Partij van de Arbeid


Den Haaq, 27 mei 2005


Vragen van de leden Kruijsen, Eijsink en Koenders (allen PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


over de verhuizing van de Amerikaanse ambassade naar Clingendael


1. Klopt het dat, zoals wordt gemeld op de website van de gemeente Den Haag, het Rijk heeft ingestemd met de verhuizing van de Amerikaanse Ambassade naar het landgoed Clingendael?


2. Zijn, behalve de groene locaties in de stadsrand van Den Haag, ook andere locaties (kazernecomplexen, vliegveld Valkenburg) in overweging genomen als alternatieven? Zo nee, waarom niet?


3. Wat waren de voorwaarden van de vorige eigenaars toen indertijd het landgoed werd overgedragen ten aanzien van natuurbehoud of andere te realiseren doelen?


4. Welke gevolgen zal de plaatsing van de Amerikaanse ambassade op het Landgoed Clingendael hebben voor de mogelijkheid het park nog te bezoeken, voor de stadsboerderij die kinderen uit heel Den Haag de mogelijkheid geeft kennis te maken met een echt boerenbedrijf, voor het Instituut Clingendael en voor het schooltuinencomplex?


5. Hoe beoordeelt u de veiligheidssituatie op de locatie Clingendael, waar in het naastgelegen gebouw duizenden mensen werken (ANWB) en met honderden bezoekers van het park per dag, geplaatst in een woonwijk, rekening houdend met het advies van de heer Van Wijk, terrorismedeskundige van Instituut Clingendael, over terrorismedreiging in Nederland, die voorspelt dat terrorisme in Nederland zich zal richten op Amerikaanse doelen en burgerslachtoffers niet uitsluit ?


6. Betekent het feit dat de Amerikanen twee ingangen eisen, dat nog een deel van het park moet worden opgeofferd voor een toegangsweg?


7. Staan de grondwatersituatie in het gebied en de daarvan afhankelijk natuur het toe om (meerdere) ondergrondse verdiepingen aan te leggen?


8. Klopt het dat, zoals burgemeester Deetman de bewoners heeft medegedeeld, het Rijk 5 miljoen aan natuurcompensatie beschikbaar stelt? Waar is dit in de begroting opgenomen? Waarvan gaat dit ten koste? Waarom worden deze kosten bij de belastingbetaler gelegd en niet bij de initiatiefnemer? Waar zal deze natuurcompensatie dan plaatsvinden en is er een garantie dat deze compensatie ook daadwerkelijk gelijktijdig gerealiseerd gaat worden in het toch al overvolle Zuid-Holland, waar met moeite het programma GIOS (Groen In en Om de Stad) gerealiseerd kan worden?


9. Wie besluit er als óf de gemeenteraad van Den Haag óf de gemeenteraad van Wassenaar zich verzet tegen deze locatie, aangezien de grond van de gemeente Den Haag is, maar het bewuste terrein ligt op het grondgebied van de gemeente Wassenaar? Overweegt u een Art. 37 WRO-procedure om een aanwijzing te geven?