Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen inzake Nederlandse Somaliërs in Groot-Brittannië

Den Haag | |Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken Afdeling Asiel en Migratie
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |8 juni 2005                         |Behand|DPV/AM               |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DPV/AM-223/05                       |Telefo|070-348.5643         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/6                                 |Fax   |070-348.5046         |
|Bijlag|1                                   |dpv-am@minbuza.nl            |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van het lid Van|                             |
|t     |der Ham over Nederlandse Somaliërs  |                             |
|      |in Groot-Brittannië                 |                             |
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van der Ham over Nederlandse Somaliërs in Groot-Brittannië. Deze vragen werden ingezonden op 11 mei 2005 met kenmerk 2040514520.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, op vragen van het lid Van der Ham (D'66) over Nederlandse Somaliërs in Groot-Brittannië.

Vraag 1

Hoeveel Nederlandse Somaliërs of Nederlanders met een Somalische achtergrond verblijven niet in Nederland maar in andere landen van de Europese Unie?

Antwoord
Hoeveel etnische minderheden van Somalische herkomst, al dan niet genaturaliseerd tot Nederlands staatsburger, zich in andere landen van de Europese Unie bevinden is mij niet bekend. Wel zijn mij ambtelijke rapporten bekend waaruit blijkt dat voor zover deze bevolkingsgroep vanuit Nederland doorreist dat overwegend is naar landen waar grotere concentraties Somaliërs gevestigd zijn. Dit betreft met name het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Noorwegen en Denemarken. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn sinds 2001 15.919 Somaliërs naar het buitenland vertrokken; 12.552 van hen hadden de Nederlandse nationaliteit. De vertrokken Somaliërs waarvan het land van bestemming bekend was (9.890 personen) gingen voor het merendeel naar het Verenigd Koninkrijk (8.047 personen). Andere bestemmingslanden waren Somalië (875 personen), Kenia (225) en Duitsland (78). Deze gegevens zijn afkomstig van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Daarnaast verblijft vermoedelijk een aanzienlijke groep Nederlandse Somaliërs in het Verenigd Koninkrijk wier migratie nog niet is verwerkt in de GBA, dan wel door betrokkenen (nog) niet is doorgegeven bij het gemeentelijk bevolkingsregister.

Vraag 2

Hoe verklaart u dat zoveel Nederlandse Somaliërs naar andere landen van de Europese Unie vertrekken? Wat is de reden dat Nederlandse Somaliërs vooral naar Groot-Brittannië verhuizen, met name naar steden als Birmingham en Leicester? Is het u bekend dat ook Somaliërs uit andere EU-landen massaal naar Groot-Brittannië vertrekken, met name uit de Scandinavische landen? Wat is uw verklaring hiervoor? Ziet u een dergelijke ontwikkeling ook bij andere groepen immigranten en nieuwe Nederlanders?

Antwoord

Door de Wetenschapswinkel van de Universiteit van Tilburg is in 2003 in opdracht van het ministerie van Justitie onderzoek verricht naar het verhuisgedrag van Somaliërs naar het Verenigd Koninkrijk. De onderzoekers concluderen dat bij de keuze voor het Verenigd Koninkrijk twee factoren domineren: a) de voorkeur om te kunnen leven volgens het eigen culturele en religieuze patroon, zo mogelijk in wijken waar zich hoge concentraties Somaliërs bevinden en b) betere kansen op opleiding en werk in het Verenigd Koninkrijk. De keuze voor steden als Birmingham en Leicester blijkt volgens hetzelfde onderzoeksrapport samen te hangen met het feit dat daar reeds aanzienlijke Somalische gemeenschappen woonachtig zijn. Hetzelfde geldt overigens voor verhuizingen naar steden met vergelijkbare concentraties, zoals Londen en Bristol. Uit ambtelijke rapporten is mij bekend dat ook vanuit andere EU-landen Somaliërs naar het Verenigd Koninkrijk vertrekken, met name vanuit Noorwegen, Zweden en Denemarken. Voor hen blijken dezelfde motieven een rol te spelen als voor Somaliërs die vanuit Nederland doorreizen naar het Verenigd Koninkrijk. Niet alleen Somaliërs maar ook een deel van andere immigrantengroepen kiest er voor om op enig moment door te migreren naar een ander land. De overwegingen daartoe zijn meestal van economische of sociale aard (kans op werk, bij elkaar wonen als familie). Het patroon onder de Somalische populatie verschilt evenwel van dat van de andere immigrantengroepen in Nederland in zijn grootschalige karakter.

Vraag 3

Hoe probeert de Nederlandse regering contact te houden met deze Nederlanders in de andere landen van de Europese Unie? Bent u zich bewust van het feit dat deze groep Nederlanders, vooral de jongeren binnen deze groep, het Nederlands goed beheersen? Hoe kunt u hen helpen om het Nederlands eigen te laten blijven? Kan hier ondersteuning voor komen vanuit de Nederlandse Taalunie? Bent u bekend met het werk van het Somali European Forum, dat zich hiervoor inspant?

Antwoord

Het is mij bekend dat een deel van de Nederlandse Somaliërs -doorgaans jongeren die in Nederland naar school zijn geweest- het Nederlands goed beheersen. De Nederlandse regering voert geen actief beleid om contact te houden met Nederlanders (al dan niet van Somalische origine) die in de andere landen van de Europese Unie verblijven. De Regering acht het geen overheidstaak voor Nederlanders die in het buitenland verblijven taalonderwijs te verzorgen. De Nederlandse Taalunie voert geen beleid gericht op taal- en cultuurbehoud van Nederlanders die zich vestigen in het buitenland. Om die reden kan de Taalunie ook geen ondersteuning bieden voor onderwijs Nederlands gericht op Nederlanders van Somalische afkomst. Wel ondersteunt de Taalunie de universitaire studie van het Nederlands in het buitenland. In Groot-Brittannië ondersteunt de Taalunie het onderwijs Nederlands aan negen universiteiten. Van dat aanbod kunnen uiteraard ook de Nederlanders van Somalische afkomst gebruik maken. Bij de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (Stichting NOB) bestaat sinds 1986 een subsidiemogelijkheid om per leerling een bedrag vanuit de begroting van het ministerie van OC&W te verkrijgen. De regeling wordt vooral toegepast in die situaties waarin er sprake is van een groep Nederlanders van enige omvang die erin slaagt vanuit een aantal subsidiebronnen, waarvan de bijdrage via de Stichting NOB er één is, een onderwijsvoorziening in stand te houden. Voor die Nederlanders in het buitenland die niet in de gelegenheid zijn om dergelijke voorzieningen in stand te houden, bijvoorbeeld omdat zij werkzaam zijn in zeer afgelegen gebieden, is eveneens via de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland een tegemoetkoming in de kosten van onderwijs op afstand verzorgd door een in Nederland erkende instelling. Mij is bekend dat het Somali European Forum (SEF) onlangs contact heeft gehad met zowel de Nederlandse Taalunie als de Stichting NOB. Het betrof een verzoek om financiële steun voor een onderzoeksproject (Nederlandse taal in Groot-Britannië, gericht op Nederlandse Somaliërs). Een bij de NTU ingediende subsidie-aanvraag voor dit onderzoeksproject is afgewezen. De NTU kent overigens een bezwaarprocedure.

Vraag 4

Bent u bekend met de klacht van Nederlandse Somaliërs in Groot-Brittannië dat de ondersteuning door de ambassade en het consulaat tekort schiet? Is het consulaat in Birmingham voldoende meegegroeid met de toename van Nederlanders in de regio? Wat is het beleid rond het vestigen van nieuwe consulaten? Bij welk aantal Nederlanders in een buitenlandse regio wordt er een nieuw consulaat gevestigd? Is er wat dat betreft reden om een consulaat in Leicester te vestigen?

Antwoord

In het eerder genoemde rapport van 2003 van de Wetenschapswinkel van de Universiteit van Tilburg meldden onderzoeksrespondenten om diverse redenen ontevreden te zijn over de consulaire dienstverlening van de ambassade te Londen en het honorair consulaat te Birmingham. Voor zover deze klachten de ontoereikende wachtruimtes betroffen, achtte ik de klachten gegrond. Vanwege de plotselinge toename vanaf 2001 van het aantal paspoortaanvragen van Nederlandse Somaliërs signaleerde ook de ambassade in 2002 dat de voorzieningen niet langer toereikend waren. Vervolgens heb ik fondsen beschikbaar gesteld voor vergroting van de wachtkamers en uitbreiding van het aantal balies, zowel voor ambassade Londen als voor het honorair consulaat te Birmingham. De verbouwing was in 2004 gereed. Of een nieuw consulaat moet worden geopend, hangt af van een geheel van politieke, economische, consulaire en financiële factoren in onderlinge samenhang bezien. Dit betekent dat het aantal Nederlanders in een buitenlandse regio op zich niet bepalend is voor het al dan niet openen van een consulaat. Er bestaat op dit moment geen aanleiding tot het openen van een consulaat te Leicester.


---- --