KNMG

Omgaan met kindermishandeling

De keten is zo sterk als de zwakste schakel

Jaarlijks is er in Nederland sprake van 80.000 gevallen van kindermishandeling, vijftig keer daarvan overlijdt het kind. Dit zijn de schattingen. Per huisartsenpraktijk zouden zich gemiddeld zes tot tien gevallen per jaar voordoen, een verontrustend hoog aantal. Wat het meest verontrust, is dat het aantal meldingen ver achterblijft. Slechts dertig procent wordt gemeld.

Op 21 april jongstleden organiseerde het KNMG-district Midden Brabant het Symposium 'Kindermishandeling horen-zien-spreken'. Uit de regio Tilburg kwamen 450 (!) professionals bijeen, die met kinderen werken; onder hen 80 artsen. De 450 kwamen bijeen om ervaringen en problemen uit te wisselen in het omgaan met (vermoedens van) kindermishandeling. De hele keten was aanwezig: van artsen tot leraren, van wijkagenten tot wijkverpleegkundigen, van maatschappelijk werkenden tot peuterspeelzaalleidsters.

Durven en doen
Hoe komt het dat het aantal meldingen zo ver achterblijft bij het aantal gevallen van kindermishandeling? Is men te weinig getraind in het herkennen van signalen van mishandeling? Neemt men te weinig tijd of is er domweg te weinig tijd? Kunnen collega's je die ruimte geven? 'Bij het overlijden van een patiënt wordt die tijd wel genomen', meldde een van de aanwezige artsen. 'Durven en doen,' reageerde Wil Verheggen, huisarts en voorzitter van de symposiumcommissie. Opgemerkt werd dat de curatief werkende arts, zoals de huisarts, spoedeisende hulparts, kinderarts, chirurg en orthopeed, een specifieke positie heeft in het onderkennen van kindermishandeling. Hij of zij kan het kind in al zijn (bijna) naaktheid observeren en uitwendige verschijnselen van geweld waarnemen.

Moed en barmhartigheid
Zijn professionals te weinig getraind in het zoeken naar andere signalen die het vermoeden van mishandeling kunnen versterken? Mogen we dat wel? Vreest men een ernstige verstoring van de relatie? 'Het belang van het kind gaat altijd voor dat van de ouder', meldde kinderrechter Frans van der Reijt, 'Maar eerst en vooral: als u kinderen wilt beschermen zijn moed en barmhartigheid volstrekt onmisbaar. Moed om in te grijpen en het ingrijpen door te zetten als dat geboden is. En heus, daar is veel moed voor nodig, mensen zien veel beren op de weg. En barmhartigheid die u in staat stelt de morele schok die kindermishandeling u bezorgt te relativeren. Rond dat kind is vast niet alles slecht en ellendig. Wanneer u er in slaagt om, bij maatregelen die u neemt om een kind te beschermen, oprecht mededogen te tonen met betrokkenen, met de dader en het medeslachtoffer, dan zult u meer begrip en medewerking ondervinden dan u zich had kunnen voorstellen, Dat moet u bij elke actie die u onderneemt altijd voor ogen houden'.

De noodzaak van samenwerking
Bij calamiteiten, waarbij kinderen slachtoffer worden van mishandeling of doding, wordt gauw gesproken over falende hulpverlening en slechte samenwerking tussen ketenpartners. 'Dat is, denk ik, terecht,' stelt Paul Pollmann, vertrouwensarts AMK Breda. 'Ook al doet men in elke schakel in de keten zijn werk, zoals men meent dat het hoort. Het verweer is meestal uiterst defensief en zwak. Dat is menselijk en begrijpelijk, want niemand wil voor dergelijke gruweldaden verantwoordelijkheid dragen.' Voorstellen ter verbetering van bovenaf gaan over zaken als afspraken, convenanten en protocollen, maar gaan nooit over het inhoudelijke niveau van de professionele deskundigheid. Als elke schakel in de keten zichzelf autonoom en soeverein beschouwt en men geen evidence based visie op kindermishandeling deelt, gaat alle specialistische deskundigheid in elke volgende schakel weer verloren. 'Werken voor kinderen betekent samenwerken. Niet omdat samenwerken leuk is, want dat is het niet, het is moeilijk. Ook niet omdat samenwerken een doel op zich is; het is een middel. Niet meer. Maar wel een essentieel middel als het om het kindermishandeling gaat', drukte Pollmann de deelnemers op het hart.

Marc Roosenboom
afdeling Beleid en Advisering


----------
Tijdens het symposium is, met steun van zorgverzekeraar CZ, het naslagwerk 'Kindermishandeling horen-zien-spreken' uitgereikt aan alle deelnemers.

Meer info over het symposium:
KNMG District Midden Brabant
p/a Koestraat 142a
5014 EG Tilburg
te. 013-5420724
email: horen-zien-spreken@freeler.nl

Laatst gewijzigd: 09-05-2005