Ministerie van Buitenlandse Zaken

Met verwijzing naar het door u ontvangen e-mailbericht van 6 maart 2005, afkomstig van de heer H. van Oosten inzake een in Lima verblijvende landgenoot kan ik u als volgt berichten.

Betrokkene is op 11 februari 1997 gearresteerd op het vliegveld van Lima en werd tijdens hoger beroep veroordeeld tot acht jaar met benefits (libertad condicional). Dit betekent dat betrokkene éénderde van de straf in de gevangenis moet uitzitten. Daarna kan er een 'verzoek tot voorwaardelijke vrijheid' worden ingediend, zodat de resterende tweederde van de straf buiten de gevangenis, maar in Peru uitgezeten kan worden. Op 14 oktober 2004 heeft de rechtbank het verzoek tot libertad condicional goedgekeurd en heeft betrokkene de gevangenis verlaten. Het restant van de straf bedroeg op dat moment nog ongeveer vijf maanden.

Betrokkene heeft tijdens zijn gehele detentieperiode consulaire bijstand verkregen. Betrokkene is maandelijks door medewerkers van de ambassade bezocht. Naast de maandelijkse gift van E 30,00, die betrokkene vóór januari 2002 overigens ook al ontving, ontving hij sinds mei 2000 maandelijks een geldlening van E 22,69 om hem te helpen te voorzien in zijn levensomstandigheden. Tevens ontving betrokkene tijdens zijn libertad condicional, naast de gift, een lening van E 70,00 per maand om tijdens zijn verblijf buiten de gevangenis de kosten van kamerhuur te betalen.

Voor wat betreft de gezondheidssituatie van betrokkene heeft hij in de loop der tijd verschillende medische onderzoeken ondergaan, waaruit overigens - gelukkig- niet altijd de ziekten naar voren kwamen waarvoor hij vreesde. Voor de kosten van de onderzoeken, de benodigde medicijnen en aanschaf van een bril heeft betrokkene altijd leningen van het ministerie via de ambassade ontvangen.

Voordat betrokkene Peru definitief kan verlaten, dient hij nog openstaande boetes (opgelegd door douane) te voldoen. Als de boete niet wordt betaald, kan ook geen begin worden gemaakt met het verkrijgen van documenten voor definitieve vrijlating, de zogenaamde verklaring van eerherstel. De gedetineerde heeft in deze dus een eigen verantwoordelijkheid om tijdig de verschillende procedures te starten zodat de verklaring van eerherstel kan worden verkregen en aan alle juridische verplichtingen is voldaan. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekt geen leningen om openstaande boetes te kunnen voldoen.

Zodra betrokkene zijn openstaande boetes heeft voldaan, de verklaring van eerherstel in bezit heeft en dezerzijds definitief van de Peruaanse autoriteiten is vernomen dat hij het land mag verlaten, kan betrokkene een paspoortaanvraag indienen en bestaat de mogelijkheid een lening te verstrekken zodat betrokkene kan afreizen naar de Nederlandse Antillen of Nederland.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

---- --