Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen over de mogelijke benoeming van John R. Bolton tot Amerikaans Ambassadeur bij VN

Den Haag | |Directie Verenigde Naties & Internationale Financiële Instellingen \

Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |20 mei 2005                         |Behand|DVF-PJ               |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DVF/PJ-064/05                       |Telefo|070- 348 4837        |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/1                                 |Fax   |070- 348 4817        |
|Bijlag|1                                   |E-Mail|pa.ramaer@minbuza.nl |
|e(n)  |                                    |      |                     |
|Betref|Beantwoording vragen van het lid Van|      |                     |
|t     |Baalen aan de minister van          |      |                     |
|      |Buitenlandse Zaken over diens       |      |                     |
|      |opmerkingen over de mogelijke       |      |                     |
|      |benoeming van John R. Bolton tot    |      |                     |
|      |Amerikaanse ambassadeur bij de      |      |                     |
|      |Verenigde Naties                    |      |                     |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Baalen over de opmerkingen van de minister van Buitenlandse Zaken over de mogelijke benoeming van John R. Bolton tot Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties. Deze vragen werden ingezonden op 15 april 2005 met kenmerk 2040512910.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Baalen (VVD) over diens opmerkingen over de mogelijke benoeming van John R. Bolton tot Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties.

Vraag 1
Bent u in NRC Handelsblad van 11 april 2005 correct geciteerd ten aanzien van de voordracht van onderminister John Bolton als Amerikaans Permanente Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties met bewoordingen als "onverstandig", "niet erg positief", "merkwaardig" en "een man die zo anti is"?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Zou u vergelijkbare kwalificaties ten aanzien van de benoeming van Nederlandse permanente vertegenwoordigers bij internationale organisaties, zoals de VN, de NAVO etc. door de Verenigde Staten aanvaarden als een juiste handelswijze van een bevriende mogendheid?

Antwoord
Ik meen dat het niet verstandig is om uitspraken te doen over hypothetische situaties.

Vraag 3
Hebt u namens de regering gesproken?

Antwoord
Ik heb gesproken vanuit mijn verantwoordelijkheid als minister van Buitenlandse Zaken.

Vraag 4
Op welke wijze hebben de Verenigde Staten op uw uitlatingen over de voordracht van de heer Bolton gereageerd? Wat was uw antwoord op eventuele vragen en opmerkingen van Amerikaanse zijde?

Antwoord
Er is mij geen Amerikaanse reactie bekend.

Vraag 5
Erkent u dat het ongepast is om zich als minister van Buitenlandse Zaken over de voordracht van een ambassadeur van een bondgenoot in het openbaar in negatieve zin uit te laten?

Antwoord
Ik was verrast over de voordracht van de President van de Verenigde Staten van Amerika aan de Senaat om de heer Bolton te benoemen tot Permanente Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties. Daarvan heb ik in mijn vraaggesprek met NRC Handelsblad uiting gegeven. Het is immers van algemene bekendheid dat de heer Bolton zich in het recente verleden zeer kritisch tegenover de Verenigde Naties heeft opgesteld. De Amerikaanse Senaat heeft zich tijdens de hoorzitting kritisch opgesteld over deze houding. Maar dit alles laat uiteraard onverlet dat de benoeming van de Permanente Vertegenwoordiger bij de Verenigde Staten de verantwoordelijkheid is van de Verenigde Staten zelf.

Vraag 6
Is het eerder voorgekomen dat Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken zich in het openbaar in negatieve zin over mogelijke voordrachten van ambassadeurs van bondgenoten bij internationale instellingen hebben uitgelaten?

Antwoord
Ik heb mij bij mijn uitspraken niet laten leiden door de vraag of daar een precedent voor was.

Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Staaij (SGP), ingezonden 13 april 2005 (vraagnummer 2040512850).


---- --