Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA 's-GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Contactpersoon Ons kenmerk AM/SAM/05/44710 Doorkiesnummer Datum 13 juni 2005 E-mail

Onderwerp RSP

Bij het AO op 9 juni jl. over de RSP heb ik toegezegd u nader te informeren over de ruimte in het huidige RSP budget voor een eventueel opplussen van de subsidie per uur. Ook heb ik aangekondigd u in dezelfde brief nader te zullen informeren over de lopende onderzoeken naar onrechtmatige besteding van de RSP subsidie.

Voor de RSP is 7.842 mln beschikbaar op de begroting 2005. Over de eerste helft van het jaar 2005 zit 3.640 mln vast in de aan de afzonderlijke bedrijven toegewezen subsidieruimte en wordt 200.000,- uitgeven aan de uitvoeringskosten van de regeling. Bij verlenging RSP en/of de afbouwregeling vanaf 1 juli 2005 tot 1 januari 2006 zal 7.280 mln (is gelijk aan twee keer 3.640 mln) aan subsidies uitgegeven worden en bij schatting 250.000,- aan uitvoeringskosten. Dat is bij elkaar 7.530 mln. Afgezet tegen het beschikbare budget van 7.842 mln blijft een vrije ruimte over van 312.000,-. Volgens mijn berekening lopen de bedrijven in 2005 niet 2 maar 1,70 per uur mis door de afbouw van de SPAK en VLW. Opplussen in 2005 zou 1,9 mln kosten.
Met 312.000,- is de subsidie slechts met 26 cent per uur op te hogen. Er is dus onvoldoende ruimte binnen het RSP budget voor een eventueel opplussen van een tijdelijk verlengde RSP met 2 per uur. Bovendien is de afbouw van de SPAK uitdrukkelijk kabinetsbeleid en is het niet conform het kabinetsbeleid om de SPAK alsnog te compenseren. Dat is voor de RSP ook niet gedaan in 2003 en 2004. In verband met de afbouw van de SPAK is per 2003 wel de maximum consumentenprijs in de RSP regeling losgelaten, om de ondernemers de ruimte te bieden compensatie voor het wegvallen van de SPAK op andere wijze te vinden.

Onrechtmatig gebruik van RSP subsidie is aan het licht gekomen bij reguliere controles en niet naar aanleiding van het voornemen om de RSP af te bouwen. Zoals de Algemene Rekenkamer aangeeft in het Rapport bij het jaarverslag 2004 van het ministerie van SZW (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 30 100 XV, nr. 2) is bij 6.5 mln aan RSP subsidies 2003 sprake van onzekerheid over de rechtmatige besteding. Jaarlijks dienen de bedrijven een verantwoording in, voorzien van een accountantsverklaring. Jaarlijks bepaalt de auditdienst van het ministerie van SZW met steekproefcontroles - net als bij andere subsidies - of de accountantsverklaringen

Ons kenmerk AM/SAM/05/44710
Datum 13 juni 2005

toereikend zijn voor een betrouwbaar oordeel over de rechtmatige besteding. Uit de steekproef van de RSP jaaropgaven 2003 bleek dat de kwaliteit hiervan ontoereikend was en de onzekerheid over rechtmatige besteding dus groot. Deze constatering heeft de Algemene Rekenkamer overgenomen in haar rapport bij het jaarverslag van het ministerie van SZW. Daaropvolgend is besloten de jaaropgaven van alle bedrijven die gebruik maken van de RSP subsidie te laten controleren door de auditdienst van het ministerie van SZW. Het onderzoek is nog niet afgerond omdat een deel van de bedrijven de verzochte informatie nog niet aangeleverd heeft, maar wat vaststaat, is dat meer dan de helft van de bedrijven ten onrechte teveel subsidie heeft gedeclareerd. Daarbij komt het het vaakst voor dat bedrijven uren gedeclareerd hebben waarop niet gewerkt is en waarvoor geen loon is uitbetaald. In mindere mate komt het ook voor dat contracten met bedrijven als particuliere consumentencontracten opgegeven zijn of dat RSP subsidie is gedeclareerd voor werknemers die al in een gesubsidieerde baan (ID, WIW of Wsw) werken. Ik zal u het rapport van de auditdienst toesturen zodra het onderzoek afgerond is.
In mijn antwoord op de vragen van Weekers (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2005, 29544, nr 29) had ik in april jl al aangegeven dat het niet meer toelaten van nieuwe bedrijven per 1 oktober 2004 als bijkomend voordeel heeft dat indien het een malafide bedrijf betreft dat onder een nieuwe naam verder wil gaan, geen aanvraag kan worden ingediend. Over de afgelopen jaren zijn terugvorderingen ontstaan bij de RSP voor een bedrag dat inmiddels is opgelopen tot 2.4 mln. Ondanks flinke inspanningen blijken de vorderingen zeer moeilijk te innen door faillissementen en het leeghalen van de bedrijven. De failliet gegane ondernemers blijken vervolgens onder een nieuwe naam en constructie aanspraak te maken op RSP subsidie. Tot slot onderzoekt de SIOD mogelijke fraude bij een aantal van de bedrijven die gebruik maken van de RSP subsidie. Ook die onderzoeken lopen nog. Duidelijk moge zijn, dat dit beeld niet naar alle bedrijven die gebruik maken van de RSP subsidie doorgetrokken kan worden en dat er onder de bedrijven ook een aanzienlijk aantal bedrijven goed bezig is met de subsidie. Het bovengeschetste beeld sterkt mij echter nog verder in de gedachte dat de RSP beter afgebouwd kan worden, met een voor de bedrijven en de werknemers zorgvuldige afbouwregeling.

Tenslotte herhaal ik de tijdens het AO van 9 juni jl. uitgesproken bereidheid om de bedrijven voor de periode 1 juli 2005 tot 1 januari 2006 te laten kiezen tussen een tijdelijk verlengde RSP binnen het huidige budget, of de afbouwregeling waarin reïntegratie-inspanningen voor de werknemers centraal staan. In de tussenliggende periode kan de Europese discussie over BTW verlaging meegenomen worden en zullen de onderzoeken naar onrechtmatige besteding van de RSP subsidie afgerond zijn. Tijdens het AO van 1 december 2004 heb ik aangegeven dat een landelijke paraplu-achtige structuur bekeken kan worden op het moment dat alle pro's en contra's tegen elkaar afgewogen kunnen worden.


---

Ons kenmerk AM/SAM/05/44710
Datum 13 juni 2005

Nu mijn brief van 18 mei 2005 (kenmerk AM\AKA\05\33906) met alle pro's en contra's van alternatieve maatregelen voor de markt voor persoonlijke dienstverlening aan u toegezonden is, zal ik ook de mogelijkheden van een paraplu-achtige structuur laten nagaan.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)


---