Ministerie van Buitenlandse Zaken


Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingen Zaken Afdeling Beleidscoördinatie Personenverkeer, Justitiële en Politiële Samenwerking Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum 20 mei 2005BehandeldJoost van Ettro

KenmerkDPV/JP-074/05Telefoon070-3485963

Blad1/6Fax070-3484006

Bijlage(n)joost-van.ettro@minbuza.nl

BetreftTerugblik op de Commission on Narcotic Drugs, 7-11 maart 2005

Graag bied ik u hierbij, conform de toezegging van de Minister van Justitie (TK 28192, nr. 39) d.d. 18 april 2005, de terugblik op de Commission on Narcotic Drugs, 7-11 maart 2005 aan.

De 48ste zitting van de CND (Commission on Narcotic Drugs) vond van 7 tot 11 maart plaats in Wenen. De ambtelijke Nederlandse delegatie werd geleid door de Permanente Vertegenwoordiger bij de VN in Wenen en bestond voorts uit vertegenwoordigers van de ministeries van VWS, Justitie, Defensie, Financiën en Buitenlandse Zaken.

Deze CND stond grotendeels in het teken van de discussie over 'harm reduction'. Hiermee wordt in het internationale debat gedoeld op het verminderen van gezondheidsschade onder drugsgebruikers, waaronder maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van verdere verspreiding van HIV/Aids. Zoals aangegeven in de antwoorden op kamervragen van de leden Koenders en Albayrak over de terugblik op de Commission on Narcotic Drugs, 7-11 maart 2005 (TK nr. 1035, aanhangsel handelingen 2004-2005), wordt deze term soms - ten onrechte - gebruikt als synoniem voor legalisering. De discussie over nut en noodzaak van harm reduction maatregelen werd met name gevoerd in het kader van het thematisch debat over HIV/Aids en drugsgebruik.

Opening
De uitvoerend directeur van UNODC, A.M. Costa, hield een evenwichtige openingsspeech. Hierin gaf hij aan dat naar zijn idee deze sessie van de CND cruciaal zou worden aangezien keuzes voor de toekomst gemaakt moesten worden en een balans gevonden zou moeten worden tussen maatregelen die beogen de volksgezondheid te beschermen en maatregelen die gericht zijn op rechtshandhaving. UD Costa citeerde verder uit de Nederlandse Cannabisbrief dat Nederland cannabis geen onschadelijke drug vindt, dat het aantal coffeeshops daalt en dat Nederland middels een campagne het gebruik van cannabis ontmoedigt. Costa signaleerde tot slot een bijna wereldwijde daling van de drugsproductie. De productie van synthetische drugs in Nederland verplaatst zich naar België, Polen en de Baltische staten, aldus Costa.

HIV/Aids en drugsgebruik
Kern van de discussie was welke maatregelen er genomen moeten worden om HIV/Aids onder drugsgebruikers te voorkomen en verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Vrijwel alle landen die intervenieerden pleitten naast een krachtig preventiebeleid voor drugsgebruik ook voor aanvullende maatregelen gericht op het voorkomen van de verspreiding van het virus zelf. Dit betreft harm reduction maatregelen, zoals de bewezen effectieve methodes van substitutiebehandeling en spuitomruilprogramma's. Ook landen als Kroatië, Iran, China, en Pakistan spraken over de noodzaak van harm reduction maatregelen. Alleen de VS, Japan (en in mindere mate ook Maleisië) verzetten zich hiertegen en wilden zich beperken tot het voorkomen van HIV/Aids door het ontmoedigen van drugsgebruik en de behandeling van drugsgebruikers.

Gezien de verdeeldheid onder lidstaten zal UNODC nu waarschijnlijk zelf de ruimte nemen om te bepalen of zij haar activiteiten op dit terrein daadwerkelijk zal voortzetten of niet. Dit zal overigens mede afhankelijk zijn van de beschikbare vrijwillige bijdragen voor projecten op dit gebied.

Ook bij de onderhandelingen over resoluties op dit terrein waren de lidstaten verdeeld, met als resultaat dat een aantal resoluties in afgezwakte vorm is aangenomen. De resolutie die was ingediend door de Latijns Amerikaanse landen over het voorkomen van HIV/Aids onder drugsgebruikers bleek op dit moment een stap te ver en is doorgeschoven naar volgend jaar.

Community Capacity Building
In het debat over Community Capacity Building (versterking van de gemeenschap met het oog op participatie in de implementatie van het drugsbeleid) was er een brede consensus dat de lokale gemeenschap een belangrijke rol heeft te spelen bij een goed drugsbeleid. De VS drong aan op een actieve rol van de lokale gemeenschap bij het voorkomen van drugsgebruik. Daaronder verstond de VS afkickprogramma's en preventie, maar ook het tegengaan van het aanbod. De Nederlandse interventie, die nauw aansloot bij de EU interventie, werd zeer gewaardeerd, niet alleen vanwege de inhoud maar ook vanwege de heldere structuur, waardoor een duidelijk standpunt op de gestelde vragen gegeven werd. Inhoudelijk benadrukte de EU het belang van het bevorderen van behandeling van verslaafden en verbeteren van de leefomstandigheden, door zorg en door aanpak van misdaad. De voorzitter concludeerde dat lokale netwerken van groot belang zijn, waarbij ook aandacht zou moeten zijn voor rechtshandhaving en het tegengaan van het aanbod.

Vraagvermindering
Het Secretariaat presenteerde het rapport "World situation with regard to drug abuse" (E/CN.4/2005/3). Uit dit rapport blijkt dat het gebruik van cannabis in Azië, Afrika en Europa is gestegen, en is in de rest van de wereld gelijk gebleven. In Europa en Oceanië is het gebruik van heroïne gedaald, in de rest van de wereld is het gebruik gelijk gebleven. In Europa neemt het gebruik van cocaïne toe, in Amerika is het gebruik gelijk gebleven. De vraag naar ATS (amphetamine type stimulants) is in Azië en Europa sinds 1998 gestegen, in de VS en Oceanië is deze gelijk gebleven.

De meeste deelnemers lichtten hun nationale beleid op het gebied van vraagvermindering toe. Daarnaast benutten veel sprekers de spreektijd om te wijzen op de activiteiten ter vermindering van het aanbod van drugs en om de zorg te uiten over de productie van drugs, met name synthetische drugs. Nederland legde een verklaring af over haar integrale volksgezondheidsbeleid en haar Nationale Drugs Monitor (NDM). De voorzitter concludeerde dat preventie nauw verbonden is met vraagvermindering en samen moet gaan met behandeling van verslaafden. De voorzitter was van mening dat de pragmatische aanpak van Nederland leerzaam kon zijn voor andere landen, gezien de behaalde resultaten. Een vergelijking van de verschillende methodes in de landen zou kunnen leiden tot een wereldwijde strategie om de vraag naar drugs te verminderen.

Aanbodvermindering
Het Secretariaat presenteerde het rapport "World situation with regard to drug trafficking" (E/CN.7/2005/4), waaruit onder meer blijkt dat cannabis de meest geproduceerde, gesmokkelde en onderschepte drug in 2003 was. In 2003 nam de productie toe, evenals de hoeveelheid onderschepte cannabis. De productie van opium is in Afghanistan in 2004 toegenomen. Nu komt 87 procent van alle illegale opium uit Afghanistan. Daarentegen is het aandeel in de opiumproductie van Laos en Birma gedaald. In 2003 is 33 procent meer heroïne onderschept dan het jaar ervoor. De productie van cocaïne was in 2003 wereldwijd gedaald. In 2003 is 35 procent meer cocaïne onderschept. In 2003 steeg de productie van ATS ten opzichte van het voorgaande jaar. De productie van XTC daalde in 2003, er werden ook minder laboratoria opgerold. West-Europa blijft de voornaamste bron van XTC, waarbij Nederland ook in 2003 het vaakst als bronland genoemd werd. Andere ATS komen voornamelijk uit de VS en Oost en Zuidoost Azië. Wereldwijd zijn er naar schatting 30 mln. gebruikers van amfetamines en 8 mln. XTC gebruikers. Van alle onderscheppingen van drugs was in 2003 slechts 3,5 procent synthetische drugs. De VS, het VK en Australië worden het meest genoemd als bestemmingslanden voor XTC. Nederland werd genoemd als bestemmings- en transitland voor heroïne. Cocaïne werd aangehaald als "second most seized drug after cannabis resin in Western Europe". Gememoreerd werd dat de grootste ATS vangst in Nederland is gedaan. In vrijwel alle presentaties van lidstaten werd verslag gedaan van ofwel de resultaten van in het afgelopen jaar in deze landen verrichte handhavingsacties (onderschepte kilo's drugs, onderscheiden naar type), dan wel de situatie rond illegale drugshandel en/of productie in het betreffende land en het hierop gevoerde handhavingsbeleid. De EU sprak haar steun uit voor de aanpak van de drugsproblematiek in Afghanistan en de buurlanden, berichtte over de voorgestelde aanpak van de productie van synthetische drugs en benadrukte nogmaals het belang van een geïntegreerde aanpak. Met name de vertegenwoordigers van Latijns-Amerikaanse landen wezen op de relatie tussen productie en de vraag naar drugs.

Implementatie van de INCB verdragen
De voorzitter van de INCB, prof. Ghodse, was in zijn statement positief over Nederland. Met name noemde hij de aandacht die de Nederlandse regering besteed aan de preventie van cannabisgebruik. Daarvoor verdiende Nederland lof. Tevens sprak hij het beeld tegen dat Nederland ooit wel had gezegd dat cannabis onschadelijk zou zijn. De Nederlandse delegatie heeft de cannabisbrief tijdens een interventie nader toegelicht en een vertaalde versie verspreid onder de delegaties.

Resoluties
De EU initieerde een tweetal resoluties, één op gebied precursoren (op initiatief van Nederland) en één ten aanzien van alternatieve ontwikkeling. Beide resoluties zijn uiteindelijk gezamenlijk met de Latijns-Amerikaanse groep ingediend en aangenomen.

Het doel van de precursoren resolutie was het verkrijgen van verdere steun voor en versterking van de drie internationale operaties Prism, Topaz en Purple door een structurele uitbreiding van de precursoren sectie van de INCB, waardoor deze in staat zou zijn haar sleutelrol in deze operaties te vervullen. De toegevoegde waarde van de resolutie bestaat in de expliciete internationale steun voor de drie operaties én het beklemtonen van de sleutelrol van de INCB hierin.

Een resolutie van Sudan inzake 'the fight against the facilitation of drug abuse' die een veroordeling bevatte van beleid dat drugsgebruik zou tolereren, is door inzet van de Nederlandse en Britse delegaties uiteindelijk omgevormd tot een oproep aan lidstaten aandacht te besteden aan primaire preventie, m.n. bij jongeren.

Samenwerking met gelijkgezinde landen
De EU samenwerking verliep in een goede sfeer, de voorbereiding van EU-resoluties en interventies, met name inzake de thematische debatten, is goed verlopen. Daarnaast heeft zowel voor als tijdens de CND actief gelijkgezindenoverleg plaatsgevonden (Australië, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Brazilië, Zwitserland, Nederland).

Aangenomen resoluties

1. Promoting the sharing of information on emerging trends in the abuse of and trafficking in substances not controlled under the international drug control conventions
2. Treatment of pain using opioid analgesics
3. Demand for and supply of opiates used to meet medical and scientific needs
4. Strengthening the drug programme of the United Nations Office on Drugs and Crime and the role of the Commission on Narcotic Drugs as its governing body
5. Securing assured and predictable voluntary funding for the Fund of the United Nations International Drug Control Programme.
6. Promotion of policies for the prevention of illicit drug use
7. Strengthening international cooperation in order to prevent the use of the Internet to commit drug-related crime
8. Women and substance use

9. Competencies required to address drug abuse
10. Application of research in practice

11. International assistance to States affected by the transit of illicit drugs
12. Strengthening alternative development as an important drug control strategy and establishing alternative development as a cross-cutting issue.
13. Strengthening international cooperation in drug demand reduction programmes
14. Strengthening international cooperation to prevent the illicit manufacture of and trafficking in narcotic drugs and psychtropic substances by preventing the diversion and smuggling of precursors and essential equipment in the context of Project Prism, Operation Purple and Operation Topaz.
15. Expanding the capacity of communities to provide information, treatment, health care and social services to people living with HIV/AIDS and other blood-borne diseases in the context of drug abuse and strengthening monitoring, evaluation and reporting systems.
16. Frequency of meetings of Heads of National Drug Law Enforcement Agencies, Europe
17. Outline for 2006-2007 for the Fund of the United Nations International Drug Control Programme

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot