - titel milieuvoorwaarden of het Milieuvergunningsdecreet. Een grondige afweging van de voor- en nadelen van beide kaders is nodig.

Bovendien moet het regelgevend kader aangevuld worden. Er moet een nieuwe meldingsprocedure komen die bedrijven meer rechtszekerheid geeft en die administratief eenvoudig is. Ook moet het duidelijk zijn dat de bedrijven zich slechts één maal moeten melden. Verder moet de overheid ervoor zorgen dat het 'Vlarem'-systeem en het 'integrale voorwaarden'-systeem een gelijk niveau van milieubescherming opleveren.

Aanbevelingen inzake de voorliggende pakketten

De voorliggende pakketten met integrale voorwaarden voor garages en schrijnwerkerijen moeten worden aangepast en in milieukundig en juridisch opzicht worden verbeterd.

Beide pilootpakketten bepalen momenteel dat bedrijven, bovenop de integrale voorwaarden, ook nog vergunningsvoorwaarden moeten naleven. Het is nochtans de bedoeling van integrale voorwaarden dat deze bedrijven geen vergunning (meer) behoeven. De bewuste bepaling moet dan ook worden geschrapt.

Ook moeten de pakketten een overgangsregeling opnemen voor bestaande inrichtingen en voor inrichtingen die verschuiven van het ene systeem naar het andere, bijvoorbeeld door een uitbreiding. Ook moeten ze duidelijker aangeven waar bedrijven die vallen onder integrale voorwaarden ruimtelijk ingeplant kunnen zijn.

De pakketten met integrale voorwaarden moeten geregeld worden gemoderniseerd op basis van de praktijkervaring en op basis van de informatie over de recentste milieuvriendelijke technologieën.

Tot slot moeten bij de voorbereiding van pakketten de relevante bedrijfsfederaties en de andere 'stakeholders' beter worden betrokken.

Aanbevelingen inzake het flankerend beleid

De overheid moet tot slot ook aanvullende maatregelen nemen om de huidige mensen en middelen te herschikken ten voordele van een betere en actuelere normstelling, ten voordele van hulp aan de bedrijven bij de toepassing van de milieuvoorwaarden en ten voordele van controle in de praktijk. De gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van 'integrale voorwaarden', moeten begeleiding en ondersteuning krijgen om die taak goed te kunnen doen.

Alle adviezen van de MiNa-Raad en de SERV vindt u op de websites: www.minaraad.be en www.serv.be.

Voor meer informatie over dit persbericht kan u contact opnemen met Christine Jacobs, cjacobs@serv.be, tel. 02/20.90.188. Met inhoudelijke vragen over het 'advies over de ontwerpbesluiten integrale milieuvoorwaarden: Inrichtingen voor motorvoertuigen en houtbewerkingsbedrijven' kan u contact opnemen met de MiNa-Raad, Francis Noyen, francis.noyen@minaraad.be, tel. 02.55.80.138 of met de SERV, Annemie Bollen, abollen@serv.be, tel. 02/22.95.200.

Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen

Kliniekstraat 25, 4de verdieping,

B-1070 Brussel

tel: 02/558.01.30, fax: 02/558.01.31

info@minaraad.be

www.minaraad.be

Wetstraat 34-36, B- 1040 Brussel

Tel: 02 209 01 11, fax: 02 217 70 08

www.serv.be