Ministerie van Buitenlandse Zaken

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone
april 2005

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken DPV/AM
Den Haag

+31 70 348 5964
25 april 2005

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005


1 Inleiding
In dit algemene ambtsbericht wordt de huidige situatie in Sierra Leone beschreven voor zover die van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Sierra Leone en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Sierra Leoonse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Sierra Leone. Het beslaat de periode maart 2004 tot medio april 2005, en vormt een vervolg op het algemeen ambtsbericht van maart 2004.1
Dit ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie afkomstig uit openbare bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen vertrouwelijke gesprekken met verschillende nationale en internationale organisaties aan dit algemene ambtsbericht ten grondslag. In het algemene ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar dergelijke bronnen zijn vermeld, is de tekst in veel gevallen ook gebaseerd op informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de recente ontwikkelingen op politiek, veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een overzicht van de geschiedenis van Sierra Leone. Ook is een passage over geografie en bevolking van Sierra Leone opgenomen. In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Sierra Leone geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Sierra Leone partij is, komen de mogelijkheden van toezicht aan de orde. Daarna volgt een beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen belicht. In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden en vluchtelingen, het beleid van een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit Sierra Leone en activiteiten van internationale organisaties, waaronder UNHCR, aan de orde.
Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.
1 Zie www.minbuza.nl.

---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005


2 Landeninformatie

2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
Land
Sierra Leone is gelegen aan de westkust van Afrika en beslaat een gebied ter grootte van ruim 70.000 vierkante kilometer (kaarten van Sierra Leone zijn te vinden in bijlage 2). Het land grenst in het noordwesten, het noorden en het noordoosten aan Guinee, in het zuidoosten aan Liberia en in het zuiden aan de Atlantische Oceaan. Het land is verdeeld in een Western Area - het schiereiland Freetown en een aantal andere eilanden waaronder de Banana eilanden, Sherbro, de Turtle eilanden en York - en drie provincies: Noord, Oost en Zuid, die elk zijn onderverdeeld in districten. Provincie Noord is onderverdeeld in de districten Bombali, Kambia, Koinadugu, Port Loko en Tonkolili. Provincie Oost is onderverdeeld in de districten Kailahun, Kenema en Kono. Provincie Zuid is onderverdeeld in de districten Bo, Moyamba en Pujehun. Naast de hoofdstad Freetown zijn de belangrijkste steden Bo (hoofdstad van de zuidelijke provincie), Kenema (hoofdstad van de oostelijke provincie) en Makeni (hoofdstad van de noordelijke provincie). Langs de kust zijn stranden en mangrovemoerassen. Het grootste deel van het binnenland is bedekt met dichtbeboste heuvels en bergen, in het noordoosten oplopend tot een plateau. Bevolking
De bevolking telt circa 5,9 miljoen mensen2, waarvan ongeveer 60% moslim is. Ongeveer 30 % van de bevolking is christen, terwijl de resterende 10 % animistische godsdiensten belijdt.3
De moslims bevolken voornamelijk het noorden van het land, terwijl de christenen en animisten vooral in het kustgebied leven. In Sierra Leone leven verschillende bevolkingsgroepen. De Krio (Creolen) vormen 2% van de bevolking, wonen voornamelijk in Freetown en hebben een westerse levensstijl. De Krio zijn afstammelingen van de ex-slaven die in de negentiende eeuw zijn teruggekeerd uit Amerika. Zij vormen de bovenlaag van de bevolking en hebben grote invloed. De Mende vormen zo'n 30 % van de bevolking. Zij leven in het oosten en het zuiden van het land, met name in het grensgebied met Liberia. Hun godsdienst is divers. De Temne vormen eveneens 30 % van de bevolking en wonen vooral in het 2 CIA World Factbook, Sierra Leone, 16 december 2004. Volgens de recent uitgevoerde volkstelling zou het bevolkingscijfer niet verder komen dan 4, 9 miljoen. Zie over de betrouwbaarheid van die cijfers echter paragraaf 2.2.
3 US Department of State, Sierra Leone International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004.

---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

midden en westen van het land. Ook hier geldt dat alle godsdiensten voorkomen. De Limba vormen 10% van de bevolking, wonen in het noorden van het land en zijn voornamelijk moslim. De resterende 28 % van de bevolking kan worden ingedeeld in veertien andere etnische groepen (Bullom, Fula, Gola, Kissi, Kono, Koranko, Krim, Kru, Loko, Mandingo, Sherbro, Susu, Vai en Yalunka).4 In het binnenland is nog sprake van traditionele leefgemeenschappen. Het traditionele leiderschap is daar in handen van de hoogste stamhoofden (paramount chiefs). Urbanisatie heeft evenwel een hoge vlucht genomen. De diamantmijnen hebben veel inwoners naar de verschillende dorpen en steden in de mijngebieden gelokt en de burgeroorlog heeft gezorgd voor een verdere grote toestroom van de bevolking naar de steden.
Taal
In Sierra Leone worden circa veertien lokale talen gesproken waarvan het Krio, Mende, Limba en Temne de belangrijkste zijn. De officiële taal is Engels. De voertaal in het dagelijks verkeer tussen mensen met verschillende moedertaal (lingua franca) is echter het Krio. Deze voertaal wordt in het gehele land door 95% van alle bewoners gesproken en beheerst; slechts enkele oudere mensen kennen de taal niet. De beheersing van het Engels (naast het Krio en eventueel een of meerdere lokale talen) is voorbehouden aan mensen die tenminste een middelbare schoolopleiding hebben gevolgd. 2.1.2 Geschiedenis5
Sinds de onafhankelijkheid in 1961 heeft het land zes maal algemene verkiezingen en vijf militaire staatsgrepen gekend. Sinds de onafhankelijkheid heeft het politieke systeem verhuld dat de werkelijke politieke verhoudingen werden bepaald door verborgen en vaak plaatselijke overeenkomsten tussen nationale politieke leiders, landeigenaren, buitenlandse diamanthandelaren en mijnopzichters.6

4 Bij deze paragraaf moet worden aangetekend dat niet geheel kan worden aangegeven hoe de vluchtelingen- en ontheemdenstromen van de afgelopen jaren de situatie beïnvloed hebben. In januari 2002 waren 200.000 Sierra-Leoners binnenlands ontheemd, vooral afkomstig uit de (voormalige) RUF-gebieden in het oosten en noorden van het land; zij bevinden zich thans grotendeels in en rond Freetown en Kenema. Daarnaast bevonden zich bijna 190.000 Sierra- Leoners als vluchteling in Guinee en andere buurlanden (UN Security Council, S/2002/267).
5 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van de periode tot het Vredesakkoord van Abuja in 2000 het algemene ambtsbericht Sierra Leone van juli 2002 en het algemene ambtsbericht Sierra Leone van maart 2004.
6 EIU, Country Profile 2004, Sierra Leone.
---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

De burgeroorlog
Van maart 1991 tot het vredesakkoord van Abuja van november 2000 was Sierra Leone verwikkeld in een bloedige burgeroorlog. De burgeroorlog begon met een inval van het Revolutionary United Front (RUF)7 in maart 1991. Andere partijen bij de burgeroorlog waren, naast de regering, Civil Defence Forces (CDF) en de Armed Forces Revolutionary Council (AFRC) onder leiding van Johnny Paul Koroma. De CDF waren een door de regering gevormde onofficiële (en onwettige) burgermilitie, die voornamelijk bestond uit zogenaamde Kamajor- strijders, gerekruteerd uit de zwaar door de oorlog getroffen Mende-gebieden in het zuiden en oosten van het land.
Het optreden van het RUF werd binnen korte tijd gekenmerkt door een buitensporige dosis geweld. Tijdens de burgeroorlog vielen onder de burgerbevolking veel slachtoffers. Mensenrechten werden op grote schaal geschonden. Er was sprake van plunderingen, verminkingen, banditisme en slachtpartijen. Honderdduizenden burgers vluchtten voor het geweld naar de buurlanden Guinee en Liberia en de hoofdstad Freetown. Veel kinderen werden geronseld als kindsoldaat.
De AFRC greep op 25 mei 1997 in een bloedige staatsgreep de macht. De AFRC liet het RUF delen in de macht, maar werd in februari 1998 door de militaire interventiemacht ECOMOG uit Freetown verdreven8, waarna de door de AFRC verdreven president Kabbah op 10 maart 1998 kon terugkeren. In de nacht van 5 januari 1999 vielen de rebellen van het RUF en de AFRC Freetown aan, waarbij zij duizenden burgers doodden, verminkten en ontvoerden.9 Ook vluchtten grote aantallen burgers de stad uit naar de wijde omgeving. Meer dan 1.400 gevangenen werden uit de Pademba Road-gevangenis bevrijd. Na een uiterst bloedige strijd waarbij door alle strijdende partijen de meest afschuwelijke wandaden ten opzichte van de burgerbevolking werden begaan, wisten ECOMOG- troepen in februari 1999 Freetown en het omliggend gebied te bevrijden.
7 Zie over de RUF verder het ambtsbericht Sierra Leone/ deelambtsbericht Revolutionary United Front (RUF) van maart 2004.
8 Nigeriaanse en Guinese troepen waren al vanaf het begin van de jaren negentig in Sierra Leone. Zonder enig formeel mandaat steunden in de jaren negentig deze troepen, als ECOMOG-troepen, de regering in de strijd tegen het RUF. In maart 1997 kreeg ECOMOG door ECOWAS de taak toebedeeld controle uit te oefenen op de naleving van de door de Verenigde Naties afgekondigde sancties tegen de junta van Johnny Paul Koroma. De ECOMOG-troepen die al in het land verbleven kregen versterking van Ghanese, en (nog meer) Guinese en Nigeriaanse troepen. In maart 1998 kreeg ECOMOG stilzwijgend ook de taak de regering Kabbah te beschermen. In juli 1998 maakte de Veiligheidsraad van de VN bekend de doelstellingen van ECOWAS (en daarmee ECOMOG) te steunen. Door de jaren heen maakten de ECOMOG-troepen zich overigens schuldig aan ernstige schendingen van de mensenrechten.

9 ICG, Sierra Leone, Time for a new military and political strategy, 11 april 2001.
---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Nadat in mei 1999 onderhandelingen waren gestart, werd op 7 juli 1999 te Lomé, Togo, een vredesakkoord gesloten tussen de regering en het RUF. Op 22 oktober 1999 besloot de Veiligheidsraad 6.000 man UNAMSIL10-troepen te sturen. Het mandaat bestond uit het ontwapenen en demobiliseren van de ongeveer 45.000 ex-strijders en het beschermen van civiele VN-medewerkers die ondersteuning moeten bieden bij uiteindelijk te houden verkiezingen. De eerste UNAMSIL-troepen arriveerden in december 1999.11
De implementatie van het vredesakkoord van Lomé liep echter in april 200 vast toen het RUF in een reeks gewelddadige incidenten de confrontatie zocht met UNAMSIL. Daarbij werden honderden VN-personeelsleden in gijzeling genomen, en trok het RUF vervolgens op richting Freetown. Deze opmars richting Freetown werd in mei 2000 gestuit door een coalitie van UNAMSIL en later de Britse troepen, het nieuwe Sierra Leoonse leger, manschappen van het oude Sierra Leoonse leger, de CDF (gedomineerd door de Kamajors) en de AFRC. De gijzelaars kwamen in de loop van weken vrij.
Wapenstilstand en begin van een vredesproces/ Akkoord van Abuja Op 10 november 2000 werd te Abuja (Nigeria) een staakt-het-vuren-overeenkomst gesloten, waarmee een nieuwe, voorzichtige, start werd gemaakt met een binnenlands vredesproces.
Op 2 mei 2001 bereikten de partijen (de regering, het RUF en UNAMSIL) in Abuja overeenstemming over de volgende punten:

· gelijktijdige ontwapening van CDF- en RUF-strijders;
· terugtrekking van het RUF, te beginnen uit Kambia, gevolgd door ontplooiing van UNAMSIL en het regeringsleger;

· teruggave van wapens die het RUF in 2000 had buitgemaakt op militairen van UNAMSIL;

· vrijlating van gijzelaars en met name kindsoldaten;
· ontmanteling van wegblokkades in regerings- en rebellengebied;
· en omvorming van het RUF tot een politieke partij.12 Het RUF liet zijn eis vallen dat het regeringsleger moest ontwapenen voordat het RUF zijn wapens zou inleveren.13 De regering toonde bereidheid enkele gevangengenomen RUF-leiders vrij te laten.14 Een gemeenschappelijk comité (Joint Committee on Disarmament, Demobilization and Reintegration) werd gevormd uit regering, RUF en UNAMSIL om toe te zien op de ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (Disarmament, Demobilisation and
10 UNAMSIL staat voor de United Nations Mission in Sierra Leone.
11 US Department of State: Country Report on human rights practices - 1999 - Sierra Leone, 25 februari 2000.

12 EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2001.
13 Africa Confidential, 29 June 2001.
14 UN Security Council, S/2001/627.
---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Reintegration:DDR) en de verdere uitvoering van de wapenstilstand en de overeenkomst van 2 mei 2001.
Ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR)
Op 18 mei 2001 ging de gelijktijdige ontwapening van RUF- en CDF-strijders voortvarend van start.
Op 17 januari 2002 verklaarde het Joint Committee on Disarmament, Demobilization and Reintegration dat het ontwapeningsprogramma formeel was voltooid. Hiermee eindigde het formele DDR-programma en daarmee de betaling van de demobilisatievergoedingen15 aan ex-strijders die hun wapens inleverden. Op 18 januari 2002 verklaarde president Kabbah de oorlog beëindigd en hief hij de avondklok op. Op 1 maart 2002 hief Kabbah de noodtoestand op. Op 3 februari 2004 werd het National Committee for Disarmament, Demobilization and Reintegration (NCDDR) opgeheven16. Op 31 maart 2004 werd het DDR-programma in zijn geheel officieel beëindigd. 17 Volledige reïntegratie van de ex-strijders was op dat moment echter nog niet bereikt. Door de ongunstige economische situatie en hoge werkloosheid in Sierra Leone18 wachtten eind maart 2004 circa 2.800 ex-strijders19 nog op deelname aan het reïntegratieprogramma.20
Sinds de start van het demobilisatieprogramma tot aan de opheffing van de NCDDR werden onder het programma 72.490 strijders ontwapend; 71.043 van hen werden gedemobiliseerd inclusief 6.845 kindsoldaten. Van hen registreerden 6.845 kindsoldaten en 56.751 andere ex-strijders zich voor reïntegratie. De resterende 8.894 ontwapende strijders hebben zich mogelijk zelfstandig ergens gevestigd om het stigma rebel te zijn geweest te voorkomen.21 In het oosten en het zuiden werden de ex-strijders het laatst gedemobiliseerd, met name in de grensgebieden met Liberia.22

15 De demobilisatievergoedingen bedroegen 300.000 leone (ongeveer Euro 150; equivalent aan het gemiddelde jaarinkomen van de bevolking). Zie: Physicians for Human Rights (PHR), War-related sexual violence in Sierra Leone, Boston/Washington DC, 2001.
16 IRIN: Disarmament and rehabilitation completed after five years, 4 februari 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.16.
17 UNSC, 22th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 6 juli 2004
18 UNSC, 19Th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 5 september 2003; ICG, Sierra Leone: The State of Security and Governance, 2 september 2003.
19 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004
20 UNSC, 20Th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 23 december 2003.
21 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.16; UNSC, 18th report of the Secretary- General on UNAMSIL, 23 juni 2003.

22 IRIN, 28 maart 2003.

---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Het herstel van overheidsgezag in het land
Herstel van het overheidsgezag was één van de speerpunten van de National Recovery Strategy van de Sierra Leoonse overheid en was tevens een ijkpunt voor de uitfasering van UNAMSIL. Bij de National Recovery Committee, waren, de Verenigde Naties en NGO's betrokken. In de meeste districten waren District Recovery Committees werkzaam.23
Eind 2002 had de regering van Sierra Leone zijn autoriteit over het gehele land hersteld. Alle delen van het land waren weer toegankelijk. De belangrijkste ambtenaren waren weer aan het werk gegaan in de districten. Zij kampten echter nog steeds met een gebrek aan kennis en kunde, aan infrastructurele voorzieningen en logistieke middelen24
De presidents- en parlementsverkiezingen van 14 mei 2002 Na enkele malen te zijn uitgesteld, vonden de presidents- en parlementsverkiezingen plaats op 14 mei 2002. Op 19 mei werd president Ahmed Tejan Kabbah (Sierra Leone People's Party - SLPP), die 70% van de stemmen behaalde bij een opkomst van 81% van de geregistreerde stemgerechtigden, als president ingezworen voor een tweede termijn van vijf jaar. De tweede partij in het land, de All People's Congress (APC), behaalde 22,5% van de stemmen. De verkiezingen verliepen volgens waarnemers eerlijk en vreedzaam. In het huidige (nieuwe) parlementaire systeem heeft de SLPP 83 zetels, de APC 27 en de Peace and Liberation Party van voormalige AFRC-leider Johnny Paul Koroma twee zetels. Het leger stemde grotendeels op Koroma. De Revolutionary United Front Party (RUFP), de op grond van het akkoord van Abuja door het RUF gevormde politieke partij, slaagde er niet in een parlementszetel te veroveren. Paolo (Pallo) Bangura, de presidentskandidaat25 van de RUFP, trok zich in juli 2002 terug uit de RUFP. De RUFP is geen politieke macht van betekenis meer. Lokale verkiezingen uitgesteld tot mei 2004
De gemeentelijke en districtsverkiezingen die gepland stonden voor november 2003 werden uitgesteld tot mei 200426 om de overheid meer tijd te geven om de kiesdistricten te verifiëren en de kiezersregistratie bij te werken (zie verder 2.2.).
23 UNSC, 17th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 17 maart 2003.
24 US DoS, Country Report on Human Rights Practices- 2002 ­ Sierra Leone, 31 maart 2003; UK Foreign and Commonwealth Office, Sierra Leone Country Profile, 16 oktober 2002; UNSC, 17th report of the SG on UNAMSIL, 17 maart 2003; UNAMSIL, Progress Report, 16 april 2003; UNHCHR, Situation of human rights in Sierra Leone, 25 april 2003; IRIN, 31 oktober 2002.

25 Sankoh kon geen presidentskandidaat zijn voor de RUFP. Omdat hij nog gevangen zat, kon hij zich niet als kiezer laten registreren, waardoor hij niet-verkiesbaar was.
26 EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2003; 20th report of the SG on UNAMSIL, 23 december 2003.
10

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Het Speciale Strafhof voor oorlogsmisdaden
Op 16 januari 2002 tekenden de VN en de Sierra Leoonse regering een overeenkomst inzake de oprichting van het Speciale Strafhof voor Sierra Leone.27 Het Hof zou alleen de `meest verantwoordelijke personen' berechten voor de ernstigste oorlogsmisdaden begaan tijdens de burgeroorlog.28 Waar nodig zou lokaal recht worden toegevoegd aan internationaal recht. Alleen misdaden van na november 1996 (vredesakkoord van Abidjan) zouden worden berecht. Op 19 april 2002 werd David Crane, een Amerikaans jurist, benoemd tot hoofdaanklager van het Speciale Strafhof. Tevens werd de Brit Robin Vincent benoemd tot griffier.29 In december 2002 werden de acht rechters ingezworen. De Britse rechter Geoffrey Robertson is gekozen tot voorzitter van de rechters. Eind september 2003 had het Speciale Strafhof in totaal dertien personen aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en andere ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht. De aanklachten betroffen onder andere moord, verkrachting, uitroeiing, terreuracties, onderwerping, plundering en brandstichting, seksuele slavernij, rekrutering van kinderen en aanvallen op UNAMSIL vredestroepen en humanitaire hulpverleners.30 De aangeklaagden zijn afkomstig van de verschillende strijdende partijen. Schijn van partijdigheid van het Speciale Strafhof wordt hiermee vermeden.31
De dertien aangeklaagden waren:

· Foday Sankoh (voormalig RUF-leider), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Issa Hassan Sesay (voormalig RUF-leider), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Alex Tamba Brima (voormalig onderofficier van de AFRC, één van de leiders van de aanval op Freetown in januari 1999), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Morris Kallon (voormalig RUF-lid met een leidende functie), aangeklaagd op 3 maart 2003;

· Johnny Paul Koroma (voormalig leider van het AFRC, in mei 2002 in het parlement gekozen), aangeklaagd op 3 maart 2003;
· Sam Bockarie (bijnaam "Mosquito", RUF-commandant), aangeklaagd op 3 maart 2003;

· Samuel Hinga Norman (minister van Binnenlandse Zaken, voormalig nationaal coördinator van de CFD), aangeklaagd op 3 maart 2003;
27 De website van het Speciale Strafhof is www.sc-sl.org.
28 VN-bronnen suggereren dat slechts twintig tot 25 personen berecht zullen worden. Daar dit min of meer het aantal RUF-leiders is dat gevangen zit in Freetown, kan aldus de vrees van het RUF, dat het hof eenzijdig tegen het RUF is gericht, worden versterkt.
29 Reuters, 19 april 2002

30 De volledige aanklachten zijn te vinden op www.sc-sl.org onder press & public affairs.
31 UNSC, 18Th report of the SG on UNAMSIL, 23 juni 2003.
---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005


· Augustine Gbao, een voormalig RUF-commandant, werd door het Speciale Strafhof als verdachte (en niet als aangeklaagde) in hechtenis genomen.32 Gbao werd op 16 april 2003 alsnog aangeklaagd.33
· Brima "Bazzy" Kamara (voormalig commandant van AFRC/ex-SLA en West Side Boys) werd in mei 2003 gearresteerd en door het Speciale Strafhof aangeklaagd.

· Moinima Fofana en Allieu Kondewa, beiden CDF/Kamajors, werden op 27 mei 2003 gearresteerd en eind juni 2003 aangeklaagd.34
· Charles Taylor, de (toenmalige) president van Liberia, werd op 7 maart 2004 aangeklaagd voor zijn rol bij het oorlogsgeweld in Sierra Leone door de bewapening van de rebellen te financieren in ruil voor diamanten.
· Santigie Kanu, een vooraanstaand lid van de AFRC, werd op 17 september 2003 aangeklaagd.35
Foday Sankoh overleed in de gevangenis op 29 juli 2003.36 Tegen Johnny Paul Koroma, Sam Bockarie en Charles Taylor37 werden internationale arrestatiebevelen uitgevaardigd.
Johnny Paul Koroma wist in januari 2003 aan arrestatie te ontkomen toen hij werd gezocht wegens een aanval op een militair complex in Wellington. Op 15 juni 2003 meldde het Speciale Strafhof dat het onbevestigde berichten had ontvangen dat Koroma in juni 2003 in Liberia om het leven zou zijn gekomen; mogelijk door de hand van legercommandanten van de Liberiaanse president Charles Taylor of door de Liberiaanse gewapende oppositiebeweging Liberians United For Reconciliation and Democracy (LURD).38
Ook Sam Bockarie zou zich in Liberia hebben bevonden en daarnaast ook banden hebben gehad met gewapende oppositiegroepen in Ivoorkust.39 Op 6 mei 2003 meldde de Liberiaanse regering dat Bockarie bij een vuurgevecht met Liberiaanse regeringssoldaten om het leven zou zijn gekomen toen hij met bewapende lijfwachten de grens overstak en illegaal vanuit Ivoorkust Liberia binnenkwam.40
32 Amnesty International, First indictments before the Special Court for Sierra Leone, AFR 51/001/2003, 2 april 2003; www. sc-sl.org.
33 www.sc-sl.org.

34 www.sc-sl.org; OCHA, Sierra Leone Humanitarian Situation Report May 2003, 31 mei 2003; IRIN, 29 mei 2003; Reuters, 29 mei 2003; AFP, 30 mei 2003; Reuters, 27 juni 2003; IRIN, 27 juni 2003.

35 IRIN, 17 september 2003.

36 IRIN, 30 juli 2003; Reuters, 30 juli 2003; UNSC, 19th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.

37 EIU, Country Profile, 2003.

38 Zie verder 2.3 militaire ontwikkelingen en veiligheidssituatie ­ de AFRC.
39 Amnesty International, AFR 51/001/2003, 2 april 2003.
40 AFP/ANP 6 mei 2003; AFP, 7 mei 2003. 12

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

De omstandigheden rondom de (veronderstelde) dood van Bockarie blijven echter onduidelijk. Begin juni 2003 werd het lichaam van Bockarie door Liberia overgedragen aan Sierra Leone. Forensisch onderzoek moet de identiteit en doodsoorzaak uitwijzen.41
De president van Liberia, Charles Taylor, die op 4 juni 2003 werd aangeklaagd voor zijn aandeel in de burgeroorlog in Sierra Leone, trad op 11 augustus 2003 af als president van Liberia en geniet sindsdien asiel in Nigeria, buiten het bereik van het Speciale Strafhof. Het Strafhof heeft een internationaal arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd. 42 De voormalige regering van Liberia spande in augustus 2003 bij het Internationaal Gerechtshof een kort geding aan tegen de aanklacht van het Speciale Strafhof van Sierra Leone. 43 Het Internationaal Gerechtshof verklaarde het kort geding niet-ontvankelijk, omdat Sierra Leone geen partij is bij het Hof in Den Haag44.
De gedetineerden werden aanvankelijk ondergebracht in een daarvoor gerenoveerd cellencomplex op het voor de kust gelegen eiland Bonthe, maar werden op 10 augustus 2003 overgebracht naar de permanente locatie van het Speciale Strafhof in Freetown. Ook Kanu wordt op deze locatie vastgehouden.45 De Waarheids- en Verzoeningscommissie46
Naast het Speciale Strafhof werd ook een Waarheids- en Verzoeningscommissie (Truth and Reconciliation Commission) werkzaam, waar plegers van gewelddaden, die niet in aanmerking kwamen voor het Speciale Strafhof, hun misdaden konden opbiechten en waar slachtoffers konden getuigen. De Waarheids- en Verzoeningscommissie, die onderdeel was van de afspraken gemaakt in het vredesakkoord van Lomé van juli 1999, had als doel een onpartijdig verslag te maken van de jaren van burgeroorlog en verzoening te bevorderen.
Van december 2002 tot april 2003 verzamelde de Waarheids- en Verzoeningscommissie bijna 8.000 getuigenverklaringen. De openbare hoorzittingen vonden plaats van 14 april 2003 tot 6 augustus 2003.47
41 OCHA, Sierra Leone Humanitarian Situation Report May 2003, 31 mei 2003; AFP, 1 juni 2003; BBC News, 1 juni 2003; IRIN, 2 juni 2003.
42 IRIN, 17 september 2003.

43 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
44 ANP, Wladimiroff wil kort geding tegen aanklacht Taylor, 6 augustus 2003 en International Court of Justice Press Release, 5 augustus 2003; UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.

45 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003, par. 42; IRIN, 17 september 2003.

46 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van de Waarheids- en Verzoeningscommissie het algemeen ambtsbericht Sierra Leone van maart 2004. 13

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Volgens de uitvoerend secretaris van de Commissie, Franklyn B. Kargbo, was het animo onder de bevolking om gehoord te worden overweldigend.48 Als laatste getuige werd op 5 augustus 2003 president Kabbah gehoord, die de activiteiten van de commissie prees.49
Diamanten
In het oosten en het noorden van het land bevinden zich de belangrijkste diamantmijnen. Hier bevinden zich niet alleen de belangrijkste centra van diamanthandel, maar ook van diamantsmokkel. In de loop van 2000 werden de handel en smokkel in diamanten meer en meer beschouwd als de sleutel tot het slepende conflict in Sierra Leone. Op 5 juli 2000 aanvaardde de Veiligheidsraad resolutie 1306 inzake diamanten en wapens en in het bijzonder inzake sancties op illegale handel in diamanten en wapens uit of naar Sierra Leone. De resolutie verbood de directe of indirecte import van ongecertificeerde diamanten uit Sierra Leone, en vroeg de regering van Sierra Leone een systeem op te zetten waarmee de herkomst van de diamanten kon worden aangetoond. De resolutie beoogde de illegale handel in wapens en diamanten tussen de Liberiaanse regering en het RUF tot staan te brengen. In juni 2003 hief de VN Veiligheidsraad het verbod op de handel in ruwe diamanten uit Sierra Leone op. De Veiligheidsraad was van mening dat de regering voldoende mechanismen had ingesteld om de herkomst van diamanten te controleren en ze van certificaten te voorzien.50 2.1.3 Staatsinrichting
Inleiding
Sierra Leone is een constitutionele republiek. De grondwet dateert uit 1991 en voorziet in scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Hieronder volgen de relevante bepalingen.


47 UNGA, Report of the Office of the UNHCHR on the human rights situation in Sierra Leone, 18 september 2003; OCHA, Humanitarian Situation Report, 30 april 2003; UNSC, 16Th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 24 december 2002; UNHCHR, Situation of Human Rights in Sierra Leone, 26 februari 2003; IRIN, 16 april 2003; Trouw, 1 mei 2003.
48 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003; UNGA, 18 september 2003.
49 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
50 UNSC, Press statement on Sierra Leone diamond embargo by Security Council President, 5 juni 2003; Reuters 4 juni 2003; AFP 6 juni 2003. 14

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Uitvoerende macht
Aan het hoofd van de uitvoerende macht staat de president, die staatshoofd, regeringsleider en opperbevelhebber van het leger is. De president benoemt een kabinet van ministers; het parlement moet de benoeming van dit kabinet bekrachtigen. De president wordt door middel van algemene verkiezingen gekozen voor een periode van vijf jaar en is één maal herkiesbaar. De meest recente presidentsverkiezingen zijn gehouden op 14 mei 2002 (zie paragraaf 2.1.2.). Wetgevende macht
De wetgevende macht is in handen van een, eveneens voor een termijn van vijf jaar door middel van algemene verkiezingen gekozen, volksvertegenwoordiging, die bestaat uit 124 leden, 112 rechtstreeks gekozenen en twaalf stamhoofden (paramount chiefs) als vertegenwoordigers van de provincies.51 Er bestaat vrijheid met betrekking tot het oprichten van politieke partijen. In het Sierra Leoonse parlement zijn meerdere partijen vertegenwoordigd. De grondwet schrijft een meerpartijenregering voor. Het is leden van het parlement niet toegestaan tegelijkertijd zitting te nemen in de regering. De meest recente parlementsverkiezingen zijn gehouden op 14 mei 2002 (zie paragraaf 2.1.2.). Rechterlijke macht
De grondwet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht. Het rechtssysteem is gebaseerd op het Britse model en bestaat uit een Supreme Court, een Court of Appeal, een High Court of Justice en Magistrates Courts. Aan het hoofd van de rechterlijke macht staat de Chief Justice. Buiten deze formele structuur wordt er op lokaal niveau recht gesproken door gekozen leiders die lokale rechtscolleges voorzitten en op basis van traditioneel recht (tribal law) recht spreken in civiele zaken. Deze lokale rechtscolleges, met leken-rechters, zijn vaak de enige juridische instellingen in de landelijke gebieden.52 Het islamitische recht, dat onder het traditionele recht valt, is van toepassing op familierechtelijke aangelegenheden in de moslimgemeenschap van Sierra Leone.53
Met het oog op de rechtsgang aangaande ernstige schendingen van mensenrechten in de afgelopen periode van burgeroorlog, zijn twee mechanismen in werking, naast het reguliere rechtssysteem: het Speciale Strafhof, en de waarheids- en verzoeningscommissie54.

51 Op 31 januari 2002 werd de herziene kieswet aangenomen waarbij het aantal parlementszetels werd uitgebreid van 80 naar 124. Tevens werd in de nieuwe kieswet vastgelegd dat het kiesstelsel zou worden omgevormd tot een districtenstelsel. Elk van de veertien districten kreeg acht zetels toegewezen. EIU, Country Profile, 2003.
52 U.K. Home Office: Sierra Leone Assessment, April 2000; US DoS, Country Report on human rights practices ­ 2004 ­ Sierra Leone, 28 februari 2005.
53 HRW, We'll kill you if you cry, januari 2002.
54 Zie paragraaf 2.2. voor ontwikkelingen ten aanzien van het Speciale Strafhof en de Waarheids- en Verzoeningscomissie. 15

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

2.2 Politieke ontwikkelingen
In dit hoofdstuk komen de politieke ontwikkelingen sinds maart 2004 aan de orde. Aandacht zal besteed worden aan herstel van het overheidsgezag in het land, de lokale verkiezingen van mei 2004, corruptie, diamanten, de reïntegratie van ex- strijders, de waarheids- en verzoeningscommissie, het Speciale Strafhof en de regionale aspecten.
Herstel en consolidatie van het overheidsgezag Herstel en consolidatie van het overheidsgezag is één van de speerpunten van de National Recovery Strategy van de Sierra Leoonse overheid en is tevens een ijkpunt voor de uitfasering van UNAMSIL.55 Inmiddels heeft de regering van Sierra Leone haar autoriteit over het gehele land hersteld, inclusief de diamantgebieden. Alle delen van het land zijn toegankelijk. Regeringsambtenaren zijn weer aan het werk in alle 12 administratieve districten van Sierra Leone. De stamhoofden (paramount chiefs) zijn allen teruggekeerd naar hun chiefdoms.56
De lokale gemeenteraden, gekozen bij de lokale verkiezingen op 22 mei 2004 (zie hieronder), worden in hun functioneren belemmerd door financiële gebreken en slechte infrastructuur57 en onkunde, bij zowel de bestuurders als de bevolking, over wat hun taak is. De onkunde wordt veroorzaakt door het feit dat het land ruim 30 jaar geen lokaal bestuur heeft gekend. Daarnaast heeft de bevolking vooralsnog weinig vertrouwen in het lokale bestuur, omdat men vreest voor corruptie. Lokale verkiezingen
Eén van de aspecten van de consolidatie van het overheidsgezag is de bevordering van decentralisatie. Op 22 mei 2004 vonden de eerste lokale verkiezingen in 32 jaar plaats58. 2,27 miljoen kiezers hadden zich geregistreerd. De opkomst was 40%. Rond de 450 lokale bestuurders59 werden gekozen in tussen de 300 en 400 wards.60 61

55 Zie voor UNAMSIL verder paragraaf 2.3.
56 UNSC, 21th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 19 maart 2004.
57 UNSC, 23th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 9 september 2004.
58 In 6 wards werden de verkiezingen pas op 5 juni 2004 gehouden. In 8 wards moesten de verkiezingen van de kiescommissie op 8 juli 2004 worden overgedaan.
59 Het aantal varieert tussen de verschillende bronnen. Zo spreekt de Secretaris-Genreaal van de VN over 475 `councillors' (UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004) en de EIU over 456 (EIU, Sierra Leone Country Report, september 2004).
60 Een ward bestaat uit 16 tot 30 dorpen. Het precieze aantal wards is niet bekend. Zo spreekt de Secretaris-generaal van de VN over 394 wards (UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004) en het US State Department over 311 (US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.1). 16

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

De APC behaalde een grote overwinning in Freetown en haalde ook elders goede resultaten. De regeringspartij SLPP won in het zuiden en oosten, de traditionele bolwerken van de partij. In het noordelijke district Kambia, een traditioneel bolwerk van de APC, gingen de SLPP en APC nek-aan-nek. SLPP verloor in Western District aan APC.62
Daarnaast werden 27 onafhankelijke kandidaten gekozen.63 Van de 107 vrouwelijke kandidaten werden 54 verkozen.64
Bij de verkiezingen vonden geen gewelddadigheden plaats. De oppositie was het echter niet eens met de conclusie van de regering-Kabbah dat sprake was van eerlijke en vrije verkiezingen.65 Volgens de oppositie was sprake van slechte organisatie en andere onregelmatigheden.66 Wel waren er meldingen dat onafhankelijke kandidaten werden geïntimideerd. Als gevolg daarvan hebben sommige onafhankelijke kandidaten zich alsnog bij de SLPP en APC aangesloten en hebben anderen zich teruggetrokken.
Hoewel de verkiezingen in eerste instantie vrij en eerlijk werden genoemd, is na onderzoek67 gebleken dat toch sprake was van fraude in de vorm van ballot stuffing, waarbij de opkomst in verschillende stemlokalen de 100% oversteeg.68 Daar beide partijen van de fraude hebben geprofiteerd, is het onwaarschijnlijk dat het de uitslag ingrijpend heeft beïnvloed.
Volkstelling
In december 2004 werd een volkstelling gehouden in het hele land met het oog op de presidentsverkiezingen in 2007. Op 4 februari 2005 werden de resultaten69 bekendgemaakt.70 Er zijn echter berichten dat de volkstelling niet goed zou zijn


61 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years marred by low turn out, 24 mei 2004.
62 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, september 2004, p.11-12; ICG, 8 september 2004, p.18; IRIN, First local polls in 32 years marred by low turn out, 24 mei 2004.
63 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years marred by low turn out, 24 mei 2004.
64 UNGA, Report of the UNHCHR on assistance to Sierra Leone in the field of Human Rights, 9 september 2004, p.10, par.34.
65 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years marred by low turn out, 24 mei 2004.
66 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; IRIN, First local polls in 32 years marred by low turn out, 24 mei 2004; EIU, Sierra Leone Country Report, september 2004, p.12.

67 De resultaten van de onderzoeken zijn nog niet gepubliceerd.
68 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.1.
69 In Freetown zouden 800.000 mesnen wonen; in Sierra Leone in totaal 4,9 miljoen.
70 www.allafrica.com: Kabbah launches census results, 4 februari 2005. 17

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

uitgevoerd en dus onbetrouwbaar is. Zo zijn er berichten dat hele dorpen71 en buurten in Freetown niet zijn meegeteld en dat de aantallen mensen, met name op het platteland, juist zijn aangedikt. Met name de SLPP zou hebben geprofiteerd van de verkeerde tellingen. Aangezien de uitkomst van de volkstelling als basis wordt gebruikt voor de verkiezingen in 2007, hebben de belangrijkste partijen baat bij het opblazen van het aantal stemgerechtigden in `hun' districten. Corruptie
Corruptie vormt een groot probleem bij de wederopbouw van het land. Het komt sinds jaar en dag op grote schaal en in alle geledingen voor, ook in het justitiële apparaat.
In juli 2001 begon de Anti-Corruption Commission (ACC)72 met zijn werkzaamheden, namelijk het onderzoeken van mogelijke gevallen van corruptie en het nemen van stappen om corruptie uit te bannen73. De Commissaris en plaatsvervangend commissaris worden aangesteld door de regering74. De ACC kan onafhankelijk onderzoek doen naar vermeende corruptie. De ACC kan echter niet zelf beslissen tegen wie vervolging wordt ingesteld. Dat wordt besloten door de procureur-generaal die tegelijkertijd de minister van Justitie is75. Hierdoor wordt het werk van de ACC bemoeilijkt.76 Vooral ook omdat de procureur-generaal vervolging kan saboteren door dossiers als onvoldoende onderbouwd te bestempelen.
De regering lijkt de strijd tegen corruptie te steunen, zolang geen ministers van corruptie worden beschuldigd. Dat neemt niet weg dat de ACC onderzoek doet naar vermeende corruptie van ministers en een aantal ministers heeft aangehouden (zie onder). De ACC heeft in haar bestaan echter maar weinig mensen veroordeeld gekregen voor corruptie en is onderhevig aan politieke inmenging. Het aantal bij ACC gerapporteerde zaken is afgenomen. Dit duidt op een gebrek aan vertrouwen dat de ACC iets kan doen aan corruptie.77
Eind 2004 deed de ACC onderzoek in 135 corruptiezaken, en had zes hogere ambtenaren aangeklaagd.78

71 www.allafrica.com: Census leaves 3 villages uncounted, 22 februari 2005.
72 De ACC werd in het leven geroepen met de Anti-Corruption Act 2000, Part II art 2, en ging in juli 2001 van start: ACC: Annual Report 2001.
73 Anti-Corruption Act, Part III, art. 5.
74 Anti-Corruption Act 2000, Part II art 2.
75 Anti-Corruption Act 2000, Part VI.
76 www.allafrica.com: Attorney General frustrates Anti-Corruption, 14 februari 2005.
77 EIU, Sierra Leone Country Report, juni 2004, p.12; HRW, Security Council Trip to West Africa, 9 juni 2004.

78 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005. 18

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Op 7 februari 2005 werd minister Okere Adams van Marine Resources door de ACC aangehouden. De minister zou onder meer aankoop-procedures hebben geschonden.79
De ACC doet onderzoek naar de vermeende corruptie in de naaste omgeving van vice-president Solomon Berewa. Berewa is kandidaat voor de presidentsverkiezingen in 2007 en voert sinds oktober 2003 campagne. Voor deze verkiezingscampagne zou Berewa illegale fondsen ontvangen van een handelaar in buitenlandse valuta die in het verleden banden zou hebben gehad met de AFRC.80 Voormalig minister Momoh Pujeh van Transport and Communication, die gevangen zat wegens corruptie, is in hoger beroep vrijgesproken.81 Op 15 februari 2005 werd de National Anti-Corruption Strategy gepresenteerd. De strategie is de uitkomst van een tweedaagse nationale conferentie, die begin februari 2005 plaatsvond. De strategie biedt een referentiekader voor de corruptiebestrijding en bevat strategische actieplannen bedoeld om de nationale corruptiebestrijding beter te coördineren.82 Het document beoogt de bevolking meer te betrekken bij de corruptiebestrijding.
Diamanten
De regering heeft zijn controle over de diamantwinning gedurende de verslagperiode weten te vergroten. In december 2003 keurde de regering een nieuw beleid ten aanzien van de winning van mineralen goed. Dit beleid beoogt een juridisch, fiscaal en institutioneel kader te scheppen voor de ontwikkeling van de minerale rijkdom van het land en poogt financiering van conflicten met de opbrengst van illegale mijnactiviteiten te voorkomen.83 Daarnaast is de Minerals Act uit 1994 geamendeerd, waardoor hogere straffen kunnen worden opgelegd voor illegaal bezit en smokkel van diamanten.84 Ondanks de positieve stappen gericht op regulering en hervorming van de diamantsector, vindt illegale diamantwinning en ­handel echter nog steeds plaats. Circa 50% van de diamantwinning geschiedt zonder vergunning van de overheid.85
79 www.allafrica.com: Anti-Corruption arrests Okere Adams, 8 februari 2005.
80 EIU, Sierra Leone Country Report, juni 2004, p.13
81 EIU, Sierra Leone Country Report, maart 2004, p.12.
82 ACC, National Anti-Corruption Strategy, 15 februari 2005; www.allafrica.com: Kabbah to launch National Anti-Corruption Strategy, 11 februari 2005.
83 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
84 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
85 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
19

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Reïntegratie van ex-strijders
Het DDR-programma werd op 31 maart 2004 officieel beëindigd. De laatste 2.800 ex-strijders ontvingen in juli 2004 hun demobilisatievergoeding. In totaal hebben circa 54.000 ex-strijders een demobilisatievergoeding ontvangen in de afgelopen 4 jaar.86
Nu het DDR-programma in Sierra Leone formeel is beëindigd, dient de aandacht gericht te worden op ex-strijders die vanuit Liberia en Ivoorkust terugkeren naar Sierra Leone. Naar schatting bevinden zich tussen 500 en 800 Sierra Leoonse strijders in Ivoorkust en tussen 500 en 3.000 in Liberia. De terugkeer van ex- strijders uit Liberia en Ivoorkust buiten officiële reïntegratieprogramma's zou van invloed kunnen zijn op de stabiliteit van Sierra Leone. De terugkeer van Sierra Leoonse ex-strijders uit Liberia wordt voorbereid door UNAMSIL, UNDP en de Sierra Leoonse regering. Deze ex-strijders zullen voor terugkeer naar Sierra Leone in Liberia worden ontwapend en gedemobiliseerd.87 Wanneer ze naar Sierra Leone zullen terugkeren is nog niet bekend.
In opvangkampen in Sierra Leone bevinden zich naar schatting 450 buitenlandse strijders. Begin oktober 2004 werden gesprekken gevoerd met Liberia over de repatriëring van 435 Liberiaanse ex-strijders naar Liberia. Begin april 2005 is een begin gemaakt met de terugkeer van de Liberiaanse ex-strijders naar Liberia. Voorafgaand aan hun terugkeer naar Liberia kregen ze vaardighedentrainingen in Sierra Leone.88
Waarheids- en Verzoeningscommissie
Op 5 oktober 2004 presenteerde de Waarheids- en Verzoeningscommissie de eindrapportage aan president Kabbah. 89 Sindsdien zijn echter alleen de officiële samenvatting en de aanbevelingen openbaar gemaakt. De eindrapportage geeft een overzicht van de oorzaken van het conflict en bevat aanbevelingen aan de regering van Sierra Leone gericht op herstel en verzoening. De eindrapportage beslaat
1.500 pagina's en 3.500 pagina's met afschriften van getuigenissen.90
86 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
87 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 10 december 2004.
88 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; Standard Times, Liberian ex-combatants return home, 6 april 2005, op: www.allafrica.com.

89 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op www.ictj.org; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p. 13-14.
90 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op www.ictj.org; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p. 13-14. 20

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

De belangrijkste conclusies van de Waarheids- en Verzoeningscommisie zijn de volgende:

· De oorzaak van de burgeroorlog is gelegen in jaren van slecht bestuur, wijdverbreide corruptie en de schending van mensenrechten. De illegale diamantwinning stimuleerde het voortduren van de strijd.
· Het leiderschap van de RUF, de AFRC, de SLA en de CDF waren alle verantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen tegen burgers, zowel door het autoriseren als het niet tegenhouden ervan.
· De RUF is verantwoordelijk voor het grootste aantal mensenrechtenschendingen begaan tijdens het conflict (60,5%), gevolgd door de AFRC (9,8%), SLA (6,8%) en CDF (6%).

· De meest voorkomende schendingen waren gedwongen verplaatsing, ontvoering, willekeurige detentie en moord.
De aanbevelingen van de Commissie betreffen met name de verbetering van de mensenrechtensituatie, het verstevigen van de rechtsstaat en het versterken van de nationale veiligheid.
Er is ook een kinderversie van de eindrapportage91. De regering bereidt een White Paper voor, dat de reactie op de aanbevelingen van de Commissie zal weergeven. Onduidelijk is in hoeverre de regering de wil heeft de aanbevelingen van de Commissie op te volgen. De National Human Rights Commission (zie 3.2.) zal mogelijk aangewezen worden als Follow-Up Committee van de Commissie, die verantwoordelijk is voor de implementatie van de aanbevelingen.
Het Speciale Strafhof
Op 31 mei 2004 oordeelde het Speciale Strafhof dat de voormalige Liberiaanse president Charles Taylor niet immuun was voor strafvervolging door het Speciale Strafhof. Het argument dat hij immuniteit geniet omdat hij ten tijde van de aanklacht staatshoofd was, werd door het hof afgewezen.92 De negen door het Speciale Strafhof aangeklaagden die ook daadwerkelijk gevangen zitten (zie paragraaf 2.1.2.) worden in drie groepen van drie berecht, zodat leden van dezelfde groepering tegelijkertijd voor de rechter verschijnen.93

Op 3 juni 2004 begonnen de rechtszaken tegen de drie aangeklaagde CDF-leden, onder wie voormalig minister van Binnenlandse Zaken Samuel Hinga Norman. Op 5 juli 2004 begonnen de rechtszaken tegen de drie gedetineerde RUF-leden
91 De kinderversie van het eindrapport is verkrijgbaar via UNICEF.
92 HRW, Security Council Trip to West Africa, 9 juni 2004.
93 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.14. 21

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

(Sesay, Morris Kallon en Augustine Gbao). De rechtzaken tegen de CDF en het RUF worden per maand afgewisseld. Er zijn geen aanwijzingen voor publieke onrust in reactie op de rechtszaken.94
Op 7 maart 2005 begonnen ten slotte de rechtzaken tegen de drie aangeklaagde AFRC-leden.95
Begin maart 2005 maakte hoofdaanklager David Crane bekend in juli 2005 wegens familieomstandigheden te zullen vertrekken.96 Relatie met de buurlanden97
Medio februari 2005 vond een bijeenkomst plaats van alle VN missies in West Afrika. Naast harmonisering van de activiteiten van de verschillende missies (UNOWA in Senegal, UNMIL in Liberia, UNOCI in Ivoorkust en UNOGBIS in Guinee-Bissau), beoogt de VN te komen tot een regionale aanpak van de grensoverschrijdende conflicten in de regio.98

· Guinee
De relatie tussen Sierra Leone en Guinee is goed, met uitzondering van een geschil over Yenga, in Kissi Teng, in het district Kailahun, langs de oostelijke grens met Sierra Leone.99
In 1998 stuurde Guinee honderden troepen naar Yenga om de Sierra Leoonse regering te helpen in de strijd tegen de RUF-rebellen. Na het einde van de burgeroorlog vertrokken de Guinese soldaten echter niet uit Yenga en vielen daar, alsdus lokale bewoners, de lokale bevolking lastig. Mogelijk lag er een economische reden ten grondslag aan de bezetting door Guinee: Yenga ligt in de diamantgebieden van Sierra Leone.100
In maart 2003 liep de spanning tussen Sierra Leone en Guinee op, toen Guinee Guineërs naar Yenga begon over te brengen om er boerenbedrijven te beginnen.101 In maart 2003 werd een gezamenlijke Yenga Border Demarcation Committee
94 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SSG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNGA, 9 september 2004, par. 71; EIU, Country Report Sierra Leone, september 2004, p. 14; OCHA, Humanitarian situation report May/June 2004, 30 juni 2004; IRIN, First war crimes trial starts at UN-backed court, 4 juni 2004.
95 IRIN, Third war crimes trial starts, AFRC leaders in dock, 7 maart 2005.
96 IRIN, Special Court prosecutor steps down after three years in the job, 1 maart 2005; Nederlands Dagblad, Aanklager tribunaal Sierra Leone stapt op, 2 maart 2005.
97 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de eerdere ontwikkelingen het algemene ambtsbericht Sierra Leone van maart 2004.
98 UNSC, Report of the Secretary-General on inter-mission cooperation and possoble cross- border operations between UNAMSIL, UNMIL and UNOCI, 2 maart 2005.
99 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.3.
100 EIU, Country Report Guinea, september 2002; ICG, 2 september 2003.
101 ICG, 2 september 2003.

---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

aangesteld om de exacte grens vast te stellen.102 Begin september 2004 kwamen de presidenten Kabbah van Sierra Leone en Conté van Guinee tot overeenstemming dat Yenga bij Sierra Leone hoorde, waarbij zij zich baseerden op een verdrag tussen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk uit 1912. Desondanks was Guinee eind 2004 nog steeds aanwezig in Yenga en worden nog steeds meldingen ontvangen dat de lokale bevolking door de Guineers wordt lastiggevallen.103 Op 20 februari 2005 vond in Koindu een bijeenkomst plaats tussen de drie Mano River landen (Sierra Leone, Guinee en Liberia)104 om de situatie in Yenga te bespreken. Een dag ervoor, op 19 februari 2005 begon Guinee met de ontmanteling van de Guinese posities in Yenga.

· Ivoorkust
In Ivoorkust vond op 19 september 2002 een mislukte couppoging plaats. Dit bleek het startsein voor een burgeroorlog. Ondanks het sluiten van het akkoord van Linas-Marcoussis105 in Parijs in januari 2003, is het sinds de couppoging onrustig gebleven in het land. Begin november 2004 braken opnieuw onlusten uit omdat er sprake was van een impasse in de implementatie van het vredesakkoord. Een eventueel oplaaien van de burgeroorlog in Ivoorkust zou de stabiliteit van de hele regio verder in gevaar brengen. Directe gevolgen voor de relatie met Sierra Leone zijn echter niet te verwachten. In Sierra Leone bevinden zich vrijwel geen Ivoriaanse vluchtelingen.

· Mano River Union
De Mano River Union (MRU) werd in 1973 opgericht als een douane- en samenwerkingsovereenkomst tussen Guinee, Liberia en Sierra Leone, maar leidde sinds het begin van de jaren 1990 een slapend bestaan. Onder druk van de onrust in de regio en gestimuleerd door de internationale gemeenschap werd in 2001 een poging gedaan de MRU nieuw leven in te blazen. De laatste jaren leek de internationale gemeenschap echter meer op ECOWAS en de VN te vertrouwen om de regionale instabiliteit te beteugelen.
Op 20 mei 2004 vond in Conakry een top plaats van de presidenten van Sierra Leone, Guinee en Liberia. De presidenten Gbagbo van Ivoorkust en Toumani Touré van Mali waren als gasten aanwezig. Hiermee werd de MRU nieuw leven ingeblazen. De drie leiders committeerden zich aan het bevorderen van
102 ICG, 2 september 2003.

103 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; IRIN, Guinea hands back disputed border village, 7 september 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.15.
104 Zie hieronder voor informatie over de Mano River Union.
105 De tekst van het akkoord is op internet onder andere te vinden bij de website van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken www.france.diplomatie.fr. 23

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

vertrouwen, veiligheid en duurzame ontwikkeling in de subregio. De VN ziet de MRU als een belangrijke factor om samenwerking tussen de drie landen te bevorderen.106
2.3 Militaire ontwikkelingen en veiligheidssituatie In dit hoofdstuk worden de militaire ontwikkelingen en de veiligheidssituatie in Sierra Leone besproken en komen de groepen aan de orde die hierop van invloed (kunnen) zijn, te weten: UNAMSIL, het regeringsleger en de politie, de CDF/Kamajors, het RUF, de AFRC en de voormalige strijders en jongeren. Algemeen
Na de vreedzaam verlopen verkiezingen van mei 2002 en de acceptatie van het resultaat daarvan door alle politieke partijen is de situatie in Sierra Leone stabiel gebleven. De algemene veiligheidssituatie in Sierra Leone bleef gedurende de verslagperiode rustig.107 Het hele land is voor iedereen toegankelijk. De Sierra Leoonse autoriteiten hebben inmiddels de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in het hele land overgenomen van UNAMSIL. Alleen de beveiliging van het Speciale Strafhof valt nog onder UNAMSIL.
Ook de diamantgebieden zijn veilig.
Er hebben zich in de verslagperiode geen schermutselingen voorgedaan tussen de voormalige strijdende partijen in Sierra Leone. Leger en politie zijn in staat de (interne) vrede en veiligheid voldoende te garanderen . Alle 150 chiefdoms, inclusief het laatste chiefdom Kissi Tongi in het district Kailahun, zijn door de VN en de Sierra Leoonse overheid veilig verklaard voor hervestiging.108
Ook de grensgebieden met Liberia en Guinee zijn veilig, inclusief het gebied bij Yenga in het district Kailahun.
De stationering van UNMIL109 in Liberia heeft bijgedragen aan de verbetering van de veiligheidssituatie in de grensgebieden110, evenals de gezamenlijke
106 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, september 2004, p.17; UNSC, Progress report of the Secretary-General on ways to combat subregional and cross-border problems in West Africa, 11 februari 2005.
107 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.

108 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; OCHA, Humanitarian situation report March 2004, 13 april 2004. 24

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

grenspatrouilles van de Sierra Leoonse politie (Sierra Leone Police - SLP), het Sierra Leoonse leger (RSLAF) en UNAMSIL (Operation Blue Vigilance111)112. De veiligheidssituatie in de grensgebieden met Liberia moet echter nauwlettend in de gaten worden gehouden. Intensieve grenspatrouilles zijn noodzakelijk in de grensgebieden totdat de ontwapening, demobilisatie en reïntegratie in Liberia is voltooid.113 In de verslagperiode vonden geen grensoverschrijdende aanvallen meer plaats vanuit Liberia.114
Hoewel de veiligheidssituatie in Sierra Leone in de verslagperiode verbeterde, bestaan er nog aanzienlijke risico's voor de stabiliteit en veiligheid van het land. De belangrijkste bedreiging is de hoge werkloosheid onder de bevolking, met name de jeugd, gekoppeld aan frustratie over het functioneren van de overheid en woede over de aanhoudende corruptie. De woede en frustratie worden openlijk geventileerd: een populair lied van dit moment heet `Borbor Bele' en is een aanklacht tegen de corruptie binnen de regering.
De Waarheids- en Verzoeningscommissie concludeerde in haar eindrapportage115 dat veel van de oorzaken van de burgeroorlog nog onopgelost zijn en daarom een gevaar vormen voor de stabiliteit in het land. Globaal noemt de Commissie als oorzaken slecht bestuur, wijdverbreide corruptie en het niet respecteren van de mensenrechten (zie 2.2).116
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties wijst als belangrijkste factoren die de veiligheid van Sierra Leone bedreigen aan: grote werkloosheid onder jongeren, ontoereikende economische groei, stijgende prijzen van de eerste levensbehoeften en een slechts langzame verbetering van de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking. 117 Daarnaast vormen de uitfasering van UNAMSIL (zie


109 Op 19 september 2003 stemde de VN-Veiligheidsraad unaniem in met het zenden van een stabilisatiemacht naar Liberia: de United Nations Mission in Liberia (UNMIL). SC Resolutie 1509 (2003).

110 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; OCHA, Humanitarian situation report March 2004, 13 april 2004.
111 Operation Blue Vigilance werd in oktober 2003 door UNAMSIL gelanceerd omdat de SLP en de RSLAF nog niet in staat waren de veiligheid in de grensgebieden te bewaken. De operatie heeft als doelde veiligheid langs de grens met Liberia te vergroten en de infiltratie van Liberiaanse strijders in Sierra Leone te voorkomen.
112 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004.

113 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
114 OCHA, Humanitarian situation report March 2004, 13 april 2004.
115 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op www.ictj.org.

116 Reuters, Causes of Sierra Leone war still present ­ report, 6 oktober 2004.
117 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th Report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.
25

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

hieronder) en de uit Liberia terugkerende ex-strijders mogelijke veiligheidsrisico's (zie 2.2.).
Daarnaast zijn het zwakke rechtssysteem en straffeloosheid oorzaken van de burgeroorlog die nog niet zijn opgelost.118
UNAMSIL119
Het mandaat van UNAMSIL120 werd op 17 september 2004 verlengd tot eind juni 2005.121
Op 30 maart 2004122 besloot de VN Veiligheidsraad tot een aanpassing van schema voor de uitfasering van UNAMSIL, die in september 2002 van start was gegaan. De volledige terugtrekking van UNAMSIL werd uitgesteld omdat het leger en de politie nog niet in staat waren de veiligheid in het land te handhaven. Volgens het nieuwe schema werd UNAMSIL in december 2004 teruggebracht tot 4.000 troepen en 184 militaire waarnemers; tot 28 februari 2005 zal een verdere afname van de troepen plaatsvinden, namelijk tot 3.250 troepen en 141 militaire waarnemers. Vanaf februari 2005 en tot eind juni 2005 worden deze troepen gestationeerd op 11 locaties in het land en moeten die het leger en de politie ondersteunen.123
Gedurende de verslagperiode heeft UNAMSIL zich teruggetrokken uit de volgende gebieden. Eind mei 2004 droeg UNAMSIL de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in Sector Centre124 over aan de Sierra Leoonse autoriteiten.125 Op 4 augustus droeg UNAMSIL de verantwoordelijkheid over Eastern Province over aan de regering.126
Op 23 september 2004 droeg UNAMSIL de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in Western Area, inclusief de hoofdstad Freetown, over aan de regering van Sierra Leone.127

118 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2005, p.6.
119 Zie voor eerdere ontwikkelingen het algemene ambtsbericht Sierra Leone maart 2004.
120 Meer informatie over UNAMSIL is te vinden op www.un.org/dpts.dpko/missios/unamsil.
121 VN-Veiligheidsraadresolutie 1562 (17 september 2004).
122 VN-Veiligheidsraadresolutie 1537 (30 maart 2004).
123 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2004, p.15; IRIN, International Community needs to commit for long haul to stop return to war, 9 december 2004
124 Sector Centre omvat 90% van Southern en 70% van Northen Province. De overige delen van Sierra Leone vallen onder Sector West of Sector East. Welke gebieden deze sectoren precies beslaan is niet bekend.

125 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
126 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; ICG, Liberia and Sierra Leone: rebuilding failed states, 8 december 2004, p.16.
127 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; ICG, 8 december 2004, p.16. 26

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

De gebieden waaruit UNAMSIL zich heeft teruggetrokken zijn stabiel. De hoge werkloosheid onder jongeren en ex-strijders (zie hieronder) vormen echter een bedreiging van zowel de politieke stabiliteit als de veiligheidssituatie. Het regeringsleger
Het Sierra Leoonse leger heet sinds 1 april 2002 de Republic of Sierra Leone Armed Forces (RSLAF). Het regeringsleger is in het hele land gestationeerd en bestaat uit soldaten uit het oude regeringsleger en ex-rebellen van de CDF/Kamajors, het RUF en de AFRC128. Het leger heeft de verantwoordelijkheid voor de veiligheid volledig overgenomen van UNAMSIL. Herstructurering en training door het Britse International Military Advisory and Training Team (IMATT) zorgen ervoor dat de effectiviteit van het leger steeds beter wordt. Gebrek aan communicatieapparatuur en een slechte staat van de transportmiddelen, evenals gebrek aan accommodatie vormen echter nog een belemmering. Dit is met name in de grensgebieden, waar eenderde van het leger is gestationeerd, een probleem.129
Het leger kampt met slechte discipline en moraal.130 In het leger komt corruptie voor.131 Enkele onderdelen (sections) van het leger zouden Johnny Paul Koroma steunen, de voortvluchtige leider van de AFRC.132
Het leger voelt zich onderbedeeld ten opzichte van de politie. De politie zou beter materiaal en meer voertuigen hebben dan het leger. Daarbij komt dat de politie een deel van de oude legertaken heeft overgenomen, waardoor het leger wat betreft de binnenlandse veiligheid op de tweede plaats komt.
De relatie tussen leger en politie is een bron van zorg. Op hoog niveau is weliswaar voortgang geboekt bij de samenwerking, op lager niveau doen zich soms problemen voor. Voor de veiligheid van Sierra Leone is het van belang dat beide veiligheidsdiensten goed samenwerken en elkaar ondersteunen.133 In de tweede helft van 2004 is de relatie tussen leger en politie verbeterd. De leiding van zowel de politie als het leger heeft toegezegd de samenwerking tussen beide diensten te vergroten. Ook gezamenlijke operaties in de grensgebieden hebben
128 Zie par 3.4.4. voor aantallen soldaten afkomstig van respectievelijk het oude regeringsleger en de afzonderlijke voormalige rebellenbewegingen.
129 UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; ICG, 8 december 2004, p.16.

130 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
131 EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.12.
132 EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2004, p.16.
133 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004. 27

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

bijgedragen aan een betere samenwerking, met name op het gebied van tactische coördinatie.134
In 2007 moet het aantal manschappen van de RSLAF zijn teruggebracht van 14.000 tot 10.500. Vermindering van de troepen zou mogelijk zijn omdat de burgeroorlog is afgelopen. Met ingang van 1 januari 2005 is begonnen met een inkrimping van 1.000 militairen uit het leger.135
Een destabiliserende werking zou de inkrimping niet hebben, omdat de soldaten vrijwillig en met een gunstige financiële regeling vertrekken. Bovendien krijgen de vertrekkende soldaten trainingen aangeboden.
De politie
De Sierra Leone Police (SLP) heeft in de grotere steden in alle provincies en districten de verantwoordelijkheid voor veiligheid en wetshandhaving weer overgenomen. Uiteindelijk moeten politiefunctionarissen aanwezig zijn in alle 150 chiefdoms van Sierra Leone.136 De politie treedt gedisciplineerd op, al komen nog steeds meldingen binnen van afpersing door, omkoping en onprofessioneel gedrag van politie.137 Zo zou het mogelijk zijn vonnissen te `kopen' en werpen politieagenten soms wegblokkades op om passanten geld af te persen. Op deze manier proberen ze in hun levensonderhoud te voorzien wanneer de uitbetaling van hun salarissen uitblijft.
De politie is volgens UNAMSIL, de regering en de Britten nog niet in staat effectief op te treden in het geval van grote oproeren, met name in Freetown en in de diamantgebieden. In deze laatste gebieden bevinden zich veel werkloze jongeren en ex-strijders.138
Gebrekkige infrastructuur, met name het gebrek aan accommodatie en politiebureaus, verhindert de versterking van de politie in de strategische gebieden, met name in het oosten van het land. Veel aandacht van UNAMSIL gaat daarom uit naar de bouw van extra politiestations en barakken. 139
134 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004.

135 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004. Zie ook paragraaf 3.4.4.

136 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
137 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; HRW, Security Council trip to West Africa, 9 juni 2004.

138 UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.12.
139 UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 23Th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; www.allafrica.com: Operation Pebu ends in Moyamba, 24 februari 2005..
28

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Eveneens gaat veel aandacht uit naar de rekrutering en training van politieagenten. De omvang van het korps moet tussen 2003 en 2005 worden vergroot van de huidige 6.241 naar 9.500 man. Dit doel zal pas medio 2005 worden bereikt. Medio december 2004 telde het korps in totaal 8.125 man.140 De SLP wordt getraind door de Britten en UNAMSIL. De politieschool heeft nog onvoldoende capaciteit: het ontbreekt aan meubilair en andere basis materieel. In Bo, Makeni en Kenema zijn drie regionale trainingscentra geopend, die eveneens gebrek hebben aan materieel. Op andere plaatsen in het land is de bouw van trainingscentra nog niet voltooid, hetgeen vertraging veroorzaakt in de plaatsing van politie in die gebieden.141 De Civil Defence Forces (CDF)/ Kamajors
Hoewel de CDF officieel in april 2002 werden ontbonden, zijn de CDF in de praktijk nog niet volledig ontwapend en ontbonden. In die gebieden waar veel ex- CDF strijders aanwezig zijn, heerst weerstand tegen de aanwezigheid van leger en politie.142
Binnen de CDF opererende Kamajors zijn veelal teruggekeerd naar hun woongebieden. De traditionele structuren van de Kamajors zijn over het algemeen nog intact. Zij beschikken nog slechts over hun jachtgeweren, nadat zij hun andere (moderne) wapens hebben ingeleverd.143
De vroegere leider van de CDF, tevens voormalig onderminister van Defensie en vervolgens minister van Binnenlandse Zaken, Hinga Norman, is door het Speciale Strafhof aangeklaagd en bevindt zich in detentie. Sinds de aanklacht doen geruchten de ronde over mobilisatie van de Kamajors.144 De arrestatie van Hinga Norman had tot boosheid geleid onder de CDF-leden.145 De start van zijn berechting voor het Speciale Strafhof in juni 2004 heeft echter niet geleid tot de gevreesde onlusten.
Het RUF
Het Revolutionary United Front (RUF) is geen militaire of politieke macht van betekenis meer.146 De leiders van de beweging zijn gedetineerd of vermoord. RUF-leider Foday Sankoh werd aangeklaagd door het Speciale Strafhof. Op 29 juli 2003 is hij in detentie overleden.147 Ook Issa Sesay is aangeklaagd door het
140 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004.
141 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.

142 ICG, 2 september 2003.

143 ICG, 2 september 2003.

144 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
145 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.6.
146 US DoS, Country Report on human rights practices ­ 2003 ­ Sierra Leone, 25 februari 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, september 2003.
147 IRIN, 30 juli 2003; Reuters, 30 juli 2003. 29

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Speciale Strafhof. Hij bevindt zich in detentie. Sam Bockarie is ook aangeklaagd, maar hij is (naar verluidt met zijn directe familie) naar alle waarschijnlijkheid in mei 2003 in Liberia vermoord.148 De vervolging van de RUF-leiders door het Speciale Strafhof heeft niet geleid tot noemenswaardige onrust onder de ex-RUF- rebellen149.
De RUF-strijders zijn gedemobiliseerd en ontwapend. Een deel van de RUF- `hardliners' zou echter naar Liberia zijn uitgeweken en zich hebben aangesloten bij de entourage van de toenmalige Liberiaanse president Taylor of de gewapende Liberiaanse oppositiebeweging LURD.150 Nu de strijd in Liberia gestaakt is, kunnen terugkerende Sierra Leoonse ex-strijders de stabiliteit in Sierra Leone bedreigen (zie verder onder regionale aspecten).
De interim-leider van de Revolutionary United Front Party (RUFP), Borbor Peter Vandy, is overgestapt naar de regeringspartij SLPP.151 De AFRC
In juni 2003 meldde het Speciale Strafhof dat zij onbevestigde berichten had ontvangen dat voormalig legerofficier en voormalig leider van de Armed Forces Revolutionary Council (AFRC), Johnny Paul Koroma, in Liberia zou zijn vermoord.152 Koroma zou nog veel aanzien genieten bij een aantal soldaten van het leger.
Voormalige strijders en werkloze jongeren
Sinds het einde van het DDR-programma is de nadruk verschoven van ex-strijders naar jeugd in het algemeen.153
De grote aantallen werkloze jongeren, waaronder veel ex-strijders, in stedelijke en mijnbouwgebieden kunnen op termijn een gevaar vormen voor de veiligheid in Sierra Leone en een ondermijning zijn van het staatsgezag in het land154. Een rol voor de overheid is weggelegd in het bijsturen van verwachtingen van jongeren om een gevoel van buitensluiting te voorkomen.155

148 Zie 2.1.2 Geschiedenis - Het Speciale Strafhof voor oorlogsmisdaden in Sierra Leone.
149 UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
150 EIU, Sierra Leone Country Report, maart 2003; HRW, World Report Sierra Leone, 2003.
151 www.allafrica.com: RUFP leader joins SLPP, 9 februari 2005.
152 Reuters, 15 juni 2003; BBC News, 15 juni 2003; IRIN, 16 juni 2003.
153 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.
154 ICG, 2 september 2003; UNSC, 19Th report of the SG on UNAMSIL, 5 september 2003.
155 UNAMSIL, Progress Report, 16 april 2003. 30

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Een mogelijke destabiliserende factor voor Sierra Leone kan de terugkeer zijn van Sierra Leoonse strijders die in Liberia en Ivoorkust hebben meegevochten. 156 Honderden voormalige RUF-strijders, West Side Boys157 en CDF-strijders hadden zich aangesloten bij het Liberiaanse leger of bij gewapende oppositiegroepen in Liberia.158 Sierra Leoners traden toe tot verschillende strijdende partijen in Liberia en Ivoorkust, omdat er in Sierra Leone weinig mogelijkheden waren voor werk en onderwijs.159 (Zie verder paragraaf 2.2.)
De aanwezigheid van de jeugdgroepen kan mogelijk de effectieve uitoefening van het overheidsgezag over het hele land belemmeren en daarmee een bron zijn van instabiliteit.160 Zo bevindt zich in Makeni bijvoorbeeld een peer group van ex- kindsoldaten, de zogenaamde Bike Association. Deze groep is sterk gedisciplineerd en streng georganiseerd. De leden van de groep kunnen snel gemobiliseerd worden. De politie in Makeni is bang om tegen deze groep op te treden.
Regionale aspecten

· Liberia
De huidige situatie in Liberia levert geen onmiddellijke bedreiging meer op voor de veiligheidssituatie in Sierra Leone. De situatie in Liberia is echter nog niet stabiel en blijft een potentieel destabiliserende factor in Sierra Leone. De verlenging van het mandaat van UNMIL op 17 september 2004 draagt bij aan de stabiliteit in Liberia en heeft positief effect op Sierra Leone. Hernieuwde strijd in Liberia zou kunnen overslaan naar de grensgebieden in Sierra Leone en zou vluchtelingenstromen op gang kunnen brengen. 161

156 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004.
157 De West Side Boys (ook Occra Hills Boys genoemd) waren een groep ontevreden AFRC- leden, die het grootste deel van de jaren 1999 en 2000 hebben doorgebracht in de Occra Hills, circa 80 km ten noordoosten van Freetown. Zij voorzagen voor een deel in hun onderhoud door overvallen op regeringstroepen en burgers. Na een Britse actie in september 2002, volgend op de ontvoering door de West Side Boys van elf Britse militaire instructeurs en hun Sierra Leoonse verbindingsofficier, zijn de West Side Boys uitgeschakeld.
158 HRW, World Report Sierra Leone, 2003; UNSC, 16Th report of the SG on UNAMSIL, 24 december 2002; Amnesty International, Sierra Leone Annual Report 2003, 2003; HRW, The regional crisis and human rights abuses in West Africa, 20 juni 2003.
159 USAID, Mano River Countries complex emergency report, 15 mei 2003.
160 ICG, 2 september 2003.

161 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.7; EIU, Country Report Sierra Leone, juni 2004, p.16; EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.7 en 12. 31

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005


· Ivoorkust
De ontwikkelingen in Ivoorkust kunnen een destabiliserend effect hebben op Sierra Leone: rebellen in Ivoorkust zijn gerekruteerd uit verschillende buurlanden, waaronder Sierra Leone.162 Als de recente onrust in Ivoorkust aanhoudt, kan dat een destabiliserend effect hebben op de subregio, dus ook op Sierra Leone.163 2.4 Sociaal-economische situatie
Sierra Leone is het armste land van de wereld, afgemeten aan de Human Development Index waarop Sierra Leone de afgelopen vijf jaar de laagste positie innam164. 70% van de bevolking leeft in grote armoede (minder dan USD 1 per dag).
De indicatoren voor de sociaal-economische situatie laten geen gunstig beeld zien. 26% van de bevolking heeft gebrek aan voedsel. Terwijl aan de ene kant vluchtelingen en ontheemden naar hun woonplaatsen terugkeren, trekken aan de andere kant de jongeren naar de steden in de hoop daar werk te vinden. Hierdoor ontstaat de situatie dat er meer mensen gevoed moeten worden, terwijl er minder mensen op het platteland aanwezig zijn om voedsel te verbouwen. Het gebrek aan mankracht wordt nog verergerd door het feit dat meer dan 50% van de bevolking jonger is dan 15 jaar. De voedselproductie in Sierra Leone bevond zich in 2003 circa 86%% van het vooroorlogse niveau.
De gezondheidssituatie in het land blijft zorgwekkend. De drinkwater- en sanitatiefaciliteiten zijn in Sierra Leone zeer beperkt en variëren per regio. Een groot deel van de bevolking is aangewezen op water uit beken en/of rivieren. Open velden worden gebruikt voor sanitatie. Hierdoor, maar ook doordat mensen onvoldoende kennis hebben van hygiëne, verspreiden zich dodelijke ziekten. 64% van de bevolking ouder dan 15 jaar is analfabeet165. Er is sprake van een onsamenhangende overheidspolitiek en een stijgende werkloosheid in een neergaande economie.
De inflatie is in 2004 flink opgelopen. Was de inflatie in 2003 nog 7,6%, in 2004 kwam de inflatie uit op 15%. Ook voor 2005 wordt een inflatie van 15% verwacht. In 2004 nam de economische groei wat af van 6,9% in 2003 naar 6% in 2004.
162 EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004, p.7.
163 UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004.
164 In het Human Development Report 2004 van de UNDP staat Sierra Leone net als voorgaande jaren helemaal onderaan, op de 177e plaats, van de Human Development Index.
165 EIU, Country Report Sierra Leone, september 2004, p.22. 32

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Voor 2005 wordt een groei voorspeld van rond de 7%.166 75% van het het overheidsbudget is afkomstig van donoren.
De werkloosheid in Sierra Leone is hoog en is gedurende de verslagperiode verder toegenomen. 60-70% van de bevolking is werkloos. Het betreft voornamelijk jongeren, onder wie veel ex-strijders, in de steden. Door de corruptie en het slecht functionerende rechtssysteem kent Sierra Leone geen gunstig investeringsklimaat. Hierdoor is op korte termijn geen groei van het aantal banen te verwachten. Op 3 juni 2003 werd het VN embargo op de import van diamanten uit Sierra Leone opgeheven.167 De overheidsinkomsten uit diamanten zijn de laatste jaren sterk toegenomen. In de periode januari tot november 2004 waren de officiële inkomsten van de legale diamantexport gestegen tot USD 127 miljoen168 tegen USD 71 miljoen in dezelfde periode in 2003.169 In 1999 bedroeg de opbrengst van legale diamantexport slechts USD 1.2 miljoen in 1999170. Nog circa 50% van alle diamantwinning vindt plaats zonder vergunning van de overheid.171 Om meer inkomsten te genereren probeert de overheid de diamanthandel beter te gaan beheersen en heeft hiertoe een High Level Steering Group opgericht. Het nieuwe beleid is gericht op het uitschakelen van de buitenlandse tussenpersonen in de handel en deze te vervangen voor Sierra Leoners. Het staken van de vijandelijkheden in november 2000 en de aanhoudende verbetering van de veiligheidssituatie hebben grote invloed gehad op de algehele economische en sociale situatie. Het openbare leven is op gang gekomen, lokale markten functioneren en er is een begin gemaakt met de wederopbouw van het land. De bevolking is gematigd optimistisch over de toekomst, is mondig en uit zich bij gelegenheid kritisch jegens de overheid. Maar het zal zelfs bij substantiële investeringen nog jaren duren voordat Sierra Leone zich enigszins uit de armoede opgewerkt kan hebben.

166 EIU, Country Report Sierra Leone, december 2004.
167 EIU, Country Report Sierra Leone, september 2003.
168 US DoS, Country Report 2004 Sierra Leone, 28 februari 2005, p.1.
169 UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004; UN News Service, Sierra Leone raises revenues from mining but unemployment also rises, UN says, 15 december 2004.

170 Reuters, 23 april 2002.

171 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.

---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen
Sierra Leone is partij bij de volgende internationale mensenrechtenverdragen geratificeerd172:

· VN Verdrag voor de Eliminatie van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (geratificeerd in 1988);

· het Verdrag voor de Rechten van het Kind (geratificeerd in 1990; in 2001 ratificeerde Sierra Leone tevens de twee optionele protocollen inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten; en inzake de handel in kinderen, kinderprostitutie en pornografie);
· het Internationaal Verdrag voor de Eliminatie van Alle Vormen van Rassendiscriminatie (sinds 1969);

· het Verdrag tegen Marteling (sinds 2001);
· de African (Banjul) Charter on Human and Peoples' Rights (sinds 1983). Sierra Leone is verder toegetreden tot173:
· het Internationaal Verdrag voor Burger- en Politieke Rechten (inclusief het Protocol van 1967; toegetreden in 1996);
· het Internationaal Verdrag voor Economische, Sociale and Culturele Rechten (toegetreden in 1996);

· het Verdrag voor de Status van Vluchtelingen (inclusief Protocol van 1967; toegetreden in 1981);

· het Verdrag tegen Mijnen (sinds 2001). De Sierra Leoonse autoriteiten hebben al geruime tijd niet voldaan aan hun verplichtingen te rapporteren aan organen van toezicht. Er zijn sinds 1996 geen rapporten van Sierra Leone verschenen.174 Sierra Leone heeft een overeenkomst met de Verenigde Staten bekrachtigd die is gericht tegen het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag.175 Het parlement in Freetown ratificeerde op 6 mei 2003 de overeenkomst die stelt dat beide partijen geen mensen van elkaars nationaliteit uitleveren aan het ICC.176 Amnesty International stuurde in reactie hierop een open brief aan president Kabbah van
172 www.unhchr.ch

173 www.unhchr.ch

174 www.unhchr.ch, www.unhcr.ch en www.un.org
175 Sierra Leone is het eerste land dat een dergelijke bilaterale wederzijdse overeenkomst met de Verenigde Staten daadwerkelijk heeft geratificeerd.
176 AFP/ANP, 6 mei 2003. 34

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Sierra Leone waarin wordt aangedrongen op verwerping van de overeenkomst omdat deze zou indruisen tegen verplichtingen onder internationaal recht en de verplichtingen van Sierra Leone als partij bij het Statuut van Rome inzake het ICC.177 Sierra Leone was één van de eerste landen die partij werd bij het Statuut van Rome.
3.1.2 Nationale wetgeving
In Sierra Leone is de grondwet van 1991 van kracht. De grondwet is gebaseerd op de algemene principes van de rechtsstaat, en bevat waarborgen tegen schending van de mensenrechten. In de grondwet is scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht voorzien. Oorlogsmisdaden
Op 16 januari 2002 tekenden de VN en de Sierra Leoonse regering een overeenkomst inzake de oprichting van het Speciale Strafhof voor Sierra Leone.178 Het Speciale Strafhof heeft tot doel de belangrijkste verantwoordelijken voor oorlogsmisdaden tegen de bevolking van Sierra Leone, begaan tussen november 1996 (vredesakkoord van Abuja) en het einde van de burgeroorlog, te berechten. Sinds 3 maart 2003 heeft het Speciale Strafhof dertien personen, afkomstig van de verschillende strijdende partijen, aangeklaagd. De processen tegen de CDF zijn van start gegaan in juni 2004; die tegen de RUF in juli 2004; die tegen de AFRC in maart 2005. (zie verder 2.1.2. en 2.2.). De Waarheids- en Verzoeningscommissie heeft op 5 oktober 2004 de officiële samenvatting van de eindrapportage en de aanbevelingen gepubliceerd. Brede verspreiding van de eindrapportage zelf laat nog op zich wachten. In totaal werden bijna 10.000 getuigenverklaringen opgetekend. (zie verder 2.1.2. en 2.2.). Ten slotte kan in principe ook op de reguliere rechterlijke macht een beroep worden gedaan. (zie 3.3.5)

177 Amnesty International, Government should denounce impunity agreement with the US (AFR 51/004/2003), 8 mei 2003; Amnesty International, Open letter tot the President of Sierra Leone urging rejection of the impunity agreement with the United States of America on the International Criminal Court (IOR 40/011/2003), 8 mei 2003.
178 De website van het Speciale Strafhof is www.sc-sl.org. 35

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

3.2 Toezicht
Overheidsmechanismen
Op 30 juli 2004 keurde het parlement een wet goed tot instelling van de, in het Akkoord van Lomé voorziene, National Human Rights Commission (NHRC) Deze nationale commissie wordt opgezet in samenwerking met UNAMSIL.179 De commissie is nog steeds niet opgericht. Mogelijk zal het onder meer dienst doen als follow-up commissie voor de Waarheids- en Verzoeningscommssie. In het parlement is ook een Commissie Mensenrechten, die zich met name richt op het toetsen van wetgeving aan de mensenrechten. De exacte afbakening van taken tussen deze parlementaire commissie en de NHCR is nog niet bekend, maar mogelijk zal de parlementaire commissie mensenrechtenzaken gaan rapporteren aan de NHCR. De NHCR zal boven de parlementaire commissie staan. De overheid kent een National Commission for Democracy and Human Rights (NCDHR), opgericht in 1996. De commissie kampt echter met gebrek aan fondsen en doet weinig aan toezicht op de naleving van mensenrechten. Onduidelijk is wat rol van de NCDHR zal zijn, zodra de NHRC operationeel is.

Niet-gouvernementele organisaties (NGO's)
Lokale en internationale mensenrechtenorganisaties kunnen in het algemeen ongehinderd door de overheid onderzoek doen en over hun bevindingen rapporteren. Zij kunnen zich door het hele land vrij bewegen. Eind 2004 waren 41 lokale mensenrechtenorganisaties verenigd in het National Forum for Human Rights. Hun activiteiten zijn met name gericht op voorlichting over mensenrechten. Een klein aantal lokale NGO's houdt zich actief bezig met het houden van toezicht op mensenrechtenschendingen.180 Een groot aantal internationale NGO's is actief in Sierra Leone. Door de aard van hun werkzaamheden (veelal gericht op noodhulp) spelen zij een rol bij het toezicht op de naleving van mensenrechten. Tot deze NGO's behoren de Internationale Confederatie van het Rode Kruis (ICRC), de Action Contre la Faim, Adventist Development and Relief Agency (ADRA), Africare, CARE, Caritas International, Children Aid Direct, Concern Worldwide, COOPI, CRS, Handicap International, International Rescue Committee, Medical Emergency Relief International (MERLIN), Oxfam, Save the Children Fund en World Vision. Internationale mensenrechtenorganisaties rapporteren met regelmaat over de situatie in Sierra Leone. Human Rights Watch heeft een vestiging in Freetown.
179 UNGA, 9 september 2004, par. 65; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.

180 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005. 36

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

UNAMSIL beschikt over een Human Rights Section. UNAMSIL is onder meer betrokken bij het toezicht op politiestations, gevangenissen en justitie. Ook verzorgt UNAMSIL mensenrechtentrainingen aan politie en leger. De Human Rights Section heeft het aantal kantoren uitgebreid, en heeft, behalve in Freetown, acht regionale kantoren in onder meer Kenema, Port Loko, Makeni, Koidu, Moyamba en Kailahun. De Human Rights Section houdt toezicht op de naleving van de mensenrechten en geeft technische assistentie.181 3.3 Naleving en schendingen
De verbetering in de mensenrechtensituatie heeft gedurende de verslagperiode verder doorgezet. Het overheidsgezag is in het hele land hersteld. De bevolking is mondig en roept bij gelegenheid de (lokale) overheid ter verantwoording. Er zijn geen aanwijzingen dat in Sierra Leone systematisch ernstige schendingen van de mensenrechten worden gepleegd. Incidenteel komen nog schendingen voor, voornamelijk als gevolg van het nog gebrekkig uitgeruste veiligheidsapparaat, de nog niet overal goed functionerende rechterlijke macht en de tekortschietende infrastructuur voor detenties. 182
De verhoudingen in het parlement zijn zodanig dat van een echte oppositie nauwelijks sprake is.183 Gerichte vervolging van politieke opposanten vindt niet plaats.184
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De grondwet voorziet in de vrijheid van meningsuiting en pers en er bestaat een redelijke mate van persvrijheid in Sierra Leone. De geschreven pers en de radio berichten vrij en in het algemeen zonder inmenging ook over veiligheidsaangelegenheden, corruptie en politieke zaken. In Freetown verschijnen meer dan veertig185 nieuwsbladen, waarvan de meeste onafhankelijk van de regering zijn en sommige gelieerd aan oppositiegroepen186. Radio blijft voor de grotendeels analfabete bevolking het belangrijkste medium.
181 UNGA, 9 september 2004, p.12, par.44; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
182 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005; UNSC, 24th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004, p.5.
183 De SLPP heeft 83 zetels; de APC 27; de PLP 2.
184 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
185 UNICEF, Briefing Kit Sierra Leone, februari 2005.
186 Kranten van de overheid zijn onder meer: Sierra News en Unity; kranten die anti-overheid zijn, zijn onder meer: For di People en Standard Times; gematigde kranten zijn onder meer: Salone en New Citizen; een krant gelieerd aan de oppositiepartij APC is Pool Newspaper; en een krant voor de massa is Exclusive. 37

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Verscheidene overheids- en particuliere radio- en televisiestations zenden onder meer binnenlands nieuws en commentaren uit.187 De kwaliteit van de berichtgeving laat soms te wensen over. Journalisten doen niet altijd onpartijdig onderzoek en passen niet altijd hoor en wederhoor toe, waardoor publicaties soms eenzijdig zijn. Dit heeft onder meer te maken met slechte opleiding van journalisten. Er zijn berichten dat journalisten corrupt zijn en dat men verhalen kan `kopen'. In een poging de kwaliteit van de berichtgeving te verbeteren, werkt de Sierra Leone Association of Journalists in samenwerking met de regering aan een registratiesysteem voor journalisten.188 Smaad en laster vallen onder het strafrecht. Dit houdt in dat een journalist, die wordt verdacht van smaad, in de gevangenis kan belanden. In de praktijk leidt dit dus tot een beperking van de persvrijheid. De drukker van een krant kan aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van hetgeen afgedrukt wordt. Begin oktober 2004 werd journalist Paul Kamara, oprichter en redacteur van de populaire krant For Di People veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee keer twee jaar wegens het belasteren van de president. Daarnaast mag de krant van Kamara gedurende zes maanden niet verschijnen. Eind 2004 werd For Di People echter weer gedrukt. 189 Kamara zelf zit nog gevangen. Op 11 februari 2005 werd Riche Gordon, de uitgever van het blad Peep!, gearresteerd na publicatie van een artikel waarin hij president Kabbah bekritiseerde voor het niet ontslaan van de van corruptie beschuldigde minister Okere (Marine Resources). Gordon werd op 14 februari 2005 vrijgelaten.190 Op dit moment zijn slechts drie drukkerijen beschikbaar voor alle kranten, waarvan één buiten werking is.
De overheid beperkt de academische vrijheid niet.191 3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De grondwet voorziet in de vrijheid van vereniging en vergadering. In het algemeen respecteert de overheid dit recht. Er zijn geen meldingen van restricties opgelegd aan politieke partijen, vakbonden of maatschappelijke organisaties. In de
187 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
188 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5.
189 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5; IRIN, Media watchdogs condemn two- year jail term for newspaper editor, 7 oktober 2004; www.allafrica.com: Journalist trasferred to prison block used for violent or high security prisoners, 25 februari 2005.
190 The Independent, Media org. urges UNAMSIL to monitor Kabbah, 21 februari 2005; www.allafrica.com: Arresting Journalists, 14 februari 2005; Authorities detain magazine editor for three days without charge, 15 februari 2005; Editor released after three nights in detention, 16 februari 2005.
191 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5. 38

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

verslagperiode vonden enkele grote demonstraties plaats, waaronder politieke bijeenkomsten van de oppositie.192 In de verslagperiode werd voor zover bekend geen enkele demonstratie verboden.
3.3.3 Vrijheid van godsdienst
De grondwet garandeert de vrijheid van godsdienst. De regering respecteert deze vrijheid in de praktijk en ook de bevolking is op het punt van religie zeer verdraagzaam. Er is geen staatsgodsdienst. Een kleine 60 % van de bevolking is moslim, ongeveer 30 % van de bevolking is christen, terwijl de resterende 10 % animistische godsdiensten belijdt.193
3.3.4 Bewegingsvrijheid
De grondwet voorziet in de vrijheid van beweging binnen het land, van reizen naar het buitenland, van emigratie en repatriëring. De regering respecteert deze rechten in het algemeen. Het hele land is toegankelijk. Wel komt het nog incidenteel voor dat reizigers bij wegblokkades geld wordt afgeperst door de politie.194 Identiteitskaart
Sinds augustus 2000195 bestaat in Sierra Leone een nieuw systeem ter verkrijging van een identiteitskaart. Onder het nieuwe systeem moet elke burger van Sierra Leone van 16 jaar en ouder een nieuwe identiteitskaart aanvragen. Ook zullen alle gedemobiliseerde ex-strijders een identiteitskaart krijgen.196 Er zijn vier typen kaarten: respectievelijk voor Sierra Leoonse burgers van negentien jaar en ouder; voor Sierra Leoonse jongeren van zestien tot negentien jaar; voor niet Sierra Leoonse inwoners die de nationaliteit van een ECOWAS197-staat hebben; en voor niet Sierra Leoonse inwoners die niet de nationaliteit van een ECOWAS-staat hebben. Personen jonger dan 16 jaar kunnen noch zelf noch via ouders of voogd een identiteitskaart aanvragen.
Ter verkrijging van een identiteitskaart dient de aanvrager een ingevuld aanvraagformulier in bij het National Registration Secretariat (NRS), dat kantoren heeft in Freetown en Bo (in Bo sinds eind juli 2001). De aanvraagformulieren zijn te koop bij een particulier bedrijf met vestigingen in Freetown en Bo en met
192 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.6.
193 US DoS, Sierra Leone International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004.
194 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.6.
195 In augustus 2000 is de eerste fase gestart van de afgifte van nieuwe identiteitskaarten aan overheidspersoneel. Deze fase is inmiddels afgerond. De tweede fase, die nog niet is afgerond, betreft de afgifte aan de bevolking en is van start gegaan op 10 januari 2001.
196 IRIN-WA-Update 1009 (2010704).
197 ECOWAS: Economic Community of West African States 39

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

enkele mobiele eenheden die locaties in de hoofdstad bedienen. Een interview door het NRS met de aanvrager vormt onderdeel van de procedure. De aanvraag dient bij voorkeur te worden ondersteund door documenten (geboortebewijs, huwelijksakte, paspoort etc.) die de identiteit van de aanvrager ondersteunen. Bij gebrek daaraan wordt beslist op grond van door de aanvrager verstrekte mondelinge informatie (naam, talenkennis) en uiterlijk.198 Het NRS neemt de beslissing of een aanvraag voor identiteitskaart wordt ingewilligd. De identiteitskaart zelf wordt, onder verantwoordelijkheid van de NRS, geproduceerd en afgegeven door het particuliere bedrijf. 199 Dit bedrijf is tevens belast met het opzetten van een centraal gegevensbestand voor vingerafdrukken, persoonsinformatie en foto's ten behoeve van de centrale regering. Aangezien het contract met dit bedrijf inmiddels is verlopen, worden sinds december 2004 geen nieuwe identiteitskaarten afgegeven.
Er zijn berichten dat de NRS corrupt zou zijn: de NRS zou soms ten onrechte beslissen dat een persoon voldoet aan alle voorwaarden voor het verkrijgen van een identiteitskaart.
Over de geldigheid van het oude model identiteitskaart is door de autoriteiten nog geen definitieve uitspraak gedaan. De oude kaart blijft dan ook voorlopig geldig tot en met de daarin vermelde geldigheidsdatum. Wel adviseren de autoriteiten de houders van een oude identiteitskaart om nu al een nieuwe kaart aan te vragen. Volgens de grondwet is de Sierra Leoonse nationaliteit voorbehouden aan personen van neger-Afrikaanse afkomst langs de vaderlijke lijn. Eenieder die geboren is in Sierra Leone en die een Sierra Leoonse vader of grootvader heeft, en zelf van neger-afrikaanse afstamming is, heeft de Sierra Leoonse nationaliteit. Deze grondwettelijke beperking sluit dus vele inwoners die al jaren in Sierra Leone wonen, zoals de Libanese gemeenschap, uit van staatsburgerschap. De afstamming wordt gewoonlijk niet bepaald op grond van documenten, maar op grond van mondelinge informatie van de aanvrager over de geboorteplaats en oorspronkelijke stam of etnische groep van de vader of grootvader van de aanvrager.

198 Met name buiten Freetown ontbreekt het aanvragers vaak aan documenten als gevolg van een hoge mate van analfabetisme en non-registratie, terwijl na tien jaar burgeroorlog de vroeger bestaande, weliswaar onvolledige, bevolkingsregistratie vrijwel geheel vernietigd is.
199 Deze procedure geldt ook voor niet-Sierra Leoonse inwoners die de nationaliteit van een ECOWAS-staat hebben en voor niet-Sierra Leoonse inwoners die niet de nationaliteit van een ECOWAS-staat hebben. Er is wel verschil in prijs. Bovendien is het de Vetting Committee in plaats van de National Registration Secretariat dat de nationaliteit van de aanvrager vaststelt. 40

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Paspoort
Voor internationale reizen is het bezit van een paspoort noodzakelijk. Op 21 mei 2001 is een nieuw Sierra Leoons paspoort geïntroduceerd.200 Paspoorten worden in Sierra Leone alleen centraal afgegeven door het departement van Immigratie in Freetown. Er is één type paspoort voor zowel minderjarigen als volwassenen. Zeelieden kunnen een zeemansboekje aanvragen (seaman identity book) maar dienen bij buitenlandse reizen eveneens in het bezit te zijn van een geldig paspoort.201 In Freetown zijn op grote schaal vervalste reisdocumenten, visumstickers en visumondersteunende documenten in omloop. Bij de aanvraag van een paspoort dient een origineel geboortebewijs (of een gelegaliseerde kopie) dan wel een bewijs van naturalisatie in Sierra Leone te worden overgelegd. Het overleggen van een identiteitskaart kan de aanvraag ondersteunen. Ten minste één interview vormt onderdeel van de afgifteprocedure, en de gegevens van de aanvrager worden vergeleken met eventueel reeds beschikbare paspoortgegevens van de aanvrager. De leges voor een paspoort bedraagt 40.000 Leones (circa USD 20).
Mannen en vrouwen van 16 jaar en ouder kunnen zelfstandig een paspoort aanvragen. Minderjarigen jonger dan 16 jaar kunnen niet zelfstandig een paspoort aanvragen. Toestemming van een volwassene (ouder, voogd, of persoon `in loco parentis') is verplicht.
De geldigheid van een paspoort is vijf jaar na datum van afgifte. Het vliegveld Lungi, gelegen op 29 kilometer202 ten noorden van Freetown, wordt zwaar bewaakt door het regeringsleger en UNAMSIL. Het wordt aangedaan door UNAMSIL-vliegtuigen, lokale en regionale maatschappijen (waaronder Ghana Airways en Weasua Airtransport) en eenmaal per week door de opnieuw opgerichte nationale maatschappij Sierra Leone Airlines, die beschikt over een oude Boeing 727. Sierra Leone Airlines heeft tussen begin december 2003 en 11 februari 2004 enkele rechtstreekse vluchten uitgevoerd op Amsterdam. Op 11 februari 2004 werden deze vluchten echter gestaakt. De internationale luchtvaartmaatschappij SN Brussels biedt tweemaal per week een rechtstreekse verbinding tussen Freetown en Brussel.
Reizigers worden op het vliegveld gecontroleerd door douane en immigratiediensten. Uitvoering van de controle is chaotisch mede door de aanwezigheid van niet-geautoriseerde personen die hun diensten aanbieden aan
200 Het oude paspoort zal niet meer geldig zijn na 4 juni 2001, in de zin dat formeel na die datum niemand Sierra Leone zal kunnen verlaten op een oud paspoort. Wel kunnen mensen Sierra Leone nog inreizen op een oud paspoort.
201 Zeemansboekjes worden slechts afgegeven aan meerderjarige zeelieden. De leges voor een zeemansboekje bedraagt Le 15.000 (ongeveer USD 7.50)
202 Dit is de afstand hemelsbreed. Via de weg, rondom een baai, is de afstand 187 kilometer. 41

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

reizigers. Hierdoor is de kans aanwezig dat personen ongecontroleerd uit kunnen reizen via het vliegveld Lungi. Wel is onlangs de immigratiecontrole op het vliegveld Lungi verbeterd. Men is begonnen met de grootschalige verbouwing van de infrastructuur. De effecten hiervan moeten nog worden afgewacht. De haven van Freetown is in slechte staat en wordt daardoor voornamelijk aangedaan door kleine kustvaartuigen en visserijschepen, en niet door schepen van grote internationale rederijen. De uitvoering van de controle door douane en immigratiedienst is niet sluitend, waardoor ongecontroleerde uitreis naar landen in de regio mogelijk is.
3.3.5 Rechtsgang
De grondwet voorziet in een onafhankelijke rechterlijke macht en de regering respecteert dit principe in de praktijk. De rechterlijke macht functioneerde in de afgelopen periode slechts in een gedeelte van het land, maar waar rechtbanken functioneerden, gaven zij blijk van aanzienlijke onafhankelijkheid. Traditionele rechtspraak vult het centrale rechtssysteem op grote schaal aan in gevallen van familierecht, erfrecht en landrecht, met name in de plattelandsgebieden.203 Hoewel de grondwet en de lagere wetgeving voorzien in snelle berechting, leidde het gebrek aan personeel en faciliteiten binnen de rechterlijke macht in de praktijk veelal tot grote vertragingen in het juridisch proces. 204 De gebouwen van de politierechtbanken in Kailahun, Pujehun en Moyamba en het gebouw van het Hooggerechtshof (High Court) in Kenema zijn weliswaar hersteld, maar door gebrek aan politierechters en rechters is het onmogelijk om alle districten te bedienen. Hierdoor worden zaken vaak verdaagd, hebben de rechtbanken een grote achterstand en zitten de gevangenissen overvol.205 Ook zijn niet altijd advocaten voor verdachten beschikbaar.206 Corruptie komt ook binnen het justitieel apparaat veel voor: het komt voor dat straffen worden afgekocht.207 Het Hooggerechtshof had op 4 november 2003 haar eerste hoorzitting sinds acht jaar in het district Kono.208 Verder functioneert het Hooggerechtshof alleen in Freetown en twee andere provinciesteden. In maart 2003 waren er, verdeeld over het land, 30 politierechtbanken (Magistrate Courts) open.209 In elk van de 12
203 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p. 4-5.
204 UNGA, 9 september 2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
205 UNSC, 22th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 6 juli 2004; UNGA, 9 september 2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
206 UNGA, 9 september 2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
207 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
208 UNSC, 20th report of the SG on UNAMSIL, 23 december 2003.
209 In september 2001 waren dat er 10 (Freetown, Waterloo, Kenema, Bombali, Port Loko, Lunsar, Kambia, Tonkolili, Bo, Moyamba). 42

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

districten is ten minste één functionerende politierechtbank. Er zijn echter niet voldoende politierechters (Magistrates) om alle politierechtbanken te bedienen. Er zijn slechts 5 politierechters benoemd voor in totaal 12 districten. Deze zijn permanent gestationeerd in de districtshoofdsteden Bo, Moyamba, Makeni, Port Loko en Kenema en reizen tenminste één keer per maand naar de resterende zeven districten.210
Er waren in maart 2003 72 kantonrechters (Justices of Peace) in Sierra Leone.211 In januari 2003 werden 86 kantonrechters getraind.212 Onder het Sierra Leoonse recht staan twee kantonrechters in rechtskracht gelijk aan een politierechter. Logistieke beperkingen beletten echter het effectief functioneren van de nieuwe kantonrechters.213
In het merendeel van de zaken voor de politierechtbanken traden politieagenten op als openbaar aanklager, ondanks een gebrek aan juridische opleiding.214 Er zijn grofweg twee groepen rechters: rechters die in loondienst werken en rechters die op contractbasis werken. Onder deze laatste groep vallen ook internationale rechters. De rechters in loondienst krijgen een zeer laag salaris, namelijk slechts ongeveer 20% van wat de rechters, die op contractbasis werken, verdienen. De rechters, die op contractbasis werken, kunnen door de president worden ontslagen. Hierdoor zouden zij mogelijk gevoelig zijn voor politieke druk bij het doen van uitspraken. Het is voorgekomen (begin 2003) dat een rechter werd ontslagen, omdat hij een negatieve uitspraak deed in een zaak waarin de regering een belang had.
Sierra Leone kent geen systeem van rechtsbijstand voor mensen die zelf geen advocaat kunnen betalen.215 Wel biedt de Lawyers Centre for Legal Assistance (LAWCLA), dat in 2001 werd opgericht, rechtsbijstand. Alleen in Freetown heeft de rechtbank een aparte kinderrechter.216 De processen tegen de ruim dertig voormalige West Side Boys, Foday Sankoh en 49 andere voormalige RUF-leden die kort na 1 maart 2002 voor de rechtbank werden geleid, zijn meerdere malen verdaagd, onder meer omdat de verdachten geen advocaat hebben.217 Sinds 8 oktober 2003 is wel bezoek van familie toegestaan. Op 21 augustus 2004 werden 16 West Side Boys vrijgelaten, nadat ze
210 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004; UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004; US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.4.
211 UNAMSIL, Progress Report, 16 april 2003. Recentere gegevens zijn niet bekend.
212 UNGA, 18 september 2003.

213 UNGA, 18 september 2003.

214 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
215 UNGA, 9 september 2004.

216 UNGA, 18 september 2003.

217 UNGA, 18 september 2003; UNSC, 20th report of the SG on UNAMSIL, 23 december 2003; US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004. 43

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

protesteerden tegen een nieuwe verdaging van hun zaak.218 De West Side Boys zijn nog steeds niet voor de rechtbank gebracht; de zaak werd verdaagd tot 23 maart 2005. LAWCLA zal de West Side Boys juridisch bijstaan.219 Ontwikkelingen met betrekking tot het Speciale Strafhof en de Waarheids- en Verzoeningscommissie zijn opgenomen in paragraaf 2.2. 3.3.6 Arrestaties en detenties
De grondwet verbiedt willekeurige arrestaties en detenties. In de praktijk komt willekeurige arrestatie echter wel voor. Hoewel de grondwet en de lagere wetgeving voorzien in snelle berechting, leidde het gebrek aan personeel en faciliteiten binnen de rechterlijke macht in de praktijk veelal tot grote vertragingen in het juridisch proces. Vele verdachten werden maanden vastgehouden voordat hun dossiers werden onderzocht of formele beschuldigingen ingediend.220 De wet stelt huiszoekingsbevelen en arrestatiebevelen verplicht. Gedurende de verslagperiode kwamen echter arrestaties zonder arrestatiebevel voor.221 Gedurende de verslagperiode waren er geen meldingen van politieke gevangenen.222
Freetown heeft één kindergevangenis (remand home) en een heropvoedingsinstelling (correctional school) voor kinderen.223 Ook zal in Bo een kindergevangenis worden gebouwd.

Omstandigheden in gevangenissen
Gedurende de verslagperiode is in een aantal gevangenissen de situatie verbeterd. In de meeste gevangenissen bleven de omstandigheden echter slecht.224 De omstandigheden in politiecellen zijn, enkele uitzonderingen daargelaten, slecht. In de Pademba Road-gevangenis in Freetown was over het algemeen voldoende voedsel, toegang tot gezondheidszorg, recreatie en opleiding. Een aantal gevangenissen, met name in de provincies, is echter overvol als gevolg van achterstanden in de rechtsgang. De cellen zijn vaak onhygiënisch. Mannen en
218 US DoS, Country Reports 2004, 28 februari 2005; UNGA, 9 september 2004; UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004; OCHA, Sierra Leone: Humanitarian Situation Report Aug 2004, 31 augustus 2004.
219 www.allafrica.com: I've contacted lawyers to defend you: Justice Hamilton, 24 februari 2005.

220 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
221 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
222 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.5.
223 UNGA, 9 september 2004, p. 8, par. 23.
224 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

vrouwen zitten in gescheiden afdelingen, maar volwassenen en jongeren zitten soms bij elkaar. Ook zitten veroordeelden en mensen die nog op hun proces wachten bij elkaar.
Bezoeken aan gedetineerden en aan detentiefaciliteiten door organisaties als UNAMSIL en het Internationale Rode Kruis wordt toegestaan.225 Er zijn een paar districten waar geen gevangenis is. Gevangenen uit die districten worden naar gevangenissen elders overgebracht.
3.3.7 Mishandeling en foltering
De grondwet verbiedt mishandeling en foltering.226 Er zijn echter meldingen dat leden van de veiligheidstroepen zich gedurende de verslagperiode schuldig maakten aan verkrachting. Er zijn geen meldingen dat soldaten en medewerkers van UNAMSIL zich gedurende de verslagperiode hebben schuldig gemaakt aan verkrachting.227 Er zijn geen berichten ontvangen over mishandeling en verminking van burgers door de CDF of andere groepen voormalige strijders. Het optreden van de politie, met betrekking tot arrestaties, detentie en ondervragingen, bleef in de verslagperiode verbeteren als gevolg van training en reorganisatie.228
Er is voor zover bekend geen sprake van systematische mishandeling in de gevangenissen.
3.3.8 Verdwijningen
Na de demobilisatie, die begin 2002 werd afgerond, zijn er geen berichten meer dat voormalige RUF-rebellen kinderen, vrouwen of mannen hebben ontvoerd om dienst te doen als slaven of soldaten. Wel werden gedurende de verslagperiode door voormalige RUF-rebellen nog steeds mensen, inclusief vrouwen en kinderen, vastgehouden als arbeiders of gedwongen dan wel `vrijwillige' partners.229 Hoewel een groot aantal meisjes gedurende het conflict werd ontvoerd, maken zij slechts 8% uit van de 6.845 kinderen die zich in totaal hebben geregistreerd bij de demobilisatie.230 De meeste meisjes zouden nog bij hun ontvoerders verblijven of
225 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.3; UNGA, 9 september 2004; Amnesty International, Sierra Leone Annual Report 2004, 2004.
226 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.2.
227 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p. 2.
228 UNGA, 9 september 2004.
229 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.2; UNHCHR, 25 april 2003.
230 UNHCHR, 26 februari 2003; UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit on Sierra Leone, november 2003.
45

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

het ontwapeningsproces ontweken hebben.231 Reden voor het niet deelnemen aan het DDR-programma is mogelijk dat zij niet mochten deelnemen van hun "partner" of angst voor het stigma dat op hen zou komen te rusten. In de districten Kono en Bombali werden in 2004 1.014 meisjes en jonge vrouwen (tot 24 jaar) geregistreerd, die tijdens de oorlog werden ontvoerd en niet aan het DDR-programma hebben deelgenomen. 232 30% van hen leeft nog samen met een voormalige strijder.
Met name in het oosten worden nog jonge arbeiders in semi-slavernij gehouden voor werk in de mijnen. Soms is dit een straf opgelegd door lokale chiefs, soms is dit een gevolg van schulden.233
Gedurende de verslagperiode hebben zich voor zover bekend geen gevallen voorgedaan waarin Liberiaanse strijders Sierra Leoonse burgers gebruikten voor dwangarbeid.234
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden Er zijn over de verslagperiode geen meldingen bekend van politiek gemotiveerde buitengerechtelijke executies door het regeringsleger, door met de regering sympathiserende strijdkrachten, of door voormalige rebellen.235 3.3.10 Doodstraf
De Sierra Leoonse wetgeving kent de doodstraf voor enkele zware `gewone' misdaden236 en voor muiterij en landverraad. De doodstraf kan niet worden opgelegd aan daders die ten tijde van het misdrijf jonger dan achttien jaar waren. Publiekelijke executie van het doodvonnis vindt plaats door een vuurpeloton; indien het vonnis besloten wordt voltrokken, geschiedt het door ophanging. Tegen de doodstraf kan men in eerste instantie, binnen 21 dagen237, in hoger beroep bij het Court of Appeal en vervolgens bij het Hooggerechtshof. Ten slotte kan de president gratie verlenen.
In de praktijk wordt de doodstraf slechts opgelegd in het geval van landverraad en niet feitelijk ten uitvoer gebracht. Er zijn uit de afgelopen jaren geen gevallen
231 UNHCHR, 26 februari 2003.
232 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2005.
233 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.11.
234 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.11.
235 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.2.
236 namelijk voor roof met geweld en moord.
237 Amnesty International, Sierra Leone: Amnesty International expresses dismay at 10 death sentences for treason, 21 december 2004. 46

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

bekend waarin de doodstraf op burgers werd voltrokken. Ook gedurende de verslagperiode werd geen doodstraf voltrokken.238 Ook het Sierra Leoonse militaire recht kent de doodstraf voor landverraad. Sinds de executie eind 1998 van 24 ter dood veroordeelde militairen hebben voorzover bekend geen executies meer plaatsgevonden. In het militaire recht bestaat overigens sinds juli 2000 weer de mogelijkheid van beroep.239 In het ontwerpstatuut van het Speciale Strafhof is de doodstraf niet voorzien onder de op te leggen straffen.240
Eén van de aanbevelingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie behelst de afschaffing van de doodstraf. De regering Kabbah lijkt echter niet van plan deze aanbeveling te volgen.
Op 20 december 2004 werden 10 mannen in verband met een aanval op de legerkazerne Wellington in januari 2003 wegens landverraad ter dood veroordeeld.241 Niet bekend is hoeveel personen gedurende de verslagperiode in rechtbanken buiten Freetown ter dood worden veroordeeld. Met deze tien personen telt Sierra Leone nu 25 personen die ter dood zijn veroordeeld.242 3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Ex-rebellen
Op 3 februari 2004 werd het National Committee for Disarmament, Demobilization and Reintegration (NCDDR) opgeheven243 en op 31 maart 2004 werd het DDR-programma in zijn geheel officieel beëindigd. Op dat moment wachtten nog circa 2.800 ex-strijders op deelname aan het reïntegratieprogramma.244 Alle gedemobiliseerde strijders hebben de 300.000
238 UNGA, 9 september 2004, p.4.
239 U.K. Home Office, Sierra Leone Assessment, April 2000.
240 Statute of the Special Court for Sierra Leone, bijlage bij: UNSC, S/2000/915.
241 Reuters, Sierra Leone sentences 10 to death for treason, 20 december 2004; AP, Sierra Leone judge condems ten to hanging death for coup-plotting, 20 december 2004; Amnesty International, Sierra Leone Annual Report 2004, 2004; Amnesty International, Sierra Leone: Amnesty International expresses dismay at 10 death sentences for treason, 21 december 2004.

242 Amnesty International, Sierra Leone: Amnesty International expresses dismay at 10 death sentences for treason, 21 december 2004.
243 IRIN: Disarmament and rehabilitation completed after five years, 4 februari 2004; EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.16.
244 UNSC, 22th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004. 47

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Leone ontvangen (ongeveer Euro 150; equivalent aan het gemiddelde jaarlijkse inkomen van de bevolking). 245
Het proces van reïntegratie van ex-strijders in de samenleving verliep over het algemeen redelijk goed. Er zijn geen gevallen bekend van wraakacties tegen ex- strijders. Ex-strijders worden steeds vaker aangeduid met de overkoepelende term `jeugd'; de ex-strijders worden op die manier door de Sierra Leoonse bevolking niet meer als aparte groep behandeld.
Sinds het DDR-programma is beëindigd gaat de aandacht nu uit naar jongeren in het algemeen.246
Doel van het reïntegratieprogramma was de ex-strijders vaardigheden te leren en te helpen bij het vinden van werk in de Sierra Leoonse samenleving. Het grootste deel van de ex-strijders heeft inmiddels een opleiding gekregen. Door de ongunstige economische situatie in Sierra Leone en de hoge werkloosheid hebben echter nog niet alle ex-strijders een baan gevonden.247 Dit is een probleem: zolang er geen banen zijn voor ex-strijders, zijn deze minder gemotiveerd om in hun gemeenschappen te reïntegreren.248 Het gebrek aan banen treft niet alleen de ex- strijders maar alle jongeren en volwassenen in Sierra Leone. Vrouwen betrokken bij de rebellenbewegingen hebben niet op toereikende wijze kunnen profiteren van het DDR-programma. Naar schatting wonen 1.014 vrouwen en meisjes, die niet aan DDR hebben deelgenomen, nog bij voormalige rebellenleiders (zie ook 3.3.8).249 Het DDR-programma was te weinig toegankelijk voor niet-strijders en onvoldoende gericht op de specifieke hulpbehoefte van vrouwen. Om te kwalificeren voor hulp uit het DDR-programma moest men aantonen een wapen te kunnen bedienen en te kunnen ontmantelen. Aangezien vrouwen en meisjes tijdens de oorlog meestal niet als strijders werden ingezet, slaagden zij niet voor deze test en kwamen ze niet in aanmerking voor steun. 250 Ook zou hulp bij het vinden van materiële bestaansmogelijkheden en bij het verwerken van de traumatiserende gebeurtenissen, die de meeste van deze vrouwen hebben meegemaakt, tekortschieten.251

245 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
246 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004.
247 UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
248 EIU, Country Report Sierra Leone, maart 2004, p.15.
249 UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.
250 Amnesty International, brief aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, 15 januari 2004, kenmerk dir/dv/2004/04; UNSC, 21th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004, p.5.

251 Amnesty International, brief aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, 15 januari 2004, kenmerk dir/dv/2004/04 48

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

3.4.2 Vrouwen
De algemene positie van vrouwen
De grondwet verbiedt discriminatie van vrouwen en voorziet in gelijke rechten voor vrouwen. Sierra Leone heeft in 1988 het Verdrag inzake de eliminatie van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) geratificeerd. Desondanks worden vrouwen in Sierra Leone in de praktijk geconfronteerd met structurele wettelijke en sociale discriminatie.252 Discriminatie vindt met name plaats op grond van het traditionele recht. Maar ook de Sierra Leoonse (nationale) wetgeving discrimineert: zo kunnen vrouwen volgens de wet slechts beperkt erven. Vrouwen hebben in de praktijk geen gelijke toegang als mannen tot scholing, werk, gezondheidszorg of sociale vrijheden253. Onder het traditionele recht verschillen de rechten en status van vrouwen naar gelang de etnische groep waartoe zij behoren. Zo geven de Temne en Limba vrouwen meer rechten op het gebied van het erfrecht dan de Mende die de voorkeur geven aan mannelijke erfgenamen. Bij de Temne kan een vrouw geen stamhoofd (paramount chief) zijn, bij de Mende komen er een paar voor. Over het algemeen kan gezegd worden dat onder het traditionele recht vrouwen in het noorden (zoals bij de Temne en Limba) geen land op eigen naam kunnen bezitten, terwijl vrouwen in het zuiden en oosten (zoals bij de Mende) wel grondbezitters kunnen zijn.
Vrouwen kunnen zelfstandig, dat wil zeggen zonder toestemming of toezicht van een mannelijk familielid of echtgenoot, een identiteitskaart aanvragen. De overheid moedigt, via radio en televisie, vrouwen ook aan een identiteitskaart aan te vragen.
Vrouwen van boven de zestien jaar kunnen ook zelfstandig een paspoort aanvragen. Zij hebben geen toestemming of toezicht nodig van familie of echtgenoot.
Het percentage vrouwen in de overheid en de politiek komt niet overeen met hun aandeel in de bevolking. Toch zijn zij vertegenwoordigd, ook op hoge posities binnen de centrale overheid, de rechterlijke macht, de politie, de ACC en de centrale bank.
Bij de verkiezingen in mei 2002 heeft ongeveer 40% van de vrouwen gestemd. 13% van de kandidaten was vrouw. Er zijn 18 vrouwen, van wie twee stamhoofd (paramount chief) zijn, die een zetel innemen in het parlement van in totaal 124 zetels. In het vorige parlement waren dat er zes. Verder zijn er drie vrouwen in het kabinet aangetreden (van in totaal 24 ministers), en is er één vrouw bij het Hooggerechtshof aangetreden.254

252 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005; UNGA, 9 september 2004, p.9.
253 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
254 US DoS, Country Report 2003 Sierra Leone, 25 februari 2004, UNHCHR, 26 februari 2003. 49

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Bij de lokale verkiezingen van 22 mei 2004 hadden 107 vrouwen zich kandidaat gesteld. Van hen werden 54 verkozen.255
Historisch gezien hebben vrouwen een actievere rol in de privé-sector dan in de publieke sector. Het aantal vrouwelijke ondernemers neemt toe. Vrouwen zijn actief in maatschappelijke organisaties en oefenen langs die weg een belangrijke invloed uit op de besluitvorming van de regering.
Prostitutie is een algemeen verschijnsel. Veel vrouwen in achterstandsposities - veelal vrouwen en meisjes die tijdens de burgeroorlog gescheiden zijn geraakt van hun familie ­ zoeken hun toevlucht tot prostitutie om voor zichzelf en hun kinderen een inkomen te verzekeren.256
In Sierra Leone mogen vrouwen dienst nemen als militair of bij de politie. Geweld tegen vrouwen
Tijdens de burgeroorlog kwam seksueel geweld op grote schaal voor257. Maar ook los van de oorlog is (seksueel) geweld tegen vrouwen en kinderen wijdverbreid, bijvoorbeeld in het gezin, hetgeen in het algemeen niet erkend wordt als maatschappelijk probleem.258 Door de terugkeer van (ex)-strijders in de maatschappij, was na afloop van de burgeroorlog sprake van een toename van het seksueel geweld.

· Geweld in het kader van de burgeroorlog
Een grootschalig representatief onderzoek onder ontheemden in Sierra Leone, uitgevoerd in 2000 en begin 2001 door een internationale NGO ondersteund door UNAMSIL, wees uit dat circa 10 % van de vrouwelijke ontheemden in de afgelopen jaren slachtoffer is geweest van - al dan niet herhaald - seksueel geweld in verband met de burgeroorlog. Extrapolatie leidt tot een schatting van in totaal 50.000 tot 64.000 vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld, dat verband houdt met de oorlog onder alle ontheemden in Sierra Leone. Als daders werden in de meeste gevallen (ten minste 40 %) RUF-leden aangewezen, en in mindere mate AFRC, West Side Boys, (ex-)-SLA en CDF (elk 0,5 ­ 2 %); in de overige gevallen waren de daders onbekend. Het grootste deel van het seksueel misbruik vond plaats tussen 1997 en 1999. Meer dan de helft van de incidenten vond plaats in de eigen woonplaats. Bijna een kwart van de incidenten vond plaats tijdens de vlucht. Meer dan de helft van de incidenten
255 UNGA, 9 september 2004, p.10. Zie voor het totale aantal verkiesbare plaatsen paragraaf 2.2.
256 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
257 zie ook: UN-ECOSOC, CHR, Violence against women, Report of the Special Rapporteur on violence against women, Mission to Sierra Leone (21-29 August 2001), E/CN.4/2002/83/Add.2, 11 February 2002.
258 US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004. 50

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

duurde hoogstens een week. In 90 % van de gevallen betrof het verkrachting. Daarvan betrof eenderde van de gevallen groepsverkrachting. Het rapport classificeert de gedocumenteerde daden van seksueel geweld tegen burgers als misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden zoals gedefinieerd in internationale wettelijke normen. Seksueel geweld, inclusief verkrachting en seksuele slavernij, zijn expliciet opgenomen in het statuut van het Speciale Strafhof voor Sierra Leone. De frequentie van het seksuele geweld en van andere misdaden maakt het waarschijnlijk dat RUF-commandanten op de hoogte zijn geweest van de misdaden gepleegd onder hun bevel. 259 De Waarheids- en Verzoeningscommissie concludeerde in haar eindrapportage dat alle gewapende groepen zich tijdens de burgeroorlog de mensenrechten van vrouwen hebben geschonden en dat vrouwen en meisjes doelwit waren voor verkrachting en seksuele slavernij.260
Overigens wees hetzelfde onderzoek uit dat de schaal van seksueel geweld, gepleegd ten tijde van de burgeroorlog, maar niet door strijders, in dezelfde orde van grootte ligt. 9 % van de ondervraagde vrouwelijke ontheemden meldde ten minste eenmaal in haar leven seksueel misbruikt te zijn door een familielid, vriend of onbekende. Dit impliceert dat in totaal rond de 100.000 vrouwelijke ontheemden in Sierra Leone te maken hebben gehad met seksueel geweld, al dan niet verband houdend met de oorlog.

· Huiselijk geweld
Verkrachting is een misdaad onder de Sierra Leoonse wet, strafbaar met gevangenisstraffen tot veertien jaar, maar politie en rechterlijke macht reageren nauwelijks op meldingen van verkrachting. De eerste succesvolle gerechtelijke vervolging wegens verkrachting vond pas in 1999 plaats.261 Verkrachting binnen het huwelijk wordt in Sierra Leone echter niet gezien als misdrijf.262 In een onderzoek meldde tweederde van de (in een stedelijke omgeving wonende) vrouwen, dat zij door hun partner geslagen werden. Het is onwaarschijnlijk dat de politie optreedt hij huiselijk geweld behalve in gevallen die ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
Een vrouw kan bij de Family Support Unit (FSU) van de politie en de Women's Helpline (zie voor beide nader hieronder) aangifte doen van seksueel geweld door de echtgenoot of derden, inclusief overheidsfunctionarissen. Het doen van aangifte
259 Physicians for Human Rights/UNAMSIL, War-related sexual violence in Sierra Leone, 2002.
260 De eindrapportage van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is te vinden op www.ictj.org.

261 Physicians for Human Rights/UNAMSIL, War-related sexual violence in Sierra Leone, 2002; US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004.
262 UNGA, 9 september 2004, p.9.
51

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

biedt echter geen garantie voor effectieve bescherming tegen nieuw seksueel geweld. De grootste belemmering bij het doen van aangifte zijn de kosten die verbonden zijn aan het officiële medische rapport dat een slachtoffer van verkrachting dient te overleggen. Dit rapport kost circa USD 20 (50.000 Leones) en is voor de meeste slachtoffers niet te betalen. De Rainbo Centres, die zijn opgericht door de International Rescue Committee, voeren dit onderzoek gratis uit. Slechts een klein deel van de aangiftes van seksueel geweld leidt tot een rechtzaak. Hier zijn enkele redenen voor aan te geven. De eerste reden is dat de rechtzaken openbaar zijn; slachtoffer en dader staan tegenover elkaar. Het slachtoffer kan bang zijn voor het stigma dat kleeft aan seksueel geweld. Uit schaamte komt de zaak niet voor. De tweede reden is gelegen in de grote armoede in Sierra Leone. Door deze armoede stemt de familie van het slachtoffer vaak in met afkoopsommen betaald door de (familie van de) dader. Toch lijkt op dit gebied sinds kort een verandering in gang gezet te zijn binnen de overheid. Sinds 2003 heeft de politie over het gehele land een speciale dienst (`branch') ingesteld, de FSU, waar aangifte van seksueel misbruik kan worden gedaan met als doel vervolging van rechtswege van de dader. Elk districtspolitiebureau heeft een FSU.263 Overigens kunnen ook klachten van meisjes, jongens en mannen in behandeling worden genomen. De FSU voert bewustwordingscampagnes over de rechten van vrouwen en probeert meisjes en vrouwen te overtuigen aangifte te doen van seksueel geweld.264 Het aantal aangiftes bij FSU is toegenomen van 2.180 in 2003 tot 2.991 in 2004. Niet duidelijk is of dit betekent dat meer mensen slachtoffer worden van seksueel geweld of dat slachtoffers er eerder mee naar buiten treden. Mede dankzij inspanningen van de FSU werden tussen februari en april 2004 twaalf veroordelingen uitgesproken wegens geweld tegen vrouwen en geweld tegen minderjarigen. De twaalf werden veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van zes maanden tot 15 jaar.265
Daarnaast is een Women's Helpline opgezet met als doel klachten van vrouwen over seksueel en ander geweldsmisbruik in behandeling te nemen, door het aanbieden van gesprekken, medische behandeling, juridisch advies en tijdelijk onderdak.. Het project is in eerste instantie geïntroduceerd in de Western Area (Freetown), in samenwerking tussen overheidsdepartementen en NGO's. In januari en februari 2002 zijn additionele helpline centra tot stand gekomen in de steden Bo en Kenema. De helpline, waarbij ook politieagenten van de SLP zijn geplaatst, wordt geleid door het eerdergenoemde Rainbo Centre.
263 UNSC, 23Th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004, p.9.
264 UNGA, 9 september 2004, p. 8.

265 UNGA, 9 september 2004, p.8; UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004, p. 9. 52

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

De Chief Justice heeft recentelijk een eenzijdig rechterlijk besluit genomen dat iemand die wordt beschuldigd van seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen niet langer op borgtocht mag vrijkomen.
Vrouwen die aangifte doen van seksueel geweld worden over het algemeen niet uitgestoten, maar in de meeste gevallen opgevangen door familie, die immers in de burgeroorlog zelf veelal ook heeft geleden onder geweld. Veel van dit soort zaken worden in de familiekring opgelost zonder dat aangifte wordt gedaan. Het taboe rond seksueel geweld door de echtgenoot neemt slechts geleidelijk af. Vlak na de burgeroorlog kwamen sociale uitstoting en stigmatisering wel voor, maar deze situatie is sindsdien verbeterd. Er zijn slechts een enkele gevallen bekend van openlijke uitstoting en stigmatisering. Wel komt het voor dat verkrachtte vrouwen uit schaamte niet durven terugkeren, of dat ze bij terugkomst met minachting bejegend worden. Meisjes en jonge vrouwen die slachtoffer waren geworden van verkrachting door rebellen worden inmiddels in beginsel geaccepteerd. In sommige delen van het land wordt de acceptatie van deze meisjes en jonge vrouwen gestalte gegeven door het uitvoeren van reinigingsceremonieën. Als vrouwen dan bij terugkeer toch niet welkom zijn bij hun familie, belanden ze al snel in de prostitutie. Een aantal NGO's ontfermt zich over deze groep vrouwen door hen onder meer vakopleidingen te geven. Zo leren de vrouwen op een zelfstandige manier in hun levensonderhoud te voorzien. Geen informatie is bekend of vrouwen gedurende de verslagperiode het risico liepen slachtoffer te worden van geweld door voormalige rebellen, die hen als potentieel belastende getuigen zouden beschouwen.266 Genitale verminking
Genitale verminking van vrouwen komt in Sierra Leone veelvuldig voor, meestal in de vorm van excisie267 en wordt door alle lagen van de bevolking en door alle bevolkingsgroepen toegepast. Schattingen van het aantal meisjes die besnijdenis ondergaan variëren, met als hoogste tussen de 80 en 90%. Vrouwenbesnijdenis wordt al toegepast vanaf de leeftijd van vijf jaar. Vrouwenbesnijdenis is niet verboden bij wet. Lokale overheden besteden vooralsnog weinig aandacht aan dit probleem. NGO's proberen de bevolking voor te lichten, maar geheime genootschappen, die functioneren in alle etnische groepen met uitzondering van de Krio, dwarsbomen deze campagnes.268

266 Amnesty International, brief aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, 15 januari 2004, kenmerk dir/dv/2004/04.
267 Excisie betreft het wegsnijden van de clitoris samen met het (geheel of gedeeltelijk) wegsnijden van de binnenste schaamlippen.
268 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005. 53

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Vrouwen en meisjes hebben niet of nauwelijks de mogelijkheid om zich, door elders in het land een toevlucht te zoeken, te onttrekken aan besnijdenis. In de stad is er nog een zekere mogelijkheid om door van huis weg te lopen zich te ontrekken aan de controle van de familie en zo te ontkomen aan genitale verminking; op het platteland bestaat deze mogelijkheid niet. Voor alle bevolkingsgroepen, met uitzondering van de Krio, geldt dat meisjes of vrouwen die niet zijn besneden hun hele leven worden beschouwd als onvolwassene en sociale outcast. Zij kunnen geen hogere positie in de samenleving bekleden.
3.4.3 Minderjarigen
Minderjarigen in Sierra Leone bevinden zich in een zeer kwetsbare positie als gevolg van burgeroorlog, desintegratie van sociale verbanden, bevolkingsverplaatsingen, ineenstorting van de economie en wijdverbreide armoede. Kinder- en zuigelingensterfte behoren tot de hoogste ter wereld.269 Van de alleenstaande minderjarigen die geen ex-soldaten zijn (ruim 2000), is 30% meisje.270
De onderwerpen kinderbescherming en kinderrechten zijn opgenomen in het trainingsprogramma van de politie en het leger.271 Zaken waarbij kinderen betrokken zijn worden in de regel behandeld door de FSU272. Daar kunnen kinderen tevens, zelfstandig, aangifte doen van mishandeling. Door de oorlog getroffen kinderen
Door de oorlog getroffen kinderen zijn onder te verdelen in twee groepen: de kindsoldaten en de kinderen die op andere wijze door de oorlog zijn getroffen. Naar schatting telde Sierra Leone tussen 1998 en 2002 circa 48.000 kindsoldaten, van wie ongeveer 12.000 meisjes. In dezelfde periode raakten ruim 2.000 kinderen gescheiden van hun families als gevolg van de oorlog. Het totale aantal door de oorlog getroffen kinderen ligt hoger. Het precieze aantal is niet bekend. In totaal hebben zich sinds het begin van de demobilisatie in 1999 6.845 ex- kindsoldaten bij de NCDDR aangemeld voor deelname aan het DDR-programma. Meisjes maken slechts 8% uit van deze groep, terwijl meisjes de helft uitmaken van de door de rebellen ontvoerde jongeren. 273
269 UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit on Sierra Leone, november 2003.
270 UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit on Sierra Leone, november 2003; US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004.
271 UNSC, 16Th report of the Secretary-General on UNAMSIL, 24 december 2002; UNICEF, Sierra Leone Update, 20 september 2002, IRIN 10 maart 2003.
272 Zie voor de FSU nader onder 3.4.2.
273 US DoS, Country Report 2003, 25 februari 2004. 54

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Ongeveer 5.000 van de kindsoldaten waren alleenstaand: zij kwamen alleen, dus zonder ouders of andere familie, naar het DDR-programma. Van hen is inmiddels 98% herenigd met hun familie. UNICEF verzorgt de opvang voor de overige 2% totdat zij 18 jaar zijn. De opvang vindt plaats op drie manieren: kinderen kunnen in peer groups worden geplaatst met andere, oudere kinderen, ze kunnen bij iemand in de leer gaan of ze worden in pleeggezinnen ondergebracht. Circa 50 kinderen zijn voor langere tijd in een pleeggezin geplaatst. Tijdens de oorlog raakten veel kinderen ontheemd en gescheiden van hun familie. De internationale NGO Save the Children en het Internationale Rode Kruis (ICRC) houden zich bezig met het opsporen van de familie van deze ontheemde kinderen. Het aantal kinderen dat ontheemd is geraakt, is onbekend. In Guinee bevinden zich circa 400 Sierra Leoonse kinderen die als gevolg van de oorlog naar Guinee waren uitgeweken.
In Liberia bevinden zich tussen de 500 en 3.000 Sierra Leoonse kinderen die worden geassocieerd met strijdende partijen. ICRC poogt 150 van hen, namelijk de kinderen die zich zonder enig familielid of andere volwassen in Guinee bevinden, met hun familie te herenigen.274
In augustus 2002 werd de National Commission for War-Affected Children ingesteld. De commissie, die blijft bestaan tot augustus 2005, houdt zich niet alleen bezig met voormalige kindsoldaten, maar ook met kinderen die anderszins getroffen zijn door de oorlog, zoals wezen van ex-strijders en kinderen van mensen bij wie een lichaamsdeel is geamputeerd. De commissie richt zich vooral op counselling, onderwijs en vakopleidingen. Daarnaast organiseert de commissie, samen met UNICEF, UNAMSIL en de Ministry of Social Welfare, Gender and Children's Affairs bijeenkomsten in het hele land over een concept Kinderwet ( Children's Bill), die is voorbereid door UNICEF275. De Waarheids- en Verzoeningscommissie heeft speciale procedures ontwikkeld voor kinderen om hun anonimiteit te waarborgen, zowel bij het vrijwillig afleggen van verklaringen als tijdens de hoorzittingen. De commissie heeft tevens een kinderversie van de eindrapportage gemaakt. Het Speciale Strafhof kondigde aan niemand aan te zullen klagen die ten tijde van het begaan van een misdrijf jonger was dan 18 jaar.276
Straatkinderen

274 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004, p.6.
275 UNSC, 24Th report of the SG on UNAMSIL, 10 december 2004, p.6.
276 UNGA, 18 september 2003.

---

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

In de vijf grote stedelijke gebieden (Freetown, Makeni, Bo, Koindu en Kenema) is in 2004 een onderzoek uitgevoerd naar straatkinderen. Daarbij zijn circa 3.000 kinderen slapend op straat aangetroffen. De gemiddelde leeftijd van de kinderen was 13 jaar, en varieerde van 6 jaar (in uitzonderlijke gevallen) tot 17 jaar. Er zijn een paar redenen aan te geven waarom kinderen op straat leven. Allereerst is er sprake van grote armoede in Sierra Leone. Het komt voor dat kinderen door de familie op straat worden gezet omdat men niet meer voor ze kan zorgen. Wanneer kinderen volgens het systeem van de extended family in een gezin worden opgenomen, komt het voor dat stiefouders minder goed voor deze kinderen zorgen dan voor hun eigen kinderen. Het zijn dan de stiefkinderen die op straat belanden. Tot slot kan meespelen dat een klein aantal kinderen na jaren kindsoldaat te zijn geweest het ouderlijk gezag niet meer kan accepteren. UNICEF heeft een programma ter ondersteuning van straatkinderen, dat zich met name richt op onderwijs, bemiddelen en zorgen dat de kinderen inkomsten kunnen genereren. Momenteel worden 700 straatkinderen door UNICEF ondersteund; in 2005 zal dat aantal oplopen tot 1.500.
Aangezien nu voor het eerst het aantal straatkinderen is geteld, is niet te zeggen of sprake is van een toe- of afname van het aantal. Gezien de slechte economische omstandigheden in Sierra Leone is een toename van het aantal straatkinderen echter aannemelijk.
Opvang
Bij afwezigheid van de ouders van een minderjarige, is de naaste familie in principe verantwoordelijk voor de opvang van de minderjarige. De grootfamilie (extended family), buren, vrienden en dorps- of wijkgenoten kunnen een rol spelen in het opsporen van de naaste familie. Indien dit niet lukt kunnen zij eventueel bereid blijken de minderjarige te adopteren of als leerling aan te nemen. Gezien de ontwrichting van de Sierra Leoonse maatschappij is het echter mogelijk dat in de praktijk noch familie noch vrienden of bekenden voor een alleenstaande minderjarige zorgen.
Sinds de burgeroorlog is daarnaast een aantal kinderopvangvoorzieningen gecreëerd. Verantwoordelijk voor de institutionele opvang van minderjarigen in Sierra Leone is het Ministry of Social Welfare, Gender and Children's Affairs (`Social Welfare'). Social Welfare geeft leiding aan het Child Protection Network waarin circa 40 VN-organisaties, (inter)nationale NGO 's en ministeries samenwerken.
Het beleid van Social Welfare geeft de voorkeur aan hereniging van alleenstaande jongeren met familie; lukt dat niet dan wordt gezocht naar een alternatieve opvangregeling (groepshuizen, plaatsing als leerling, zelfstandige huisvesting). 56

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Van de ruim 7.000 kinderen die bij kinderbeschermingsorganisaties waren geregistreerd was in september 2003 98% weer verenigd met de familie en in de gemeenschap opgenomen.277
Social Welfare is ook verantwoordelijk voor de voogdijstelling in individuele gevallen. Voogdijschap kan worden toegekend aan personen en instellingen. De voordracht van het ministerie behoeft de goedkeuring vooraf van het Hooggerechtshof. De voogdijschap eindigt wanneer de minderjarige de leeftijd van 17 jaar bereikt.

Meerderjarigheid
De wettelijke leeftijd voor meerderjarigheid in Sierra Leone is 21 jaar.278 Dit is ook de leeftijd vanaf welke men handelingsbekwaam is, zij het dat hierop enkele uitzonderingen bestaan. Zo worden contracten, aangegaan door een minderjarige voor noodzakelijke goederen en diensten en opleiding, als bindend voor de minderjarige beschouwd.279
De minimumleeftijd voor passief stemrecht is 18 jaar.280 De minimumleeftijd voor actief kiesrecht is 21 jaar voor kandidaten voor het parlement281 en voor presidentskandidaten 40 jaar.282
In het Sierra Leoonse strafrecht kan een jongere berecht worden vanaf de leeftijd van veertien jaar. Vanaf de leeftijd van achttien jaar worden personen berecht onder het strafrecht voor volwassenen.
De wettelijke minimumleeftijd voor het huwelijk varieert en is afhankelijk van het rechtssysteem waaronder betrokkene valt. Valt iemand onder het traditionele recht283 dan is de minimumleeftijd 16 jaar, mits een ouder en/of voogd instemt. Valt iemand daarentegen onder de Christian Marriage Act, dan is de minimumleeftijd voor huwelijk 18 jaar.
Een minderjarige kan zich aanmelden voor militaire dienst bij het bereiken van de leeftijd van 17,5 jaar, of op jongere leeftijd mits met instemming van ouders of voogd.284
Zelfredzaamheid
Jongeren van 16 en 17 jaar zijn wettelijk niet zelfstandig. In het algemeen worden Sierra Leoners in de praktijk vanaf de leeftijd van uiterlijk 18 jaar als zelfstandig
277 UNICEF Sierra Leone, Draft Briefing Kit for Sierra Leone, november 2003. Het betreft zowel gedemobiliseerde kindsoldaten als kinderen die van hun familie gescheiden waren geraakt.

278 Republic of Sierra Leone, Citizenship Act No. 4 of 1973, Section 1(3)
279 Republic of Sierra Leone, Infants Relief Act, 1874
280 Republic of Sierra Leone, Constitution of Sierra Leone, Art. 31, 1991.
281 Republic of Sierra Leone, Constitution of Sierra Leone, Art. 75(b), 1991.
282 Republic of Sierra Leone, Constitution of Sierra Leone, Art. 41(c), 1991.
283 Zie voor toepassing van het traditionele recht 2.1.3.
284 Republic of Sierra Leone, Military Forces Act No. 134 of 1961, Section 16(2) as amended 57

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

beschouwd, tenzij de minderjarige op dat moment nog een opleiding volgt. Jongeren van 16 en 17 jaar kunnen, afhankelijk van de culturele omgeving en etnische groep waartoe zij behoren, als zelfstandig beschouwd worden. De culturele gebruiken van de verschillende Sierra Leoonse stammen, met uitzondering van de Krio uit de Western Area, geven een zekere mate van onafhankelijkheid aan deze jongeren, zodra zij met succes de traditionele initiatieriten hebben doorlopen.
De mate van zelfstandigheid van personen van 16 en 17 jaar verschilt per sociaal- economische klasse, etnische groep en woonplaats (stad of platteland). Zowel onder de noordelijke stammen (onder meer de Temne, Limba, Mandingo, Yalunka, Susu, Fula, Kornako) als onder de zuidelijke stammen (onder meer de Mende, Sherbro, Vai, Gola, Krim), is het op het platteland gebruikelijk dat meisjes trouwen op de leeftijd van 14 jaar, nadat zij de traditionele initiatieriten voor vrouwen hebben doorlopen. Jongens trouwen op de leeftijd van 15 jaar, nadat zij de initiatieriten voor mannen hebben doorlopen. Met het huwelijk bereiken de jongeren een mate van zelfstandigheid. Van hen wordt bijvoorbeeld verwacht dat zij in het vervolg voor zichzelf zorgen. Zowel op het platteland als in de stad is de mate waarin een minderjarige kan voorzien in zijn eigen levensonderhoud een indicatie voor zelfstandigheid. Minderjarigen die in staat zijn in hun levensonderhoud te voorzien worden als zelfstandig gezien. In de steden en onder de Krio is het ongebruikelijk dat minderjarigen trouwen en een gezin stichten. Wel is, onder invloed van de burgeroorlog, de trek naar de steden geïntensiveerd en daarmee zijn de gebruiken van het platteland tot op zekere hoogte ook in de steden geïntroduceerd.
In de steden worden jongeren van 16 en 17 jaar die in loonarbeid werken in het algemeen als zelfstandig beschouwd, maar deze opvatting wordt niet door alle etnische groepen gedeeld. De tradities van bepaalde etnische groepen vereisen een bepaalde mate van voogdijschap en controle over dergelijke jongeren. Voor deze groepen is het sociaal eigenlijk niet acceptabel dat jongeren van 16 en 17 in loonarbeid werken. Maar de burgeroorlog, en als gevolg daarvan de noodzaak voor vele jongeren in hun eigen onderhoud te voorzien, heeft deze traditie aan kracht doen verliezen. Veelal werken deze ongeschoolde jongeren als huisbewaker, winkelbediende, kok, kinderoppas, mijnarbeider, straatverkoper, enzovoort.
De officiële minimumleeftijd voor loonarbeid is achttien jaar. Formeel mogen minderjarigen tussen de twaalf en achttien jaar, met toestemming van de ouders, slechts bepaalde niet-gevaarlijke beroepen uitoefenen. In de praktijk wordt deze wet niet nageleefd.
In februari 2001 ratificeerde de overheid Conventie 182 van de International Labour Organisation (ILO), inzake de ergste vormen van kinderarbeid. 58

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Niet bekend is hoeveel minderjarigen in het arbeidsproces participeren, maar als gevolg van de armoede en de oorlog is het percentage hoog. Er zijn gevallen bekend waarin kinderen, wiens ouders hen met familie of vrienden hadden meegegeven opdat ze in de stad naar school konden, gedwongen werden op straat te werken en in het geheel niet naar school gingen. Dit staat ook wel bekend als het Assepoester-syndroom. Er zijn geen berichten meer van dwangarbeid van kinderen op het land of van exploitatie in de diamantmijnen door voormalige RUF-strijders.285
Zelfstandige huisvesting van ongehuwde 16- en 17-jarigen is zeldzaam in Sierra Leone; er zijn geen gegevens over bekend. Onderwijs
Wettelijk is In Sierra Leone het voltooien van lager onderwijs verplicht286. Deze verplichting kan echter in de praktijk niet worden nageleefd. In Sierra Leone gaat inmiddels 59% van de kinderen in de basisschoolleeftijd naar school. 287 Er zijn grote regionale verschillen wat betreft de toegang tot scholen, met de laagste deelnemerspercentages in het noorden en oosten van het land. Het onderwijs kampt met een tekort aan leraren, infrastructuur en leermiddelen. Er is geen maximumleeftijd voor de leerplicht. In de huidige situatie zijn leerlingen vaak ouder dan achttien jaar. Paspoort
Aan een minderjarige van 16 jaar en ouder kan een identiteitskaart worden uitgereikt. Sierra Leone hanteert geen minimumleeftijd voor de afgifte van een paspoort, maar in het geval van een minderjarige jonger dan zestien jaar is de toestemming van een volwassen ouder of voogd vereist. 3.4.4 Homoseksuelen
Ten aanzien van homoseksualiteit geldt de oude Engelse wet uit 1880, die geen expliciet verbod op homoseksualiteit bevat, maar wel een verbod op bepaalde seksuele handelingen die kunnen samenhangen met homoseksualiteit. Zo bevat de wet een verbod op sodomie, waarvoor homoseksuelen (en heteroseksuelen) wel vervolgd kunnen worden. Voor zover bekend worden homoseksuelen echter niet vervolgd door de autoriteiten.
De samenleving verwerpt homoseksualiteit, hetgeen zich onder meer uit in het beschimpen van homoseksuelen. Voor zover bekend heeft dit tot nog toe nooit
285 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.12; UNGA, 9 september 2004, p.6.
286 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
287 In 2001 was dat nog 42%. 59

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

geleid tot mishandeling, moord of ontslag van homoseksuelen. Homoseksualiteit wordt vanwege de houding van de samenleving niet openlijk bedreven. De Sierra Leone Lesbian and Gay Association (SLLGA) documenteerde wel gevallen waarin lesbische, homoseksuele en transseksuele Sierra Leoners werden lastig gevallen, geslagen en willekeurig gearresteerd. Volgens de organisatie worden dergelijke aanvallen door de autoriteiten niet bestraft.288 Op 29 september 2004 werd de oprichtster van de SLLGA en activiste voor de rechten van lesbische vrouwen, FannyAnn Eddy, vermoord. 289 Volgens de politie werd Eddy niet vermoord vanwege haar seksuele voorkeur, maar werd zij slachtoffer van `gewone' criminaliteit.290 3.4.5 Etnische groepen en minderheden
De bevolking van Sierra Leone bestaat uit veertien etnische groepen. Deze groepen spreken eigen moedertalen, maar alle groepen gebruiken het Krio als tweede taal. Op het platteland wonen de groepen gescheiden, maar in de steden is van etnische scheiding weinig merkbaar. Gemengde huwelijken tussen verschillende stammen of godsdiensten vormen geen probleem. Kinderen uit gemengde huwelijken ondervinden over het algemeen geen problemen in de samenleving.291
Op de achtergrond van de conflicten in Sierra Leone speelt de politieke wedijver tussen de Krio, de Mende (in het zuiden) en de Temne (in het noorden), die al van vóór het Britse koloniale bestuur dateert. Het gaat hierbij echter meer om een politiek-economische dan om een etnische wedijver, en wel met name om verzet van het binnenland (waar de Mende en Temne in de meerderheid zijn) tegen de overheersing door het Krio establishment. Etnische loyaliteit blijft een belangrijke factor in het bestuur, het leger en het zakenleven. Klachten over etnische discriminatie bij aanstellingen, opdrachten en bevorderingen komen veel voor.292
3.4.6 Dienstplichtigen/ militairen
Sierra Leone kent geen algemene dienstplicht. Het nieuwe regeringsleger293 is nog in opbouw en bestaat uit (vrijwillig toegetreden) beroepssoldaten (zie ook 2.3).
288 HRW, Lesbian rights activist brutally murdered, 5 oktober 2004.
289 HRW, Lesbian rights activist brutally murdered, 5 oktober 2004.
290 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.11.
291 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005, p.10.
292 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005. 60

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Half maart 2002 waren door de regering, UNAMSIL, CDF en RUF 1.723 ex- strijders geselecteerd voor het nieuwe leger, waarvan 1.028 ex-RUF, 632 ex-CDF en 63 AFRC/ex-SLA.294 Het leger moet inkrimpen van 14.000 naar 10.500 man per 2007.295 De eerste groep van 1.000 soldaten is per 31 januari 2004 afgezwaaid.296 Met ingang van 1 januari 2005 wordt begonnen met een verdere inkrimping van 1.000 militairen uit het leger.297
Desertie uit het leger is wettelijk strafbaar onder de geamendeerde Sierra Leone Military Forces Act 1961. Deze wet blijft van toepassing op officieren tot vijf jaar na de beëindiging van hun diensttijd.
In de praktijk komt desertie weinig voor. Autoriteiten zijn in staat om deserteurs te vervolgen. Berechting van een deserteur kan administratief of disciplinair plaatsvinden. Administratieve bestraffing, bijvoorbeeld in het geval van ongeoorloofde afwezigheid, leidt gewoonlijk tot ontslag uit de dienst. Disciplinaire bestraffing leidt veelal tot het opleggen van gevangenisstraf van ten minste twee jaar. Bij uitzondering kan het voorkomen dat het bezit van een bepaalde sociale status of het lidmaatschap van een bepaalde politieke groepering van invloed is op de strafmaat.


293 Het regeringsleger heet sinds 1 april 2002 de Republic Of Sierra Leone Armed Forces (RSLAF).

294 UNSC, 13th report of the SG on the UNAMSIL, 14 maart 2002.
295 UNSC, 22Th report of the SG on UNAMSIL, 6 juli 2004.
296 UNSC, 20th report of the SG on UNAMSIL, 23 december 2003.
297 UNSC, 23th report of the SG on UNAMSIL, 9 september 2004. 61

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

4 Migratieproblematiek
4.1 Opvang in de regio en terugkerende vluchtelingen Algemeen
De grote toestroom van terugkerende vluchtelingen en binnenlands ontheemden, evenals de aanwezigheid van Liberiaanse vluchtelingen, legt een grote druk op de beperkte middelen waarover de lokale bevolking beschikt. In de verslagperiode heeft dit tot een zekere spanning geleid tussen de terugkeerders en de lokale bevolking.298 UNHCR probeert, met succes, deze spanningen te ondervangen door de reïntegratieprojecten ten goede te laten komen aan de hele gemeenschap. Zo omvatten de reïntegratieprojecten onder meer zaken als verbetering van infrastructuur, rehabilitatie van scholen en toegang tot water. Terugkerende Sierra Leoonse vluchtelingen
In 2004 werden 26.238 Sierra Leoners gerepatrieerd met steun van UNHCR, in samenwerking met de International Organization for Migration (IOM). Van hen kwamen 12.150 Sierra Leoonse vluchtelingen terug uit Guinee en 13.429 uit Liberia. De repatriëring van Sierra Leoonse vluchtelingen uit de buurlanden is op 31 december 2004 geëindigd. 299
Sinds het begin van de vrijwillige repatriëring in september 2001 werden 271.991 Sierra Leoonse vluchtelingen gerepatrieerd, van wie 179.374 met hulp van UNHCR. Het merendeel van de teruggekeerde Sierra Leoonse vluchtelingen is teruggekeerd uit Guinee (190.515) gevolgd door Liberia (79.915). 300 Deze teruggekeerde vluchtelingen hebben zich hervestigd in de gebieden waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen, met name in de oostelijke districten Kailahun, Kenema, Kono en in 2004 met name Pujehun.301 Teruggekeerde vluchtelingen ontvangen hulp in de vorm van voedsel, kleding, gereedschap voor het boerenbedrijf en zaden om zo een normaal leven op te bouwen.302 Sierra Leoonse vluchtelingen in Liberia
In Liberia bevindt zich nog een onbekend aantal Sierra Leoonse vluchtelingen, met name in Lofa County. De meeste van hen zijn lokaal geïntegreerd en bevinden zich niet in kampen. Als burger van een ECOWAS-staat mag men zo lang met wil verblijven in een andere ECOWAS-staat.

298 US DoS, Country Report 2004, 28 februari 2005.
299 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of December 31, 2004.
300 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of December 31, 2004.
301 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of December 31, 2004.
302 UNGA, 9 september 2004, p.10. 62

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Sierra Leoonse vluchtelingen in Ivoorkust
In Ivoorkust bevinden zich 100 tot 200 Sierra Leoonse vluchtelingen. Zij bevinden zich niet in kampen. Door de onlusten in Ivoorkust is deze groep kwetsbaar. Sierra Leoonse vluchtelingen in Guinee
In Guinee bevinden zich nog circa 2.000 Sierra Leoonse vluchtelingen in kampen. Zij namen niet deel aan de repatriëring en hopen op hervestiging. Andere Sierra Leoonse vluchtelingen in Guinee bevinden zich niet in kampen; een aantal is lokaal geïntegreerd. Het is niet bekend om hoeveel mensen het gaat. Liberiaanse vluchtelingen in Sierra Leone
Met hulp van de Sierra Leoonse overheid, de UNHCR en andere hulporganisaties worden Liberiaanse vluchtelingen ondergebracht op diverse locaties in het land. Ze worden zoveel mogelijk verwijderd uit het instabiele grensgebied met Liberia en opgevangen in acht kampen die verder van de grens liggen. Liberiaanse (ex-)militairen en (ex-)LURD-rebellen worden gescheiden van Liberiaanse burgers en in twee afgezonderde kampen (Mapeh en Mafanta) door de Sierra Leoonse overheid opgevangen. Het betreft ex-strijders die zich hebben overgegeven, of strijders die bij binnenkomst in Sierra Leone als zodanig zijn ontmaskerd. In kamp Mapeh bevonden zich medio 2004 338 volwassen ex- strijders.303
Op 1 oktober 2004 begon UNHCR met de facilitering van terugkeer naar Liberia.304 In de periode oktober-december 2004 keerden 5.870 Liberiaanse vluchtelingen terug naar Liberia, van wie 1.602 met assistentie van UNHCR. Eind januari 2005 bevonden zich nog 62.266 Liberiaanse vluchtelingen in Sierra Leone, van wie 50.645 worden opgevangen in acht kampen in het zuiden en oosten van Sierra Leone, 8.487 zich in de steden bevinden en 3.134 in de grensgebieden Kailahun en Pujehun verblijven. 305
4.2 Ontheemden
Alle binnenlands ontheemden zijn ofwel teruggekeerd naar hun gebieden van herkomst ofwel hebben zich vrijwillig elders gevestigd. Alle voorheen verlaten
303 UNGA, 9 september 2004, par. 37.
304 UNHCR, Return to Liberia gains momentum with largest convoy to date, 27 oktober 2004; OCHA, Humanitarian Situation Report July 2004, 3 augustus 2004.
305 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of 31 January 2005. 63

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

steden en dorpen zijn weer bewoond en teruggekeerde ontheemden hebben weer bezit genomen van hun huizen en land.306
4.3 Activiteiten van internationale organisaties UNHCR307
Ten aanzien van Sierra Leoonse vluchtelingen in de buurlanden heeft UNHCR zich gedurende de verslagperiode met name gericht op het faciliteren van de vrijwillige terugkeer en het verzekeren van bescherming en reïntegratie van Sierra Leoners.
Ten aanzien van de Liberiaanse vluchtelingen in Sierra Leone heeft UNHCR zich gedurende de verslagperiode met name gericht op het vergroten van de veiligheid van de vluchtelingen door middel van vaardighedentrainingen, het verstrekken van humanitaire hulp aan de Liberiaanse vluchtelingen in de acht vluchtelingenkampen, het voorbereiden van vrijwillige terugkeer en het stimuleren van harmonie in de gebieden waar de vluchtelingen worden opgevangen door de lokale bevolking te betrekken bij projecten. Zie verder voor de activiteiten van UNHCR paragraaf 4.1. UNICEF

- UNICEF ondersteunt de regering, in samenwerking met NGO's, in de uitvoering, van een veelzijdig programma, bestaande uit:begeleiding van straatkinderen en hereniging van straatstraatkinderen met hun familie;
- wederopbouw van basisonderwijs;

- wederopbouw van basisgezondheidszorg;
- HIV/AIDS-preventie;

- drinkwatervoorziening;

- bevorderen van wetswijziging ter bescherming van kinderen308. WFP
Het VN Wereldvoedselprogramma (World Food Programme, WFP) ondersteunt met voedseluitdelingen vluchtelingen en terugkerende Sierra Leoners, zowel tijdens de opvangperiode in de kampen als bij hervestiging. Ook steunt de organisatie voedsel-voor-werk-projecten voor het herstel van wegen.309 ICRC

306 UNGA, 9 september 2004, p.10; UNSC, 21Th report of the SG on UNAMSIL, 19 maart 2004.

307 UNHCR, Global Appeal 2004, Sierra Leone.
308 UNICEF Sierra Leone, UNICEF programmes in Sierra Leone 2004-2007, februari 2005.
309 www.wfp.org.
64

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Het programma van ICRC in Sierra Leone is gericht op het herenigen van alleenstaande kinderen met hun familie en op rehabilitatieprogramma's in gemeenschappen (sociale voorzieningen en steun aan economische activiteiten). Bovendien omvatten de activiteiten van ICRC hulp aan zieken en gewonden. Ook brengt ICRC regelmatig bezoeken aan verschillende gevangenissen en detentiecentra. Ten slotte assisteert ICRC het Britse team dat het nieuwe regeringsleger traint, bij de opleiding van instructeurs op het gebied van internationaal humanitair recht.310 ICRC onderneemt geen activiteiten meer op het gebied van de gezondheidszorg.

4.4 Beleid andere Europese landen
België
België beoordeelt alle asielverzoeken op individuele basis. In België worden geen speciale categorieën Sierra Leoonse asielzoekers onderscheiden. In zeer beperkte mate wordt bij een asielverzoek van voormalige rebellen rekening gehouden met bij terugkomst te vrezen represailles. Uitzetting van afgewezen asielzoekers naar Sierra Leone wordt verantwoord geacht.
Denemarken
Denemarken beoordeelt alle asielverzoeken uit Sierra Leone op individuele basis. In Denemarken worden geen speciale categorieën Sierra Leoonse asielzoekers onderscheiden. Uitzetting van afgewezen asielzoekers naar Sierra Leone wordt verantwoord geacht.
Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk beoordeelt alle asielverzoeken uit Sierra Leone op individuele basis, waarbij extra aandacht wordt besteed aan FGM. Uitzetting van afgewezen asielzoekers naar Sierra Leone wordt verantwoord geacht. Zwitserland
Zwitserland beoordeelt alle asielverzoeken uit Sierra Leone op individuele basis, waarbij speciale aandacht wordt gegeven aan FGM. Zwitserland onderscheidt enkele categorieën asielzoekers, namelijk alleenstaande vrouwen, zieken en minderjarigen. Uitzetting van afgewezen asielzoekers naar Sierra Leone wordt verantwoord geacht.

310 www.icrc.org
65

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

5 Samenvatting
De regering van Sierra Leone heeft haar autoriteit over het gehele land hersteld. De Sierra Leoonse autoriteiten hebben de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in het hele land overgenomen van UNAMSIL. De opbouw van het overheidsapparaat, inclusief het leger en de politie, een proces dat wordt ondersteund door het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Naties, gaat gestaag door. Het overheidsapparaat heeft echter te kampen met een gebrek aan kennis, kunde, infrastructurele voorzieningen en logistieke middelen. Het mandaat van UMAMSIL is verlengd tot en met 30 juni 2005. De algemene veiligheidssituatie in Sierra Leone bleef gedurende de verslagperiode rustig. Alle 150 chiefdoms zijn door de VN en de Sierra Leoonse overheid veilig verklaard. Ook de grensgebieden met Liberia en Guinee zijn veilig. Alle delen van het land zijn toegankelijk.

In de landen rondom Sierra Leone worden diverse conflicten uitgevochten die ook de stabiliteit in Sierra Leone kunnen bedreigen. Door de stationering van UNMIL in Liberia vormt de situatie in Liberia geen bedreiging meer voor de stabiliteit in Sierra Leone. Liberiaanse (ex-)militairen en LURD-rebellen worden gescheiden van burgers en apart opgevangen door de Sierra Leoonse overheid. Op 3 juni 2004 begon het Speciale Strafhof de rechtszaken tegen de drie aangeklaagde CDF-leden, onder wie voormalig minister van Binnenlandse Zaken Samuel Hinga Norman. Op 5 juli 2004 begonnen de rechtszaken tegen de drie gedetineerde RUF-leden (Sesay, Morris Kallon en Augustine Gbao). De rechtzaken tegen de CDF en het RUF worden per maand afgewisseld. Er zijn geen aanwijzingen voor publieke onrust in reactie op de rechtszaken. Op 7 maart 2005 begonnen ten slotte de rechtzaken tegen de drie aangeklaagde AFRC-leden. De Waarheids- en Verzoeningscommissie presenteerde op 5 oktober 2004 haar eindrapportage. Sindsdien zijn echter alleen de officiële samenvatting en de aanbevelingen openbaar gemaakt. Daarin worden de RUF, AFRC en CDF verantwoordelijk gehouden voor de mensenrechtenschendingen begaan tijdens de burgeroorlog.
Het DDR-programma werd op 31 maart 2004 officieel beëindigd. De laatste 2.800 ex-strijders ontvingen in juli 2004 hun demobilisatievergoeding. In totaal hebben circa 54.000 ex-strijders een demobilisatievergoeding ontvangen in de afgelopen 4 jaar. Nu het DDR-programma in Sierra Leone formeel is beëindigd, dient de aandacht gericht te worden op ex-strijders die vanuit Liberia en Ivoorkust terugkeren naar Sierra Leone. De terugkeer van ex-strijders uit Liberia en 66

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

Ivoorkust buiten officiële reïntegratieprogramma's om zou van invloed kunnen zijn op de stabiliteit van Sierra Leone.
Binnen de CDF zijn stromingen die ongelukkig zijn met de aanklacht van het Speciale Strafhof tegen hun voormalige leider Samuel Hinga Norman. De berechting van Hinga Norman heeft echter niet geleid tot onlusten. Het RUF is geen militaire noch politieke macht van betekenis meer. De RUF- strijders zijn gedemobiliseerd en ontwapend.
De belangrijkste bedreiging voor de stabiliteit en veiligheid van Sierra Leone is de hoge werkloosheid onder de bevolking, met name de jeugd, gekoppeld aan frustratie over het functioneren van de overheid en woede over de aanhoudende corruptie.
De verbetering van de mensenrechten zet door. Er zijn geen aanwijzingen dat in Sierra Leone op grote schaal ernstige schendingen van de mensenrechten worden gepleegd. In de praktijk komen nog schendingen voor, voornamelijk als gevolg van het nog gebrekkig uitgeruste veiligheidsapparaat, de nog niet overal goed functionerende rechterlijke macht en de tekortschietende infrastructuur voor detenties.
De burgeroorlog heeft een zware tol geëist onder vrouwen en kinderen. Veel kinderen hebben geen ouders meer of zijn van hen gescheiden geraakt. Vaak zijn zij fysiek en psychisch beschadigd door herhaalde verplaatsingen, blootstelling aan traumatische gebeurtenissen (verlies van familieleden, ontvoering, gedwongen rekrutering ten behoeve van strijdkrachten). Vrouwen en meisjes zijn veelal slachtoffer geworden van seksueel misbruik. Een aantal vrouwen en meisjes zou nog vrijwillig of onvrijwillig bij hun RUF-ontvoerders verblijven. In de praktijk worden vrouwen geconfronteerd met structurele wettelijke en sociale discriminatie.
Alle binnenlands ontheemden zijn ofwel teruggekeerd naar hun gebieden van herkomst ofwel hebben zich vrijwillig elders gevestigd. Alle voorheen verlaten steden en dorpen zijn weer bewoond en teruggekeerde ontheemden hebben weer bezit genomen van hun huizen en land. Op 1 oktober 2004 is UNHCR begonnen met het bevorderen van terugkeer van Liberiaanse vluchtelingen. Repatriëring van Sierra Leoonse vluchtelingen uit de buurlanden is eind december 2004 beëindigd. 67

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

I Literatuurlijst
Amnesty International (web.amnesty.org)

· Amnesty International expresses dismay at 10 death sentences for treason, 21 december 2004;

· Brief aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, kenmerk dir/dv/2004/04, 15 januari 2004;

· Annual Report 2004 (covering events from January ­ December 2003), 2004;
· Annual Report 2003 (covering events from January ­ December 2002), 2003;
· Sierra Leone: Government should denounce impunity agreement with the US (AFR 51/004/2003), 8 mei 2003;

· Open letter to the President of Sierra Leone urging rejection of the impunity agreement with the United States of America on the International Criminal Court (IOR 40/011/2003), 8 mei 2003;

· Sierra Leone, First indictments before the Special Court for Sierra Leone (AFR 51/001/2003), 2 april 2003.
Anti-Corruption Commission (www.anticorruption.sl)
· National Anti-Corruption Strategy, 15 februari 2005;
· Anti-Corruption Act 2000;

· Annual Report 2001.
BBC News (www.newsvote.bbc.co.uk)
Central Intelligence Agency (www.odci/gov/cia/pubications/factbook)
· The World Factbook: Sierra Leone, updated 16 dcember 2004; Committee to Protect Journalists (www.cpj.org)
· Protest Letter Sierra Leone: CJP protests journalist's detention, 14 oktober 2003
Economist Intelligence Unit (www.eiu.com)

· Sierra Leone Country Reports, juni 2001, september 2002, juni 2003, september 2003, maart 2004, juni 2004, september 2004, december 2004, maart 2005;

· Sierra Leone Country Profile 2004

· Sierra Leone Country Profile 2003

· Country Report Guinea, september 2002. Human Rights Watch (www.hrw.org)

· Security Council trip to West Africa, 9 juni 2004;
· World Report Sierra Leone, 2003;
68

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005


· The regional crisis and human rights abuses in West Africa, 20 juni 2003;
· "We'll kill you if you cry"; sexual violence in the Sierra Leone conflict, januari 2003;
ICRC (www.icrc.org)

· Annual Report 2003
International Crisis Group (www.crisisweb.org)

· Liberia and Sierra Leone: rebuilding failed states, 8 december 2004;
· Sierra Leone: The state of Security and Governance, 2 september 2003;
· Sierra Leone after elections: politics as usual?, 12 juli 2002;
· Sierra Leone: Time for a new military and political strategy, 11 april 2001. Norwegian Refugee Council (www.idpproject.org)

· Profile of internal displacement: Sierra Leone, 3 april 2003. OCHA (www.reliefweb.int/ocha_ol)

· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report August 2004, 31 augustus 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report July 2004, 3 augustus 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report May/June 2004, 30 juni 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report March 2004, 13 april 2004;
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report, October 2003, 6 november 2003;

· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report, May 2003, 31 mei 2003.
· Sierra Leone: Humanitarian Situation Report, Mar-Apr 2003, 30 april 2003. Persberichten

· onder andere AFP, ANP, Reuters, the Guardian (www.guardian.co.uk), IRIN (www.irinnews.org), The Independent
Physicians for Human Rights/ UNAMSIL

· War-related sexual violence in Sierra Leone, 2002. Reporters without Borders (www.rsf.org)

· Sierra Leone ­ 2004 Annual Report.
UK Foreign and Commonwealth Office (www.fco.gov.uk)
· Sierra Leone Country Profile, update 16 oktober 2002.
· Sierra Leone Assessment, april 2000
UNAMSIL (www.un.org/depts/dpko/missions/unamsil)

· Progress Report of proxy indicators in the area of restoration of state authority and recovery, 16 april 2003.
69

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

UNDP (hdr.undp.org/reports/global/2004)

· Human Development Report 2004: Human Development Index. UN General Assembly (UNGA) (www.un.org)

· Report of the UN High Commissioner for Human Rights on assistance to Sierra Leone in the field of human rights (A/59/340), 9 september 2004;
· Report of the Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights on the human rights situation in Sierra Leone (A/58/379), 18 september 2003.
UNHCHR (www.unhchr.org)

· Situation of human rights in Sierra Leone (resolutie 2003/80), 25 april 2003;
· Situation of human rights in Sierra Leone (for UN Commission on Human Rights) (E/CN.4/2003/35), 26 februari 2003.
UNHCR (www.unhcr.ch)

· Sierra Leone Operations Update, 31 december 2004;
· Sierra Leone Operations Update, 31 januari 2005;
· Global Appeal 2004 Sierra Leone.
UNICEF (www.unicef.org)

· Briefing Kit for Sierra Leone, februari 2005;
· UNICEF programmes in Sierra Leone 2004-2007, februari 2005;
· Draft Briefing Kit for Sierra Leone, november 2003
· Sierra Leone Update, 20 september 2002;

· Draft Consolidated Donor Report for 2001.
UN Security Council (UNSC) (www.un.org)

· Report of the Secretary-General on inter-mission cooperation and possible cross-border operations between the UN Mission in Sierra Leone, the UN Mission in Liberia and the UN Operation in Côte d'Ivoire (S/2005/135), 2 maart 2005;

· Progress report of the Secretary-General on ways to combat subregional and cross-border problems in West Africa (S/2005/86), 11 februari 2005;
· Twenty-fourth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S/2004/965), 10 december 2004;

· Twenty-third report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S/2004/724), 9 september 2004;

· Twenty-second report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S/2004/536), 6 juli 2004;

· Twenty-first report of the Secretary-General on the UN Misison in Sierra Leone (S/2004/228), 19 maart 2004;
70

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005


· Twentieth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S/2003/1201), 23 december 2003;

· Nineteenth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S/2003/863), 5 september 2003;

· Eighteenth report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S/2003/663), 23 juni 2003;

· Seventeenth Report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S2003/321), 17 maart 2003;

· Sixteenth Report of the Secretary-General on the UN Mission in Sierra Leone (S/2002/1417), 24 december 2002;

· Thirteenth report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Sierra Leone (S/2002/267), 14 maart 2002;

· Tenth report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Sierra Leone (S/2001/627), 25 juni 2001;

· Resolution 1562 (2004), 17 september 2004;

· Resolution 1537 (2004), 30 maart 2004.
USAID (www.usaid.gov)

· Mano River Countries ­ Complex Emergency Report #2, 15 mei 2003. US Department of State (www.state.gov)

· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 2004, 28 februari 2005;

· Sierra Leone International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004;

· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004;

· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 2002, 31 maart 2003;
· Sierra Leone Country Report on Human Rights Practices 1999, 25 februari 2000.
Websites:
www.allafrica.com
www.sc-sl.org: Speciale Strafhof
www.wfp.org
www.icrc.org
71

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

II Kaarten van Sierra Leone

72

Algemeen ambtsbericht Sierra Leone | april 2005

73


---- --