Universiteit Maastricht

Universiteit Maastricht

Persbericht

27 mei 2005

Abdelkader Benali hekelt Nederlands integratiebeleid op Forum Maastricht

`Als dit zo doorgaat ben ik weg uit Nederland`

Als de Nederlanse regering doorgaat met dit integratiebeleid, dan emigreer ik naar Frankijk of Italië. En ik zou hetzelfde aanraden aan alle mensen uit Oost-Europa die hier nu naartoe komen. Dat zei de schrijver Abdelkader Benali op het Forum Maastricht, vandaag in de Universiteit Maastricht.

Forum Maastricht, de jaarlijkse conferentie van de Universiteit Maastricht, besprak de afgelopen twee dagen het immigratie- en integratiebeleid in de Europese Unie met ministers van Nederland (Rita Verdonk), Vlaanderen (Marino Keulen), Denemarken en oud-minister Süssmuth van Duitsland, alsmede met de top van de werelddeskundigen op het terrein van integratie en immigratie en met schrijvers als Benali. Er was brede overeenstemming over de beperktheid van het huidige beleid in de EU. Dit beleid is ingegeven door problemen uit het verleden en houdt te weinig rekening met de behoeften in de toekomst. Overheden zouden beter voor moeten lichten over de voordelen van migratie voor onze samenleving en de burgers meer moeten betrekken bij de oplossing van het tekort aan jonge mensen op de arbeidsmarkt de komende tien jaar.

Het congres in Maastricht, met 300 deelnemers uit 30 landen, was gericht op het uitwisselen van kennis over migratie en politiek in Eurpees verband. Het vergelijkt de verschillende aanakken in de verschillende lidstaten. Eurocommisaris Vladimir Spidla van werkgelegenheid, sociale zaken en emancipatie, hield een vurig pleidooi voor meer openheid in Europa: de Europese economie kan alleen blijven groeien als Europa erin slaagt om meer migranten toe te laten en de reeds aanwezige migranten beter toegang te geven op de arbeidsmarkt. De demografische ontwikkelingen zijn een grote bedreiging voor de stabiliteit van de Europese economie: volgens Eurostat is er in 2025 als gevolg van dalende geboortecijfers een afname van 65 miljoen arbeidskrachten ten opzichte van de huidige situatie. Zonder compenserende immigratie zou dat een totale ondermijning van de Europese economie tot gevolg hebben.

Vooral de arbeidsdeelname van allochtone vrouwen en van niet-EU-burgers kan worden verbeterd. Op dit moment is 11% van de Europese beroepsbevolking werkzaam in een ander land dan het land van afkomst en dat cijfer zal nog moeten stijgen. Volgens Demetrios Papademetriou van het Migration Policy Institute in Washington tekent de achterstand ten opzichte van de Verenigde Staten zich steeds sterker af. Niet alleen de arbeidsmobiliteit in Europa zelf moet worden bevorderd, maar ook de toelating van mensen uit derde landen worden vergemakkelijkt. In de VS wordt de vergrijzing vrijwel geheel opgevangen door de instroom van nieuwe arbeidskrachten, in Europa veel minder.

De Duitse oud-minister Rita Süssmuth, die in het kabinet Kohl in Duitsland de Zuwanderungsrat oprichtte en als eerste bewindvoerder in Europa verplichte inburgeringstrajecten heeft gestimuleerd, geeft aan dat de economische crisis het eerder tamelijk succesvolle beleid ondermijnt: De consensus over het immigratiebeleid is in Duitsland afgenomen, als gevolg van de sterke werkloosheid en een algemeen gevoel van onveiligheid. En we zijn onvoldoende gewend om met diversiteit om te gaan. Daar komt bij dat we te weinig basiskennis hebben rondom migratie- en integratieprocessen, voorbeelden van good practice . Als iedereen bijvoorbeeld de cijfers zou kennen over de demografische terugval, dan zou er waarschijnlijk een sterker maatschappelijk en politiek draagvlak ontstaan voor een goede immigratie en integratiepolitiek.

Jo Ritzen, gastheer van de conferentie en bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, wees op het belang van de mobiliteit van kenniswerkers. Maastricht is een Europese universiteit. 25% van onze staf en 30% van onze studenten komen uit het buitenland. Maar om werkelijk een Europese universiteit te zijn, moeten die cijfers nog omhoog. Maar we lopen daarbij nog vaak aan tegen politieke beperkingen om de onderzoekers en studenten aan te trekken die we zouden willen hebben. En net als wij evaren veel andere werkgevers die internationaal opereren, dat ze door de nationale regelgeving sterk worden beperkt.

Op donderdag 26 mei vond, in de coulissen van het congres, eveneens bilateraal overleg plaats tussen de Nederlandse minister van immigratie en integratie Rita Verdonk en haar Vlaamse collega Marino Keulen. De ministers spraken over de mogelijkheden voor verdere samenwerking op het gebied van inburgeringstrajecten en het instellen van een fonds voor migratiebeleid. Het inburgeringsbeleid van de nieuwe Vlaamse regering oriënteert zich sterk op de lijnen die in Nederland door minister Verdonk zijn uitgezet, met verplichte inburgeringstrajecten en een nadrukkelijker controle op integratie in Nederland, maar zonder vooralsog de stap te willen zetten naar een verplichte inburgeringstoets. Wij zijn daar nog lang niet aan toe, aldus minister Keulen die als eerste Vlaamse minister het migratie en integratiebeleid op de politieke agenda heeft gezet.

Gastheer burgemeester Leers van Maastricht plaatste eveneens een kanttekening bij verplichte inburgeringstrajecten: Ze zijn nodig, maar succesvolle integratie moet van beide kanten komen. Dat vraagt aanpassingen van de migranten maar ook van de ontvangende maatschappij. De zeer internationale stad Maastricht is een voorbeeld van hoe het zou kunnen. Steden moeten de ruimte nemen om een eigen integratiebeleid te ontwikkelen. Deze stelling wordt onderschreven door andere een aanwezige burgemeester, James van Lidth de Jeude uit Deventer: In Nederland gaat de aandacht te veel uit naar het mislukken van het integratiebeleid. In mijn ogen is dat onterecht. Er zijn tal van voorbeelden te noemen van geslaagd beleid, zoals in Deventer. Tot drie jaar geleden was Nederland het voorbeeld in Europa van een land dat serieus werk maakte van integratiebeleid. De stemming is echter ineens omgeslagen. Nu zijn wij volstrekt onterecht - het voorbeeld van een land waarin een totaal mislukt integratiebeleid is gevoerd .