Nieuw-Vlaamse Alliantie
Parlementaire nieuwsflits (30 mei - 3 juni 2005) (03/06/05)
Wekelijks ontvangt u een parlementaire nieuwsflits. Hierin brengen we
een selectie van de parlementaire initiatieven van onze
parlementsleden.
Vlaams Parlement
Tijdens een persconferentie over het jaarverslag 2004 kondigde de VRT
aan nog dit jaar te starten met drie digitale televisienetten: een
kinder-, een cultuur- en een informatienet en één auditief net. Verder
wist de gedelegeerde bestuurder Tony Mary te melden dat hij daartoe
een aanvraag deed bij de Vlaamse overheid. Kris Van Dijck was
enigszins verrast toen hij dit bericht dinsdagavond vernam en hij
stelde dan ook woensdag een Actuele Vraag aan onze minister, Geert
Bourgeois. Het Vlaams Parlement heeft immers (in een motie) eerder
duidelijk bepaald dat, conform het regeerakkoord, de VRT televisie- of
radionetten, hetzij digitaal, hetzij analoog, pas kan splitsen als de
beheersovereenkomst aangepast is. Verder moeten technologische
innovaties en mediatoepassingen worden geïntegreerd zonder een
verhoging van de kostprijs voor de gebruiker. De minister beaamde dit
volmondig: het regeerakkoord stelt uitdrukkelijk dat er geen
ontdubbeling van de kanalen van de VRT kan komen zonder aanpassing van
de beheersovereenkomst en dat de doelstellingen en strategie worden
bepaald door de raad van bestuur. Het oprichten van themakanalen werd
nog niet door de raad van bestuur behandeld. Hij kreeg enkel
schriftelijk een vraag van de gedelegeerde bestuurder. Hij had nog
geen dossier ontvangen over de oprichting van de themakanalen en het
nieuwe radiokanaal en kan dus geen beslissing nemen op basis van de
ontvangen brief. In zijn repliek wees Kris er nog op dat de
gedelegeerde bestuurder sprak over een kostprijs van 200 miljoen euro
op jaarbasis. Wat dus werd voorgesteld als een project dat bijna was
afgerond, moet eigenlijk nog worden afgewerkt. De VRT moet bepalen wat
men wil, wat technisch mogelijk is en wat de kostprijs van het project
zal zijn. Het Parlement moet dit vervolgens bespreken om een nieuwe
beheersovereenkomst te kunnen afsluiten.
Jan Peumans had via zijn informeel circuit opgevangen dat de
toepassing van de taalwetgeving bij interne bedrijfscommunicatie soms
met de voeten wordt getreden. Het gaat af en toe zo ver dat
arbeidsovereenkomsten of zelfs ontslagbrieven (of andere vormen van
zogenaamde sociaalrechtelijke aangelegenheden) in het Engels worden
opgemaakt. Dit is duidelijk een inbreuk op de taalwetgeving (wet van
19 juli 1973). Jan ondervroeg bevoegd minister Vandenbroucke hierover.
In totaal zijn er in Vlaanderen 16 inspecteurs van de Afdeling
Inspectie Werkgelegenheid die bevoegd zijn voor de controles op de
taal- en andere materies. De afgelopen 5 jaar hebben zij op de
toepassing van de taalwetgeving 201 controles gedaan.175 ervan pasten
in een integrale controle, 2 gebeurden spontaan (specifiek in het
kader van de taalwetgeving) en 24 controles werden verricht op basis
van een klacht. Maar wat gebeurt hiermee? Er werden 23 PVs van
waarschuwing uitgeschreven en 2 effectieve Pro Justitias. Recent werd
er ook een uitvoeringsbesluit (14/01/2005) door de Vlaamse regering
goedgekeurd, waardoor bij Pro Justitias die worden geseponeerd door de
arbeidsauditeur, Vlaanderen zelf administratieve geldboetes kan innen.
Hiervan is op dit moment echter nog geen gebruik gemaakt in het kader
van inbreuken tegen de taalwetgeving. De minister deelde ook de visie
van Jan Peumans, om het bedrijfsleven zo veel mogelijk te
sensibiliseren met betrekking tot het gebruik van het Nederlands. Dit
is een permanente opdracht, en in dit kader verwees hij naar de
bestaande Taalwetwijzer. Verder zal hij ons voorstel van een open
brief of een campagne gericht aan het bedrijfsleven verder
onderzoeken.
Jan Loones blijft er op toezien dat Vlaanderen werk maakt van zijn
imagovorming in het buitenland. Zo vernam hij onlangs dat men op de
Belgische ambassade in Pretoria (Zuid-Afrika), bij de gezant van de
Vlaamse Regering uitsluitend in het Engels werd verwelkomd, dit in
tegenstelling tot de Nederlandse ambassade, waar men via het
telefonisch antwoordapparaat steeds eerst verwelkomd wordt in het
Nederlands en dan pas in het Engels. Ervan overtuigd dat het gebruik
van onze eigen taal onontbeerlijk deel uitmaakt van de imagovorming
van Vlaanderen in het buitenland, stelde Jan Loones daarover een
parlementaire vraag aan minister Bourgeois. De minister antwoordde dat
in principe het Nederlands gehanteerd wordt op de Vlaamse
vertegenwoordiging in Pretoria, maar wees erop dat er ook lokaal
aangeworven personeel is, dat het gesproken Nederlands niet voldoende
machtig is. Verder zei de minister dat alle maatregelen werden
getroffen opdat - bij afwezigheid - de oproeper via het automatische
antwoordapparaat eerst in het Nederlands en pas daarna in het Engels
wordt aangesproken.
Als lid van AWEPA (de vereniging van Europese parlementariërs voor
Afrika, die de werking van de parlementen in Afrika ondersteunt en
ervoor zorgt dat de problematiek van de West-, Oost- en
Zuid-Afrikaanse landen de politieke agenda haalt in Europa), nam Jan
Loones ook deel aan een parlementaire missie (25 mei tot 1 juni) in
Kaapstad - Zuid-Afrika. Hij woonde er een aidsconferentie bij, waarbij
vooral de aandacht ging naar kinderen met aids. Hij zal op basis van
de daar verworven informatie in de nabije toekomst een aantal
parlementaire initiatieven nemen.
In de commissie Brussel en de Vlaamse Rand was er deze week een
hoorzitting met het provinciebestuur van Vlaams-Brabant. De provincie
neemt verdienstelijke initiatieven voor het behoud van het
Nederlandstalig karakter van de Rand. Gewezen VU-gedeputeerde Herman
Van Autgaerden was in de vorige legislatuur de grondlegger en de
bezieler van dit beleid. Mark Demesmaeker pleitte voor een goede
samenwerking met de Vlaamse regering en de gemeentebesturen, om op het
terrein snel tot betere resultaten te komen. De deputatie van
Vlaams-Brabant erkende dat de samenwerking en de
informatie-uitwisseling met de Vlaamse administratie inderdaad vaak
ondermaats is. Mark spoorde de provincie aan om verder werk te maken
van de vernederlandsing van het straatbeeld en prees de provinciale
acties waarbij bedrijven aangespoord worden om het Nederlandstalig
karakter van de Vlaamse Rand te respecteren. Mark wees er op dat de
toestand op het terrein verslechtert. Hij pleitte ook opnieuw voor een
structurele ondersteuning van de noodlijdende regionale zender Ring
TV. De provincie wordt in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan
ook betrokken bij de afbakening van het Vlaams stedelijk gebied rond
Brussel. Mark vroeg om dit proces goed op te volgen en te vermijden
dat de Rand verder verstedelijkt en een overloopgebied wordt van
Brussel. Want dat zou de verfransing alleen maar doen toenemen.
Bart De Wever kwam deze week uitgebreid in het nieuws met het
inburgeringsdossier dat hij samenstelde. Hij stelde hierover ook een
aantal parlementaire vragen. U kan het volledige dossier raadplegen op
www.n-va.be/inburgeringsbeleid. Maar inburgering was niet het enige
dossier dat zijn aandacht vroeg. Hij vroeg in de commissie Cultuur
onze minister wat de situatie was van de Koningin Elisabethzaal te
Antwerpen en wat de Vlaamse regering van plan was met deze
uitzonderlijke zaal. Uitzonderlijk, want de zaal behoort met zijn meer
dan 2000 zitplaatsen tot de grotere concertzalen in Vlaanderen en tot
de top 3 als het gaat om symfonische concerten klassieke muziek. Bij
het grote publiek is ze echter vooral bekend voor de populaire shows
van Studio 100. Ze is uitstekend gelegen vlak naast het Centraal
Station, de Zoo en het Diamantmuseum. Bovendien maakt ze deel uit van
een groter congrescomplex met meerdere vergader- en evenementruimtes.
Troeven zat dus, maar de vaststelling is dat de zaal door een gebrek
aan investeringen langzaam maar zeker aftakelt. Een renovatie is
dringend noodzakelijk, maar het kostenplaatje (tussen 18 en 32 miljoen
euro) doet elke betrokkene slikken. Onze minister, als minister van
Toerisme betrokken bij dit dossier (want voogdijminister van de Zoo,
huidig eigenaar van de zaal), merkte terecht op dat het gaat om een
culturele infrastructuur en het dus in eerste instantie de
verantwoordelijkheid was van de minister van Cultuur, Bert Anciaux, om
een oplossing te vinden. Die heeft echter al laten weten hiervoor geen
geld te hebben en probeert zowel het dossier te verdrinken in "globale
Antwerpse masterplannen", als tegelijk de zwarte piet door te schuiven
naar al zijn Vlaamse collega"s, de stad en de provincie. Onze minister
erkende echter dat het dossier dringend opgelost moet worden. Hij
kondigde aan dat hij daarom zal aandringen op een snelle beslissing
van de Vlaamse regering over de toekomst van de zaal, evenals het
onderzoek van alternatieven (zoals de uitbouw van de congresfunctie)
en verdere overleg met alle betrokkenen. Bart zal dit dossier
ongetwijfeld verder ter harte nemen.
Donderdag werd de vraag van Helga Stevens naar meer uren lichamelijke
opvoeding in het basis en secundair onderwijs behandeld. Helga
argumenteerde dat de scholen veel te weinig ingaan tegen de sedentaire
trend bij de jeugd. Eerst zitten kinderen zeven uur op de
schoolbanken, daarna volgt het huiswerk of het voorbereiden van
ondervragingen. Gemiddeld twee uur sport, min de tijd nodig voor het
verplaatsen en omkleden, dat is een rampzalige balans. Helga maakte
ook duidelijk er al te lang over dit onderwerp gepalaverd wordt. Al in
2001 heeft Johan Sauwens, als minister van Sport, gepleit voor vijf
uur sport per week in het basisonderwijs en drie uur sport per week in
het secundair onderwijs. De Europese Raad van de Ministers van Sport
besloot in september 2002 dat er hoogdringend werk gemaakt diende te
worden van meer sport op school. Tot op vandaag is er echter niets
veranderd in Vlaanderen en ondertussen gaat de fysieke conditie van de
jeugd er sterk op achteruit. Het onderzoek van het Steunpunt Sport,
Beweging en Gezondheid toonde ook aan dat het niet volstaat de burgers
te bombarderen met allerlei boodschappen om hen te wijzen op het
belang van sport. De kloof tussen kennis en praktijk blijft groot.
Helga vroeg dan ook dat het beleid niet opnieuw zou blijven steken bij
"sensibilisering". Minister Van Brempt las het antwoord van de zieke
Bert Anciaux voor. Hij gaat volledig akkoord met de visie van Helga.
Binnen het huidig kader is het voor de basisscholen mogelijk om tot
vier lestijden sport per week te komen, maar veel scholen zijn hiervan
niet op de hoogte. De scholen zijn bovendien daarin voorlopig nog
steeds vrij. Daarnaast blijkt dat in vele scholen geen gediplomeerde
leerkrachten L.O. les geven en gewone leraars les geven wat ten koste
gaat van de kwaliteit. Anciaux beloofde "al zijn invloed" aan te
wenden om samen met de minister van onderwijs het aantal uren L.O. op
te trekken en de kwaliteit te verbeteren. Hij zal daartoe overleggen
met de minister van Onderwijs met het oog op de realisatie van de
geplande maatregelen vanaf het schooljaar 2006-2007. Gezien reeds
gebleken is dat Frank Vandenbroucke geen groot voorstander is van meer
sport op school beloofde Helga Stevens dat zij dit punt in het najaar
opnieuw op de agenda zal zetten.
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Patrick De Groote ondervroeg minister Reynders in de commissie
financiën over de Elia-heffing voor de periode 2004-2009. Deze heffing
compenseert het inkomstenverlies van de gemeenten ingevolge de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt. In een Ministerieel Besluit
maakte de overheid bekend dat ze op deze heffing 21% BTW aanrekent die
onmiddellijk wordt doorgestort aan de federale schatkist. De
elektriciteitsmarkt is in Wallonië en in Brussel echter nog niet
geliberaliseerd, waardoor deze belasting de facto enkel in Vlaanderen
geldt. Bedrijven en zelfstandigen kunnen deze BTW-bijdrage in hun
aangifte recupereren, particulieren echter niet. Eerder gaf Reynders
al te kennen dat deze BTW wegens de zesde Europese BTW-richtlijn niet
kan worden opgeheven omdat de Elia-bijdrage wordt doorgerekend aan de
klanten. Patrick vroeg daarom naar de mogelijkheid om de heffing door
te storten naar Vlaanderen. Reynders antwoordde dat de bijzondere wet
op de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten geen dergelijke
affectatie voorziet en ze ook niet aan de orde is. Elia of Elio?
Beiden onderhouden nieuwe transfers naar Wallonië.
Patrick ondervroeg minister Reynders in de commissie financiën ook
over het feit dat heel wat Nederlandstaligen hun belastingsbrief te
laat ontvingen. Vooreerst bleek uit een intern document van de
overheidsdienst Financiën dat de formulieren van de
belastingsaangiften eerst werden verzonden naar de Franstaligen, dan
naar de Nederlandstaligen en vervolgens naar de Duitstaligen. Reynders
stelt dat de volgorde elk jaar wordt herzien en dat de
aangifteformulieren binnen de wettelijk termijn van één maand in de
bus vielen. De jaarlijkse herziening van de volgorde houdt voor de
N-VA geen steek. De voorgaande 2 jaar hebben de belastingplichtigen
door verlenging van de indientijd 3 maanden de tijd gehad om hun
belastingsbrief in te vullen. Nu krijgen we slechts 1 maand,
niettegenstaande dat het om een nieuw formulier gaat (lottoformulier)
en niettegenstaande 142 bladzijden aan zeer recente regelgeving,
namelijk 5 circulaires van 14 april 2005. Ook de bewering van Reynders
dat de laatste belastingsaangiften ten laatste op 25 mei op de post
gingen, blijkt niet te kloppen. Patrick kent individuele gevallen waar
het formulier niet binnen de wettelijke termijn door de post werd
besteld. Minister Reynders doet alsof zijn neus bloedt. Iedereen heeft
zijn aangifte ontvangen, stelt hij. Patrick diende daarom een motie
van aanbeveling in waarin hij de minister vraagt de voorziene tijd
voor terugzending van de personenbelasting met 1 maand te verlengen.
Auteur:
Wetenschappelijk medewerker Vlaams parlement
Peter Buysrogge
Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Bruyn, woordvoerder
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.debruyn@n-va.be
Url: www.n-va.be