Gemeente Amsterdam

Welstandsbeleid voor woonboten en zicht op 500 nieuwe ligplaatsen

Amsterdam heeft een nieuw welstandsbeleid voor woonboten

25 mei 2005
---
Marjolijn van Goethem

Amsterdam heeft een nieuw welstandsbeleid voor woonboten. De nota `Welstand voor woonboten; een gereedschapskist' is voor de stadsdelen een middel om een op hun gebied toegespitst welstandsbeleid voor woonboten te formuleren. Het opzetten van dit beleid is een van de prioriteiten van het project Wonen op het Water dat begin 2003 is gestart. Een andere prioriteit was het creëren van nieuwe ligplaatsen. De gemeenteraad heeft halverwege de jaren '90 gevraagd om gestructureerde groei van het aantal ligplaatsen (motie Spit). Na jaren van discussie tussen vertegenwoordigers van woonbootorganisaties en de gemeente besloten wethouder en stadsdeelportefeuillehouders tot een stadsbrede schouw van oevers. Op basis daarvan concludeert het college van B&W nu dat er op zeventig locaties maximaal 500 nieuwe ligplaatsen gecreëerd kunnen worden. De verantwoordelijkheid voor het daadwerkelijk realiseren van deze nieuwe plaatsen ligt bij de stadsdelen.

Welstand

Welstand voor woonboten is niet bij wet geregeld. Centrale stad en stadsdelen kunnen wel voorwaarden verbinden aan het verlenen van een ligplaatsvergunning. Met de nota `Welstand voor woonboten' heeft Amsterdam hiervoor een kader. Het welstandsbeleid zal gelden voor alle woonboten op het moment dat een verbouwing of vervanging van bestaande boten, of het aanleggen van een nieuwe boot aan de orde is. De stadsdelen Amsterdam-Centrum, Amsterdam-Noord, Oost/Watergraafsmeer, Osdorp, Westerpark en ZuiderAmstel hebben al aangegeven welstandsbeleid te willen opstellen.

Het nieuwe welstandsbeleid sluit aan bij het beleid dat voor de wal geldt. Centraal staat de vraag of het object past in de omgeving.Het welstandsbeleid omvat onder meer een stappenplan voor het opstellen van beleid, nieuwe definities voor categorieën woonboten (schip, ark, vaartuig en buitencategorie) en criteria voor de opbouw, materiaal en kleur. Deze criteria kunnen per categorie en stadsdeel verschillen zodat stadsdelen een op hun omgeving toegesneden welstandsbeleid kunnen maken. Het is de bedoeling dat stadsdelen een zo klein mogelijke selectie van criteria gaan hanteren. Zij handhaven zelf of hieraan voldaan wordt. Criteria voor welstand en historische waarde zijn zoveel mogelijk losgekoppeld om vermenging van welstands- en monumentenbeleid, zoals in het verleden optrad, te voorkomen.

Ook heeft het college besloten om geen beleid voor historische en/of monumentale woonboten uit te werken. De gemeenteraad heeft in 1999 de wens uitgesproken om de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken. Redenen om dit uiteindelijk niet te doen zijn onder meer de hoge kosten, de te verwachten complicaties door discussie over welke woonboten als historisch voor Amsterdam moeten worden gezien, en het feit dat boten tijdelijk naar elders kunnen uitwijken.

Nieuwe ligplaatsen

Het is de taak en bevoegdheid van stadsdelen om te besluiten tot de ontwikkeling van de nieuwe ligplaatsen. Het overleg van portefeuillehouders van stadsdelen heeft uitgesproken zich ervoor te willen inzetten om de komende jaren over de 500 locaties te besluiten. De aantallen lopen per stadsdeel erg uiteen: van 1 tot 5 in Zuidoost, tot 50 of meer in Westerpark of Slotervaart.

Een deel van de vijftig locaties (bijvoorbeeld in Oud-West en Centrum) zal worden gebruikt voor herschikking van woonboten; het grootste deel zal echter nieuwe ligplaatsen betreffen. Voorgesteld wordt om in navolging van de motie Van Poelgeest (13 oktober 2004) een substantieel deel van de nieuwe ligplaatsen uit te geven met een `sociale aanlegovereenkomst'. Dit houdt in dat de woonbootbewoner niet meer betaalt voor de economische waarde van de ligplaats dan hij op grond van zijn inkomen en vermogen kan opbrengen. Het restant van de waarde wordt een renteloze en aflossingsvrije schuld die pas hoeft te worden ingelost als inkomen of vermogen stijgen, of bij verkoop van de boot. Ook hier hebben de stadsdelen zich voor uitgesproken.

Pb-101