Vereniging Nederlandse Gemeenten

ADVIES EENHOORN ERKENT NOODZAAK GROTER LOKAAL BELASTINGGEBIED

De VNG is tevreden over het feit dat het rapport van de commissie Eenhoorn - gisteren tijdens het overhedenoverleg gepresenteerd - de noodzaak van een groter lokaal belastinggebied erkent. Een substantieel lokaal belastingsgebied is voor gemeentebesturen absoluut noodzakelijk om goede keuzes te kunnen maken op basis van wensen en verlangens van burgers en bedrijven. De commissie, onder voorzitterschap van oud-burgemeester en vroeger VVD-voorzitter Eenhoorn, heeft op verzoek van het kabinet, provincies en gemeenten een nieuw stelsel van lokale belastingen onderzocht.

De VNG staat positief tegenover het voorstel van de commissie Eenhoorn om, in eerste instantie in aanvulling op de OZB, via opcenten op de inkomstenbelasting het lokaal belastinggebied te verstevigen. Dit voorstel spoort met de eerdere aanbevelingen uit het rapport Belasten op niveau. Introductie van de opcenten leidt niet tot een hogere belastingsdruk. Wat gemeenten meer gaan heffen, bespaart het Rijk immers op de uitkering aan het Gemeentefonds. De rijksbelastingen gaan in het voorstel navenant omlaag.

Bij de opcenten kunnen gemeenten geen eigen inkomenspolitiek voeren. Gemeenten nemen de lastendrukverdeling van het Rijk over. De hoogte van de lasten kan wel binnen bepaalde grenzen verschillen per gemeente.

Recent is het wetsvoorstel inzake afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB ingediend bij de Kamer. De VNG blijft onveranderd negatief staan tegenover dit kabinetsvoorstel.
De VNG legt nadrukkelijk een koppeling tussen elementen uit het advies van de commissie Eenhoorn en gedeeltelijke afschaffing van de OZB. Het kabinet dient deze koppeling bij de bepaling van zijn standpunt over het advies van de commissie Eenhoorn als uitgangpunt te nemen, voegt de VNG daar aan toe.

Pas op het moment dat het kabinetsstandpunt over het lokaal belastinggebied op basis van de rapportage van de commissie Eenhoorn bekend is, maakt de VNG een integrale afweging over de voorstellen.

Den Haag, 20 mei 2005