Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake voortgang waterprogramma 2004

Den Haag | |Directie Milieu en Water
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |25 mei 2005                         |Behand|DMW                  |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DMW-399/05                          |Telefo|070 - 3486422        |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/9                                 |Fax   |070 - 3484303        |
|Bijlag|2                                   |dmw@minbuza.nl               |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Voortgang waterprogramma 2004       |                             |
|t     |                                    |                             |
In februari 2004 heb ik u toegezegd om ook dit jaar de Tweede Kamer te informeren over de voortgang binnen het OS-waterprogramma. In deze rapportage zal ik aangeven hoe ik uitvoering geef aan de beleidsnotitie "Aan Elkaar Verplicht" (AEV) en de daarin aangekondigde aansluiting bij de Millennium Doelstellingen (MDGs) en het Johannesburg Plan of Implementation (JPoI). Ook de voortgang in de uitvoering van de aanbevelingen van de externe evaluatie van het waterprogramma wordt in deze rapportage meegenomen. Over de resultaten van deze evaluatie is de Tweede Kamer uitvoerig geïnformeerd op 17 mei 2004. Vanaf 2006 zal de rapportage over de voortgang van het waterprogramma deel uitmaken van de Resultaten Rapportage die u jaarlijks toegaat.

De voortgang van het waterprogramma in 2004 sluit aan bij de verwachtingen en de plannen zoals uiteengezet in de beleidsnotitie AEV en de Memorie van Toelichting 2004: we liggen goed op schema. Zoals reeds aangegeven in de Memorie van Toelichting 2004 kan de effectiviteit van de Nederlandse inspanningen in relatie tot de MDG's niet direct worden afgeleid van de geleverde input. Er kan geen causale maar eerder een plausibele relatie worden gelegd. Toch werpen de inspanningen om concrete resultaten te bereiken op het gebied van duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding in de watersector steeds meer vruchten af. Daarbij is het van belang vooraf resultaatgerichte doelen te stellen. Voor 2004 betroffen deze doelen op watergebied het bijdragen aan MDG targets in 12 Afrikaanse landen, totstandkoming van nieuwe partnerships gericht op publiek-private samenwerking en Nederlandse betrokkenheid bij het beheer van 6 regionale stroomgebieden. Ook stelde Nederland zich tot doel bij te dragen aan de totstandkoming van nationale plannen voor geintegreerd waterbeheer in 10 landen. Daarmee is in 2004 een begin gemaakt. Daarnaast is in 2004 de inzet gericht geweest op het scheppen van voorwaarden voor duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding.

In het navolgende deel van deze rapportage zal ik verslag doen van de voortgang in 2004 op de afzonderlijke onderdelen van het waterprogramma. Bijlage 1 geeft een overzicht van de uitgaven in 2004, die in totaal Euro 141 miljoen bedragen. In bijlage 2 staat aangegeven wat Nederland inhoudelijk in 22 partnerlanden ondersteunt. Concrete voorbeelden daarvan zijn:


- In Benin is een nieuw bilateraal waterprogramma van de grond gekomen, waarbij in 2004 290 waterputten zijn aangelegd die drinkwater leveren voor 72.500 mensen;
- In drie internationale stroomgebieden (Senegal, Incomati en de Mekong) is een aanvang gemaakt met regionaal waterbeheer, bijvoorbeeld op het gebied van overstromingspreventie;
- Volgend op de WSSD en de expliciete MDG target voor drinkwater en sanitatie zijn de inspanningen op dit terrein in diverse partnerlanden, waaronder Egypte, Ghana, Jemen en Mozambique, vergroot;
- In 2004 zijn 4 PPP's (publiek-private samenwerkings projecten) van start gegaan in Indonesië (3x) en Mozambique (1x) op het gebied van drinkwater en sanitatie met betrokkenheid van Nederlandse bedrijven; alleen al in Indonesië worden hiermee meer dan 2,5 miljoen mensen van schoon drinkwater voorzien;
- In Pakistan draagt Nederland bij aan publiek-private samenwerking, waarbij het afvalwater van leerlooierijen wordt gezuiverd. Met inbreng van Nederlandse technologie wordt het afvalwater geschikt gemaakt voor irrigatie van gewassen;
- Binnen het ORET programma is een Waterluik gecreëerd, dat investeringen in de watersector zal stimuleren;
- In 10 landen ondersteunt Nederland het proces van totstandkoming van nationale plannen voor geintegreerd waterbeheer.

Samenhang tussen duurzaam waterbeheer en armoedebestrijding in het kader van de MDGs De uitvoering van het OS-waterbeleid heeft zich in 2004 laten leiden door de vraag vanuit OS partnerlanden en door de wens om de aansluiting bij de MDGs en bij de resultaten van de World Summit on Sustainable Development (WSSD) te vergroten. Dit proces verliep parallel met de agenda van de 12de zitting van de VN Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD-12, gehouden in april 2004) en de voorbereidingen voor de CSD-13 (in april 2005) die beiden de thema's water, sanitatie en huisvesting tot inzet hebben. De betekenis van verbeterd waterbeheer is niet alleen van doorslaggevend belang voor het behalen van MDG 7 gericht op het waarborgen van een duurzame leefomgeving, maar is ook cruciaal voor het behalen van de andere MDG's.

Intensivering van activiteiten op nationaal en sub-nationaal niveau Ambassades hebben adequaat gereageerd op de vraag vanuit OS partnerlanden naar ondersteuning in de watersector. Tevens werd posten de mogelijkheid geboden om de uitgaven binnen de milieu en/of waterprogramma's aanzienlijk toe te laten nemen. Uit de Strategische Meerjarenplannen blijkt dat deze maatregel aansluit op een reële behoefte in de partnerlanden. Mozambique en Vietnam hebben bijvoorbeeld een planning opgesteld waarmee een verdubbeling van uitgaven is voorzien in 2008. Ervaringen met decentralisatie en doelgroep- participatie in waterprogramma's worden geïntensiveerd en gebruikt ter ondersteuning van het programma gericht op goed bestuur en decentralisatie. In Mongolië is een water programma in opbouw en in Kenia, Bosnië-Herzegovina en Colombia worden de mogelijkheden onderzocht voor het starten van een waterprogramma. In Bangladesh, Bolivia, Jemen, Mozambique en Vietnam vervult Nederland een voortrekkersrol voor donorharmonisatie in de watersector.

Tevens vindt een aanzienlijk deel van de uitvoering van waterprogramma's plaats via multilaterale instellingen en internationale NGO's. Meerdere van de internationale partners hebben in 2004 een koerswijziging uitgevoerd die aansluit bij de Nederlandse inzet om het accent te verschuiven van het promoten van geïntegreerd waterbeheer naar het praktisch ondersteunen van nationaal beleid. Het Global Water Partnership (GWP) is daarvan een voorbeeld. Ook de Gender Water Alliance heeft dit proces voltooid en werkt nauw samen met onder andere UN-Habitat, African Development Bank en GWP aan het introduceren van instrumenten voor gender mainstreaming die door deze partners in de praktijk kunnen worden toegepast. Op voorstel van Nederland is de samenwerking tussen het Water & Sanitation Programme (WSP) en de Water & Sanitation Collaboratíve Council (WSSCC) geïntensiveerd.

Drinkwater en sanitatie
Het verbeteren van de toegang tot veilig drinkwater en goede sanitatie is een wezenlijk onderdeel van mijn beleid. Met veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen wordt ook een bijdrage geleverd aan de MDG's op het gebied van onderwijs, gezondheid, voedselzekerheid en productiviteit.

In 2004 is op verschillende fronten gewerkt aan drinkwater en sanitatie, zowel via het bilaterale als het multilaterale kanaal. Nederland ondersteunt via het bilaterale kanaal drinkwater- en sanitatieprogramma's in zes partnerlanden: Benin, Egypte, Ghana, Jemen, Indonesië en Mozambique. In deze landen wordt enerzijds gewerkt aan verbeterde voorzieningen voor de arme bevolking, anderzijds wordt middels capaciteitsopbouw en decentralisatie een bijdrage geleverd aan verbeterde dienstverlening door de verantwoordelijke nationale instanties. Naast de bilaterale programma's worden programma's van multilaterale organisaties ondersteund gericht op sectorale hervorming en wet- en regelgeving. Deze worden met name via het Water Supply and Sanitation Program en de vier partnerschapprogramma's met de ontwikkelingsbanken gerealiseerd. Daarnaast vindt ondersteuning van capaciteitsopbouw plaats via UNESCO-IHE, IRC, UNICEF en UN-HABITAT. Verwacht wordt dat de ondersteuning van genoemde programma's financiering in drinkwater en sanitatie zal genereren door nationale en lokale overheden, regionale ontwikkelingsbanken en de private sector.

Op 1 februari jl. tijdens de "Water for Food and Ecosystems" conferentie heb ik aangegeven te willen bewerkstelligen dat 50 miljoen mensen duurzame toegang krijgen tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen. Hiertoe zullen we onze inspanningen nog verder intensiveren. Na de zomer zal ik u nader informeren over de concrete stappen (het 'wat', 'waar' en 'hoe') die ik voornemens ben terzake te nemen en met welke middelen.

Expliciete aandacht voor armoedebestrijding en gender Ter opvolging van de aanbevelingen van de externe evaluatie zijn in 2004 de inspanningen gericht op het vergroten van de impact van waterprogramma's op gendergelijkheid en het doorbreken van de armoedespiraal geïntensiveerd. Hiertoe wordt onder andere gebruikgemaakt van regelmatig overleg met partner-organisaties. Voorbeelden van dergelijke gelegenheden zijn de jaarlijkse beleidsdialoog met de uitvoeringspartners waarbinnen er onder andere aandacht is voor de resultaten van monitoring en evaluatie, bij de beoordeling van een nieuwe financieringsaanvraag en het aangaan van een overeenkomst voor een nieuwe fase in de uitvoering van een programma.

In het bijzonder wil ik de internationale NGO WaterAid en het Water Supply & Sanitation Programme (WSP) van de Wereldbank noemen. WaterAid volgt daarbij uitdrukkelijk een twee sporen benadering: naast mainstreamen is er ook veel aandacht voor empowerment van armen en met name vrouwen. Aandacht voor empowerment wordt ook nadrukkelijk gegeven door de Gender Water Alliance (GWA), een internationaal netwerk dat erop gericht is vrouwen deel te laten nemen aan besluitvormingsprocessen in de watersector, dat ik samen met DFID ondersteun.

Ook binnen het bilaterale programma worden goede resultaten geboekt met expliciete aandacht voor armoede en gendergelijkheid. In het waterprogramma van Egypte is de toegang van vrouwen tot irrigatie met succes ter hand genomen. De waterprogramma's in Bangladesh en Bolivia geven eveneens expliciete aandacht aan gender mainstreaming en empowerment.

Bovendien worden deze thema's nu standaard geagendeerd in het jaarlijkse overleg met de managers van alle partnerschap programma's met de ontwikkelingsbanken (Wereldbank, Asian Development Bank, African Development Bank en de Inter-American Development Bank).

Regionale samenwerkingsprogramma's voor verbeterd waterbeheer in grensoverschrijdende stroomgebieden Het doel van deze samenwerkingsprogramma's is tweeledig. Ten eerste levert verbeterd waterbeheer een belangrijke bijdrage aan het bereiken van de Millennium Doelstellingen en ten tweede is het een belangrijk instrument om te werken aan vredesopbouw en conflict preventie. Nederland heeft zich gecommitteerd om in zes grensoverschrijdende stroomgebieden een belangrijke bijdrage te leveren aan verbeterd en duurzaam waterbeheer. In 2004 is voortgang geboekt binnen zes stroomgebieden.

De Nijl - Het Nile Basin Initiative (NBI) wordt uitgevoerd als een multi-donor partnerschap onder leiding van de Wereldbank en is in 2004 tot uitvoering gekomen na een lange - maar noodzakelijke - aanloopperiode. Het NBI biedt een uitstekende gelegenheid op nationaal niveau initiatieven te stimuleren die moeten resulteren in verbeterd beleid op het gebied van geïntegreerd waterbeheer en watergerelateerde sectoren als milieu, landbouw en energieopwekking. Daarnaast is het NBI ook een politiek proces en biedt een unieke mogelijkheid voor het heropenen van de dialoog over het duurzame gebruik van het Nijlwater door de tien landen van het stroomgebied. Het NBI heeft al geleid tot verbeterde samenwerking in de regio op het gebied van waterbeheer, electriciteitsopwekking en uitwisseling van onderzoeksgegevens op het gebied van landbouw en irrigatie. De geopolitieke betekenis van het NBI is voor mij een belangrijke overweging om als belangrijkste donor bij dit initiatief betrokken te zijn. Regionale samenwerking en stabiliteit vermindert drastisch de kansen op conflicten en bevorderen duurzame ontwikkeling in de gehele regio.

Niger - Voor een verdere uitwerking van de plannen die er bestaan voor het opzetten van een soortgelijk programma voor het stroomgebied van de Niger, dat negen landen omhelst, heeft medio 2004 een voorbereidingsmissie plaatsgevonden. Voorstellen worden thans ontwikkeld die een verbeterde landbouwproductie beogen, het voorkomen van overstromingen en een beter beheer van wetlands. Het Niger programma zal volledig aansluiten bij de wens van de Niger Basin Authority (NBA), het hoogste besluitorgaan inzake het duurzame beheer van het stroomgebied, om te komen tot een geïntegreerd ontwikkelingsplan. Tevens wordt een programma ondersteund gericht op een verbeterd beheer van de Niger in Guinee en Mali. Er wordt nauw binnen EU-verband samengewerkt bij de verdere ontwikkeling van de plannen.

Incomati en Maputo river basins - Tijdens de WSSD in 2002 hebben Mozambique, Zuid-Afrika en Swaziland een overeenkomst voor gezamenlijk beheer van de stroomgebieden ondertekend. De Nederlandse steun aan deze activiteit is een concretisering van het Nederlandse WSSD actieprogramma "Duurzame Daadkracht" en beoogt in het bijzonder om de negatieve gevolgen van overstromingen voor Mozambique te reduceren. Nederland is in Mozambique de belangrijkste bilaterale donor in de watersector en vervult tevens een faciliterende rol in regionaal wateroverleg, dat onmisbaar is bij het terugdringen van overstromingsgevaar.

Ganges - De spanningen tussen India en Bangladesh over het gebruik en beheer van het water van de Ganges dateren al vanaf het moment dat de Farakka Dam in gebruik werd genomen. Gedurende de droge tijd krijgt Bangladesh minder water uit de Ganges en is er sprake van een toenemende verdroging en verzouting van het landbouwareaal in het zuid-westen van het land. Het Ministry of Water Resources in Dhaka heeft Nederland, als langdurige en belangrijke bilaterale partner in de watersector, verzocht een faciliterende rol te spelen in het doen slagen van de gewenste dialoog. In India is hiertoe een eerste workshop georganiseerd op basis waarvan aanbevelingen zijn geformuleerd voor verdere plannen. De inzet van Nederland is om via versterking van het maatschappelijk middenveld India en Bangladesh er toe te bewegen structureel overleg te voeren over het gebruik en beheer van de Ganges rivier.

Mekong - Het Flood Management & Mitigation Program - wordt uitgevoerd met de Mekong River Commission (MRC) waarin sinds 1995 Cambodja, Laos, Thailand en Vietnam samenwerken. Adequaat waterbeheer in het stroomgebied van de Mekong rivier is van cruciaal belang voor het vermijden van conflicten in de regio. Daarnaast draagt het programma bij aan armoedebestrijding. Hoge concentraties armen wonen in kwetsbare gebieden langs de rivier en hebben zeer regelmatig te kampen met zware overstromingen. Dit programma is in 2004 begonnen en wordt door meerdere donoren ondersteund, met Nederland als belangrijkste bilaterale donor. Het primaire doel van de Nederlandse bijdrage is het beheersen van het overstromingsgevaar en het beheer van wetlands. Andere donoren zijn Denemarken, Zweden, Duitsland en de Verenigde Staten. Het is verheugend te constateren dat de belangstelling vanuit China en Myanmar groeit voor deelname aan de consultatieve processen.

Senegal - In de Senegal Basin is Nederland cofinancier (met het Global Environment Fund en andere donoren) van het Senegal River Basin and Environmental Management Project. Het stroomgebied bestrijkt 4 landen en het Senegal water wordt door deze landen intensief gebruikt voor irrigatie, visserij en electriciteitsopwekking. De betrokken landen hebben een organisatie opgericht voor gezamenlijke beheer. In dit programma wordt samengewerkt op het gebied van waterkwantiteit, waterkwaliteit, biodiversiteit, landbouw-productiviteit en energieopwekking.

Samenwerking in EU-verband
Het EU Water Initiatief (EUWI) heeft tot doel bij te dragen aan een gunstig institutioneel klimaat en organisatorisch kader waarbinnen interventies in de watersector effectief kunnen bijdragen aan duurzame armoedebestrijding. Nederland is actief in drie verschillende werkgroepen nl. 'Drinkwater & Sanitatie in Afrika', 'Geïntegreerd Waterbeheer' en 'Financiering'. Van de eerst genoemde werkgroep heeft Nederland in november 2004 het roulerende voorzitterschap overgenomen voor een periode van twaalf maanden. Deze werkgroepen werken nauw samen met de African Ministers' Council on Water (AMCOW). In 2004 is een aanvang gemaakt met het opstellen van road maps in tien door AMCOW voorgedragen landen voor het integreren van de MDG doelstelling voor drinkwater en sanitatie in de nationale ontwikkelingsplannen en begrotingen. Nederland is op verzoek van de EU de trekker voor de EUWI Country Level Dialogue met Mozambique, die is gericht op het verbeteren van de dialoog tussen overheid, maatschappelijk middenveld en particuliere sector en op het bevorderen van transparantie als het gaat om beleid en uitvoering van waterprogramma's.

Nederland heeft actief meegewerkt aan de totstandkoming van de op 15 november 2004 gelanceerde EU Water Facility (EUWF), gericht op cofinanciering van water programma's in EU partnerlanden. De Facility is een belangrijk instrument om het EUWI concreet invulling te geven. De eerste Call for Proposals van deze EUWF heb ik onder de aandacht van het bedrijfsleven, NGO's en kennisinstellingen in Nederland gebracht. Daarbij is tevens aandacht besteed aan het creëren van gelijke kansen voor niet westerse NGO's. Het uit OS-middelen ondersteunde programma Streams of Knowledge is verzocht in dit kader assistentie aan te bieden aan Afrikaanse NGO's bij het formuleren van voorstellen. Het belangrijkste oogmerk van de EUWF is het aantrekken van meer investeringen in de watersector in OS landen.

Nationale plannen voor geïntegreerd waterbeheer
De ontwikkeling van solide nationale plannen voor geïntegreerd waterbeheer is een WSSD aanbeveling, waarbij het jaar 2005 geldt als meetpunt. Nederland ondersteunt het realiseren van deze nationale waterbeheersplannen in tien landen, waarvan zes in Afrika en vier in Azië. Voor de uitvoering in Afrika is een overeenkomst afgesloten met het Global Water Partnership (GWP), terwijl in Azië de Asian Development Bank (ADB) de leiding zal nemen in het ondersteunen van de nationale dialogen die moeten resulteren in concrete plannen en uitvoeringsstrategiën. Hierbij wordt nauw samengewerkt met zowel de aangewezen overheidsinstanties als het maatschappelijk middenveld. Ook in landen waar de watersector geen deel uitmaakt van het lopende bilaterale programma (zoals in Guatemala) wordt ondersteuning gegeven aan het formuleren van deze nationale plannen.

Bijdragen aan capaciteitsopbouw
Er is in ontwikkelingslanden een grote vraag naar waterprofessionals die naast de technische kennis ook inzicht hebben in institutionele vraagstukken en de participatieve processen. Om aan deze groeiende vraag te kunnen voldoen, worden onderwijsinstituten in het Zuiden ondersteund in het ontwikkelen van curricula voor het reguliere onderwijsprogramma en het aanbieden van bij- en nascholingscursussen aan waterprofessionals en beleidsmakers. Nederland ondersteunt Zuid-Zuid netwerken zoals WaterNet in Afrika, waarbij veertig instituten zijn aangesloten, en SaciWaters in Azië, een samenwerking tussen opleidingsinstituten in India, Bangladesh en Sri Lanka. Ook ondersteun ik capaciteitsopbouw via programma's van het UNESCO-IHE instituut in Delft en de Universiteit van Wageningen.

Samenwerking met het bedrijfsleven
In AEV heb ik ook gewezen op het grote belang dat ik hecht aan publiek-private samenwerking waarin de overheidsbijdrage een hefboomfunctie kan vervullen in het losmaken van particuliere investeringen. Daarnaast streef ik naar coherentie met inspanningen van het bedrijfsleven in hun activiteiten in Nederland en in ontwikkelingslanden. Ik werk hierbij nauw samen met Nederlandse bedrijven en instellingen, die op het gebied van waterbeheer veel te bieden hebben. Voortgang in de samenwerking met het bedrijfsleven is geboekt op de volgende terreinen:

Programma Ontwikkelingsrelevante Export Transacties (ORET) Het ORET programma is ook in 2004 veelvuldig ingezet voor het stimuleren van investeringen in de watersector en met name in Afrika en Azië. Binnen het ORET programma is in oktober 2004 een speciale voorziening gecreëerd voor transakties in de watersector, het zgn. ORET Waterluik (ORET WF). Dit was nodig omdat het standaard ORET-schenkingspercentage van 35% vaak onvoldoende bleek om waterprojecten gefinancieerd te krijgen vanwege de lange-termijn inzet, de hoge risico's en de lage rendementen op de investeringen. Het schenkingspercentage voor transacties binnen ORET-WF is daarom opgehoogd naar 50%. In 2004 is door ORET Euro 22,2 miljoen besteed aan waterprogramma's, met name op het gebied van drinkwatervoorziening en afvalwaterzuivering (zie Bijlage 1, Tabel 5).

Publiek-Private Partnerschappen
Eind 2003 is de 'Call for Public-Private Partnership Proposals' gelanceerd en dit resulteerde in een overweldigende respons van ruim 400 voorstellen. De ingediende plannen zijn gedurende 2004 zorgvuldig bekeken en over de mogelijkheden voor ondersteuning en uitvoering heeft nauw overleg plaatsgevonden tussen de indienende partners, de betrokken ambassades en mijn departement. Voor de drinkwater & sanitatie sub-sector zijn de uitvoeringsplannen voor twee partnerschappen in een ver gevorderd stadium. In Mozambique zal Vitens vier waterbedrijven ondersteunen in het proces van verzelfstandiging en WFI, een bedrijf opgericht door een aantal Nederlandse waterleidingbedrijven, zal het management versterken van het water-leidingbedrijf in de stad Pekanbaru op Sumatra om hun dienstverlening te kunnen uitbreiden naar de totale bevolking van de 700.000 inwoners tellende stad.

Netherlands Water Partnership (NWP)
Het Netherlands Water Partnership, een partnerschap van ruim 130 leden, heeft samen met de vijf betrokken ministeries zitting in de Programmagroep van Partners voor Water en vervult hiermee een adviserende functie. Op 30 juni jl. is een convenant afgesloten tussen het NWP en de Minister van Ontwikkelingssamenwerking inzake samenwerking in het kader van de opbouw van een duurzame en sterke watersector in ontwikkelingslanden. Samen met UNESCO-IHE faciliteert het NWP een brede dialoog over Publiek Private Partnerships (PPPs) onder het motto "Not for loss, not for profit". In het kader van deze dialoog wordt nagegaan welke concrete mogelijkheden er zijn voor publiek-private samenwerking in de watersector in een aantal landen in Afrika en Azië.

Interdepartementale samenwerking / Partners voor Water Interdepartementale samenwerking krijgt concrete invulling met het programma Partners voor Water waar binnen gestreefd wordt naar een maximale synergie in het beleid en uitvoering van de Nederlandse waterinzet in het buitenland. Voorbeeld van deze synergie is de internationale Dialoog over Water en Klimaat, die zowel door mij als door Partners voor water wordt gefinancierd. Een ander voorbeeld betreft de samenwerking tussen Nederlandse (bijvoorbeeld Waterleiding Maatschappij Drenthe) en Indonesische drinkwaterbedrijven, die via publiek-private partnerships vorm krijgt. Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat in zes middelgrote Indonesische steden wordt geïnvesteerd om de toegang van de bevolking tot schoon drinkwater en sanitatie veilig te stellen. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is daarnaast ook betrokken bij bilaterale waterprogramma's in Bangladesh, Egypte, Indonesië en Vietnam.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven


---- --