ChristenUnie


Niet letter, maar geest van EU-Grondwet zaterdag 21 mei 2005 - 14:49

Door Erik van Dijk en Joël Voordewind, resp. medewerker Wetenschappelijk Instituut en Hoofd Campagnes van de ChristenUnie

De ChristenUnie voert een nee-campagne. Dat gaat prima samen met een genuanceerde kijk op de Europese Unie en zelfs met een erkenning van heel wat goede punten in de voorliggende Grondwet voor Europa. We zouden eindeloos kunnen discussiëren of een dik boek vol kunnen schrijven over de voors en tegens bij de 448 artikelen van de Grondwet.

De Christenunie probeert echter verder te kijken dan de letter van deze Grondwet en de geest erachter te proeven. En juist dát baart ons zorgen.
De letter van deze wet heeft zeker goede kanten, maar de geest is niet goed. Het gaat hier niet meer om noodzakelijke samenwerking tussen landen, maar om het bouwen van een grootmacht.

Dat er in de preambule religieus staat in plaats van christelijk is op de letter beschouwd misschien niet meer dan een typisch geval van jammer. Wie echter de hele geschiedenis van de totstandkoming van deze Grondwet kent, weet dat er pogingen gedaan zijn om Europa slechts op de Verlichting te baseren en om de christelijke wortels en geschiedenis van Europa totaal te negeren. Dat maakt al wantrouwig. Dat er nu religieus in plaats van christelijk staat heeft bovendien ook alles te maken met het open zetten van de deuren voor landen met heel veel moslims zoals Turkije en Bosnië.

Daar zijn we bij het wezenlijke probleem: de unieke gelegenheid van deze herschikking en herformulering van verdragen is niet aangegrepen om duidelijker te bepalen waar de grenzen van Europa liggen. Dan hebben we het over de geografische grenzen. Deze week zijn de toetredingsverdragen met Roemenie en Bulgarije gesloten. Zij komen er in 2007 of 2008 bij. Wie volgt? Kroatië waarschijnlijk. En dan? Macedonië, Turkije, Servië, Oekraïne?
Belangrijker dan de geografische grenzen zijn misschien wel de bevoegdheidsgrenzen. Deze Grondwet zet stappen op het gebied van cultuur, buitenlands beleid en defensie. Wat volgt? Europa heeft in de afgelopen decennia steeds meer bevoegdheden naar zich toegehaald. Daar is nu geen paal en perk aan gesteld. Een gemiste kans.
Zelfs minister Bot, voormalig permanent vertegenwoordiger van Nederland in Brussel, zei vorig jaar in zijn Humboldt-lezing dat zelfbeperking in de afgelopen decennia bepaald niet de sterkste kant van de EU is geweest. Wat een understatement! Er is een voortdurende sprake geweest en nog steeds van uitbreiding van EU-bemoeienis op aan elkaar grenzende beleidsterreinen. Dat wordt met deze Grondwet eerder meer dan minder.
Er worden in deze Grondwet dan wel niet zo heel veel nieuwe bevoegdheden overgedragen aan Brussel, maar de deuren worden daarvoor wel wagenwijd opengezet.
Deze Grondwet geeft de EU straks een vaste voorzitter (in sommige vertalingen aangeduid als president), een eigen minister van Buitenlandse Zaken, de mogelijkheid om kopgroepen te vormen die nauwer samenwerken, etc. etc. Bovendien zijn er bijna geen terreinen meer waar nog een veto mogelijk is. De rol van kleine lidstaten als Nederland wordt beduidend minder. En de noodremprocedure via de nationale staten is veel te zwak.
Laten deze openstaande deuren straks nu niet gelegitimeerd en aangemoedigd worden door de psychologische triomf van een ja van veel bevolkingen vóór dit verdrag met de propagandistische term grondwet. Als dat gebeurt, moet niemand gek opkijken als Europa straks in een hogere versnelling doordendert en alsmaar meer landen toelaat en alsmaar meer beleid naar zich toetrekt.

De ambities van Europa kunnen geïllustreerd worden met een citaat uit de toespraak van de Italiaanse premier Berlusconi bij de ondertekening van de Grondwet in Rome op 29 oktober 2004: Vandaag beleven we dus een historische dag: Europa verschaft zich eindelijk een grondwet, die op de dubbele en onscheidbare consensus van de burgers en de lidstaten is gegrondvest. Bij de ondertekening van deze grondwet moeten wij goed voor ogen houden dat geen enkele grondwet, geen enkele politieke instelling, geen enkele juridische instelling, op zichzelf kan bestaan. Het grondwettelijke karakter van het verenigde Europa zal dus altijd gekoppeld zijn aan de niet-aflatende bevestiging van het streven van de volkeren en naties van Europa naar een steeds verdergaande integratie op politiek, sociaal en economisch vlak.

Als we de Europese leiders niet terugsturen naar de onderhandelingstafel en dwingen tot kritische zelfreflectie, dreigt Europa aan zijn eigen ambities te gronde te gaan en zal het een onwerkbare bureaucratische moloch worden.

De ChristenUnie is niet tegen Europese samenwerking. Wij zijn niet tegen de Europese Unie. Deze Grondwet laat de machtsbalans echter definitief kantelen naar Brussel en stelt geen paal en perk aan alsmaar voortschrijdende machtsconcentratie.
Een stem tegen deze Grondwet is een stem tegen een verdrag dat getuigt van een gebrek aan zelfbeheersing, identiteit en dienstbaarheid.


---