Poldermodel ongeschikt voor invoering breed maatschappelijke
vernieuwingsproces
Nederland staat voor een grote maatschappelijke opgave: hoe geven we
vorm en richting aan een duurzame samenleving? Daarvoor moet een breed
maatschappelijk vernieuwingsproces, te benoemen als maatschappelijke
innovatie worden ingezet. Maatschappelijke innovatie vergt
fundamentele hervormingen van onze publieke stelsels in Nederland.
Complexe stelsels als de gezondheidszorg, sociale zekerheid, de
energievoorziening, verkeer en vervoer, en waterbeheer worstelen
allemaal met een zelfde type hardnekkige problemen. Dit zijn problemen
die reeds decennia lang spelen, en waarbij te lang is doorgewerkt met
oude oplossingen binnen oude instituties en spelregels.
Prof.dr. Jan Rotmans gaat daar in zijn oratie op vrijdag 3 juni 2005
nader op in. Hij aanvaardt daarmee het ambt van hoogleraar Duurzame
systeeminnovaties en transities in de faculteit der Sociale
Wetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Er zijn systeemfouten binnen de maatschappelijke stelsels geslopen,
waardoor op een aantal terreinen sprake is van een systeemcrisis: we
zijn de controle en beheersing over onze maatschappelijke stelsels
kwijt, zo stelt prof. Jan Rotmans. Recente voorbeelden van deze
systeemcrisis zijn: stakende artsen als symptoom van de hardnekkige
problematiek in de gezondheidszorg, bouwfraude en bouwfouten in de
bouwsector, de luchtverontreinigingsproblematiek van fijn stof, of het
feit dat 50 jaar geleden de eerste file ontstond.
Om een systeemcrisis te bestrijden zijn systeeminnovaties of
transities nodig: structurele veranderingen op het gebied van
economie, cultuur, technologie, instituties en natuur en milieu die
elkaar versterken. Transities zijn evolutionaire revoluties, oftewel
omwentelingen maar wel in kleine stappen. Dergelijke omslagen in
denken en doen vergen lange tijd: een à twee generaties (25-50 jaar).
Transities vergen tijd omdat bestaande grenzen, barrières,
verhoudingen, kortom de bestaande ordening en structuur, moeten worden
doorbroken. Transities kunnen niet van bovenaf worden opgelegd of
worden gestuurd. Zij ontstaan echter ook niet spontaan van onderaf.
Het vergt een combinatie van top-down en bottom-up sturing:
transitiesturing. Deze vorm van sturing, zo is Rotmans van mening,
staat haaks op het poldermodel, wat vanuit de consensusgedachte over
veel hindermacht en weinig scheppende kracht beschikt. Hierdoor is het
poldermodel ongeschikt gebleken om fundamentele veranderingen door te
voeren.
Er gebeurt de laatste jaren heel veel in Nederland op het gebied van
transities en systeeminnovaties. Door middel van de BSIK Besluit
Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur]-regeling wordt de
komende 6 jaar honderden miljoenen euroâs geïnvesteerd in
kennisontwikkeling op het gebied van transities en systeeminnovaties.
Van systeeminnovaties in de landbouw tot energie, van de bouwsector
tot waterbeheer, van infrastructuur tot gezondheidszorg en van
mobiliteit tot ruimtegebruik Het vorig jaar door de EUR en TNO
opgerichte Kenniscentrum Duurzame Systeeminnovaties en Transities
vormt een belangrijk zwaartepunt binnen het BSIK-programma van het
Kennisnetwerk SysteemInnovaties en Transities (KSI). KSI richt zich op
de ontwikkeling van een transitiekennisinfrastructuur waarbij vrijwel
alle Nederlandse universiteiten en TNO intensief bij betrokken zijn.
Het gaat hier om de ontwikkeling van fundamentele kennis,
instrumentele kennis en praktijkkennis over transities in onderlinge
Erasmus Universiteit Rotterdam