Provincie Overijssel

Aantal zwerfjongeren moet en kan omlaag

Het aantal zwerfjongeren in Overijssel kan en moet verder omlaag. Dat kan door het afstemmen van jeugdzorg en jeugdbeleid, door sluitende zorgstructuren in het basis- en voorgezet onderwijs en door betere samenwerking tussen de diverse instanties. Dat stelde gedeputeerde Gert Ranter vandaag tijdens een werkbezoek aan drie opvangcentra in Twente.

Op uitnodiging van Humanitas Onder Dak Twente bracht de gedeputeerde Zorg en Participatie een bezoek aan Activiteitencentrum Bij de Toren in Hengelo, de Twentse Opvang Voorziening in Enschede en de nachtopvang in Almelo. Bij de werkbezoeken waren ook de wethouders Isendoorn (Almelo), Otten (Hengelo) en de Weger (Enschede) aanwezig.

Aanpak

Overijssel kent volgens een recent onderzoek van de Rekenkamer naar schatting tussen de 330 en 500 zwerfjongeren. Landelijk wordt het aantal zwerfjongeren geschat op minimaal 3.200 en maximaal 5.000.

Uit het rapport van de Rekenkamer blijkt dat de provincie Overijssel serieus werk maakt van de aanpak van de zwerfjongerenproblematiek. Overijssel is een van de weinige provincies die een specifiek beleid heeft en projecten voor zwerfjongeren mede financiert. Zo heeft de provincie de Twentse opvangvoorziening voor zwerfjongeren in Enschede, samen met de Twentse steden, zowel inhoudelijk als financieel ondersteund.

Sluitend

Volgens Ranter is er echter meer nodig om het aantal zwerfjongeren te verminderen. "We zijn op de goede weg, maar we zijn er nog niet". Hij verwacht dat de uitval van jongeren kan worden tegengegaan door een sluitende keten van jeugdbeleid en jeugdzorg. "Daarmee zal ook het aantal zwerfjongeren afnemen. Eind vorig jaar hebben de Overijsselse gemeenten en de provincie afspraken gemaakt over een betere en effectievere hulp aan jongeren. Die moeten binnenkort uitmonden in concrete acties."

Vooral de zorg in het basis- en voortgezet onderwijs moet goed op elkaar aansluiten. "Dat betekent dat de samenwerking tussen de betrokken instanties nog beter moet en dat duidelijk moet zijn wie waarvoor verantwoordelijk is." De gedeputeerde benadrukt dat niet alleen de activiteiten van zorgaanbieders beter op elkaar aan moeten sluiten. Alle instellingen die betrokken zijn bij de zwerfjongeren kunnen en moeten nog meer samenwerken: van politie, justitie, zorgaanbieders en overheden tot en met de woningcorporaties.

© 2005 Provincie Overijssel