Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van minister Dekker bij de ondertekening van de gebiedsafspraken Rotterdam op maandag 30 mei 2005.

Wethouder Pastors, wethouder Bolsius, bestuurders van deelgemeenten, corporatie-directeuren, Rotterdammers, geachte aanwezigen,

Rotterdam is ruim zeven eeuwen oud, maar voor een groot deel nog geen zestig. Het bombardement van mei 1940 veegde het hart van de stad goeddeels van de kaart. De wederopbouw kreeg op indrukwekkende wijze gestalte. De nadruk lag sterk op de sociale woningbouw. Dat is begrijpelijk - de grote woningnood maakte grootschalig en goedkoop bouwen noodzakelijk. Die nadruk op sociale woningbouw is lang volgehouden. Te lang. Te lang is het belang van de hogere en middeninkomens voor een de stad miskend. Te lang is niet ingezien dat een woningvoorraad met bijna uitsluitend kleine, oude en goedkope woningen wel moest leiden tot een scheefgroei in de bevolkingssamenstelling van de stad.

De koopkrachtige en jonge inwoners trokken weg. De woningmarkt had hen niets te bieden. Hun plek werd ingenomen door nieuwkomers, veelal uit kansarme groepen. De ouderen en minder kapitaalkrachtigen bleven achter. Het verenigingsleven zakte in elkaar. De sociale controle en de binding met de buurt kwamen onder druk te staan. Gevoelens van onveiligheid namen toe. Tegelijkertijd holde de economische draagkracht van de stad achteruit.

Bewoners van wijken als Pendrecht of de Tarwewijk kregen het gevoel dat ze er alleen voor stonden. Dat niemand naar ze luisterde. Dat de politiek geen oog had voor hun problemen.

Dit proces deed zich in alle grote steden van ons land voor. Nergens, echter, was de concentratie en de ernst van de problemen zo groot als hier, in Rotterdam. Nergens ook heeft het stadsbestuur de problemen zo actief en voortvarend aangepakt.

Dames en heren,

Voor u staat een trotse minister. Trots omdat ik u mag feliciteren. Feliciteren met het feit dat u er met zijn allen in geslaagd bent om harde afspraken te maken over de versnelde en ambitieuze vernieuwing van maar liefst 19 Rotterdamse wijken. Dat is het tweede grote Rotterdamse succes in korte tijd.

In december vorig jaar hebben we de woningbouwafspraken voor de Rotterdamse regio ondertekend. U bent erin geslaagd die afspraken te vertalen in bouwprogramma's voor de individuele gemeenten. Die nieuwbouw is hard nodig. Om het woningtekort terug te brengen. Om de mensen werkelijk wat te kiezen te geven. In hun eigen wijk, maar ook daarbuiten. Maar ook om vooruitgang te boeken met de stedelijke vernieuwing. Want alleen een stad die de midden- en hogere inkomensgroepen aan zich weet te binden heeft een toekomst voor zich waar men gerust op kan zijn.

Dames en heren,

De ondertekening van de 19 gebiedsafspraken vandaag is een echte doorbraak. Te vaak loopt stedelijke vernieuwing vast in stroperige besluitvorming of in een gebrek aan draagvlak. Bijvoorbeeld omdat buurtbewoners het gevoel hebben dat er over hun hoofden heen besloten wordt. Te vaak komen corporaties, gemeenten en deelgemeenten er samen niet uit. U bent er wel in geslaagd. En dat is een groot compliment waard.

Stedelijke vernieuwing is cruciaal voor een krachtige stad. Mijn doel is om in 56 prioritaire wijken in de grote en middelgrote steden van ons land resultaten te boeken. Concrete en zichtbare resultaten. Zodat gevoelens van onvrede en onveiligheid minder worden. Zodat bewoners met eigen ogen kunnen zien dat de problemen in hun wijk worden aangepakt.

Bij de start van het Actieprogramma Herstructurering heb ik beloofd alle 56 wijken zelf te bezoeken. Om met eigen ogen te zien wat de problemen zijn Inmiddels heb ik 34 wijken in heel het land bezocht. En ik kan u hetzelfde zeggen als wat ik binnenkort tegen de Tweede Kamer zeggen zal: de wijkaanpak werkt. De neerwaartse spiraal is doorbroken. Het vertrouwen keert langzaam terug. Stapje voor stapje komt de stedelijke vernieuwing van de grond.

Nergens heb ik dat zo duidelijk gezien als tijdens mijn bezoeken aan Rotterdam. In Oud Zuid zag ik dat de aanpak van de Milinxbuurt navolging heeft gevonden. De Tarwewijk pakt drugsoverlast en criminaliteit voortvarend aan. Ook hier gaat het lukken. Omdat overheid, bewoners, maatschappelijke organisaties en marktpartijen met elkaar vitale coalities zijn aangegaan. Ook Crooswijk heeft grote ambities. Hier gaan niet alleen veel huizen op de schop, maar ook het stratenplan. De bewoners krijgen bovendien een terugkeergarantie. Ik hecht daar zeer aan.

Want stedelijke en sociale vernieuwing gaan hand in hand. De problemen waar de 56 prioritaire wijken mee worstelen zijn een veelkoppig monster. Het zijn wijken waar niet alleen de woningvoorraad verouderd is, maar waar de kwaliteit van de leefomgeving te wensen overlaat. Waar werkloosheid en een opeenstapeling van sociale problemen eerder regel dan uitzondering zijn. Deze problemen moeten integraal worden aangepakt. Alleen dan komt ons gezamenlijke doel van een prettige leefomgeving voor alle stadsbewoners binnen handbereik.

Er moet worden geïnvesteerd in de openbare ruimte - in pleinen, in straatverlichting, in straatmeubilair. Maar ook in speeltuinen, in wijkcentra en in jeugdhonken. In het toeleiden van mensen naar werk en scholing. In veiligheid op straat. Door te werken aan een gevarieerd woningaanbod moeten ook midden en hogere inkomens terugkeren in de stad. Daardoor stijgen de sociale diversiteit en de economische draagkracht van Rotterdam.

Bij mijn bezoeken aan de prioritaire wijken viel 1 punt mij telkens op. Stedelijke vernieuwing is niet een kwestie van baksteen, beton en bouwplannen alleen. Investeren in straatmeubels en lantarens heeft geen zin als bewoners zich er niet verantwoordelijk voor voelen. Een gezonde stad moet niet alleen heel, maar ook schoon en veilig zijn.

Willen we de stad aantrekkelijk maken voor haar inwoners, dan moeten we die inwoners een rol geven in het aantrekkelijk maken van de stad. In Hoogvliet zag ik een half jaar geleden hoe dat kan. Ondanks de sloop van 5000 woningen in 10 jaar kunnen de huidige inwoners gewoon blijven. Daardoor blijft de sociale samenhang in stand. De bewoners zijn steeds goed geïnformeerd en hebben een stem gekregen in de besluitvorming. Er werden bewonersavonden georganiseerd, een opzoomerbus kwam langs. Ook werd er een sociaal plan opgesteld, en leerden inwoners tijdens inspraak-cursussen mondige burgers te zijn.

Sociale en fysieke vernieuwing kunnen niet zonder elkaar. Fysieke herstructurering is een eerste stap die sociale vernieuwing mogelijk maakt. Door samen op te trekken, door zich te roeren op inspraakavonden, door zich in te zetten voor hun wijk - op al deze manieren leren bewoners elkaar kennen. Zo versterken zij de sociale cohesie van hun wijk.

Tijdens mijn bezoeken aan Rotterdam kwam de Kabinetsreactie op het Actieprogramma "Rotterdam zet door" ter sprake. Het gaat hier - zoals u ongetwijfeld weet - over juridische en fiscale maatregelen die Rotterdam kunnen helpen de buitenmaatse problemen in een aantal wijken aan te pakken.

Rotterdam zet door. En daarmee zet Rotterdam de toon. Niet voor niets wordt de Wet Bijzondere Problemen Grootstedelijke Problematiek ook wel de Rotterdamwet genoemd. De wet bestaat uit drie onderdelen. Ten eerste een drastische verlaging van de Onroerende Zaak Belasting (OZB) voor bedrijven die investeren in achterstandswijken. Ten tweede het stellen van inkomenseisen aan woningzoekenden. Tenslotte een verruiming van de wet Victor waardoor huisjesmelkers sneller en effectiever kunnen worden aangepakt. U zult er naar verwachting nog voor de zomer meer over horen.

Van mijn kant zal ik er alles aan doen om de woningmarkt vlot te trekken. Corporaties krijgen meer ruimte in de huurhoogte. In ruil daarvoor zullen ze de woningproductie opvoeren. Om meer ruimte te maken voor het bouwen werk ik aan een vereenvoudiging van de regels en procedures, zodat de spa sneller de grond in kan. Daar hoort ook een VROM-vergunning bij - een samenvoeging van de bestaande sloop-, bouw-, gebruiks- en milieuvergunningen. Deze wordt in 2007 al van kracht.

Stedelijke vernieuwing blijft echter in de eerste plaats een zaak van lokale partijen. Zij hebben het beste zicht op de problemen en behoeften van de wijken in hun stad. Zij moeten de ruimte krijgen om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Centraal als het moet en lokaal waar het kan. In Rotterdam bewijst u dat deze filosofie tot resultaten leidt.

U bent voortvarend te werk gegaan. Het resultaat is dat er voor 19 wijken harde afspraken zijn gemaakt. Financieel en juridisch is alles afgerond. Ruim 13.000 woningen gaan tegen de vlakte, maar er komen 14.500 nieuwe voor in de plaats. Het budget bedraagt bijna 3,8 miljard euro. Mijn eigen Ministerie draagt in de vorm van een ISV-subsidie 212 miljoen euro bij.

De gebiedsafspraken zijn gesloten tussen de gemeente, de deelgemeentes en corporaties en projectontwikkelaars. Maar het draagvlak is aanzienlijk breder. Buurtbewoners, de lokale middenstand, zorginstellingen, scholen en opleidingscentra, instellingen voor maatschappelijke dienstverlening, politie en justitie - al deze partijen zullen een steentje bijdragen aan de stedelijke vernieuwing van Rotterdam.

Ik zou hier de wethouders Pastors en Bolsius met name willen noemen. Mede dankzij uw inzet liggen er concrete afspraken met harde doelen. U heeft uzelf gecommitteerd aan de bouwstart van 3000 woningen per jaar. Dat getuigt van lef en leiderschap.

Mede dankzij uw inzet is de herstructurering van de 56 wijken in heel Nederland in een stroomversnelling geraakt. Ik ben blij dat VROM u hierbij van dienst heeft kunnen zijn. Door de inzet van impulsteams. Door het opstellen van een Afsprakenkader Herstructurering. Door ervoor te zorgen dat Wijkontwikkelingsmaatschappijen maar 1 keer overdrachtsbelasting hoeven te betalen. Door financiele steun te verlenen aan de ketenaanpak "Voor en achter de voordeur".

Nu is de tijd van woorden voorbij en is de tijd gekomen om aan het werk te gaan. De uitvoering van afspraken zal ook centraal staan op het congres 'Mijn wijk in uitvoering' dat overmorgen zal plaatsvinden in Den Haag. Daar kunnen betrokkenen uit de 56 wijken hun ervaringen met stedelijke vernieuwing met elkaar delen. Ik hoop daar een groot deel van u allen aan te treffen. U zult daar zien dat de wijken van Nederland barsten van de energie en van de daadkrachtige bewoners en bestuurders. U zult daar zien wat mogelijk is wanneer lokale spelers de ruimte krijgen om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Zoals u dat zelf ook hebt gedaan.

Ik dank u wel.