Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech van Ton Holtkamp, namens staatssecretaris Pieter van Geel, tijdens het startsein van 'de reizende tentoonstelling van de glasbak' op 17 mei 2005.

Dames en heren,

Iedereen kent het televisiespotje wel waarbij de glasbak voorbijgangers de stuipen op het lijf jaagt door hen aan te spreken. Echt spreken doet de glasbak bij ons in de buurt natuurlijk niet; maar hij heeft door de jaren heen wel ván zich doen spreken.

Wie kent het geluid van de glasbak niet? Het gerinkel van een fles die uiteenspat op een bed van scherven; of de holle echo die opklinkt van zijn nog lege bodem. Voor sommigen van ons is dit geluid alleen al reden genoeg om een uitje naar de glasbak te organiseren. Maar de voornaamste reden is en blijft toch wel onze wens om het milieu te besparen. En terecht, hij is een belangrijk instrument in de strijd voor een schoon en duurzaam milieu.

De glasbak is 27 jaar. Een leeftijd waarop je geteld wordt in onze samenleving. Nog jong, energiek en vol dadendrang, maar tegelijkertijd niet helemaal groen meer. Ervaring en kennis spelen ook een rol. Voor mensen vaak de overgang 'naar het echte leven', één met 'grote mensen'-verantwoordelijkheden. Het is dan echt de hoogste tijd om op eigen benen te staan.

Maar 27 jaar ervaring of niet, voor zijn voeding blijft de glasbak afhankelijk van anderen. Maar van wie?
In de eerste plaats natuurlijk van ons als burgers en consumenten. En wat dat betreft kwijten wij ons goed van onze taak; van de circa 30 kilo verpakkingsglas die iedere Nederlander jaarlijks gebruikt, komt ruim 80% in de glasbak terecht. Dat glas wordt gebruikt bij het maken van nieuw glas. Dit bespaart ons een heleboel afval, maar ook grondstoffen en energie.

Glas kan keer op keer hergebruikt worden zonder verlies van kwaliteit. Daarom streven we er ook naar om zoveel mogelijk glas te recyclen en zo min mogelijk glas in het zwerfafval of huisvuil terecht te laten komen. En ook al zijn we goed in het voeden van de glasbak, het kan altijd beter. Vandaar dat overheid, bedrijfsleven en gemeenten ook in het Convenant Verpakkingen III weer hebben afgesproken te streven naar een inzamelpercentage van 90%. De lat ligt daarmee hoog. Maar de uitstekende resultaten van onze 'buren' Duitsland en België laten zien dat deze ambitie niet té hoog reikt. De burgers daar zijn blijkbaar nog meer 'gesensibiliseerd', zoals onze zuiderburen dat zo mooi noemen. Maar ook hier in Nederland blijken individuele gemeenten veel te kunnen bereiken. De onderlinge gemeenten verschillen soms aanzienlijk in 'inzamellust'. En dat is echt niet alleen te verklaren door een grotere wijnconsumptie in de Bourgondisch ingestelde gemeenten!

Kort geleden zijn vijf gouden glasbakken uitgereikt aan gemeenten die de drukst bezochte glasbakken hebben. Een waardering voor de prestatie van de inwoners van die gemeenten. Zij doen namelijk het meeste glas in de glasbak. Maar hoe komt het nu dat de ene verstedelijkte gemeente soms wel 30% meer glas inzamelt dan de andere, volstrekt vergelijkbare, gemeente? Dat moeten we nu onderzoeken. De heer Van Notten zei het al: de Stichting Promotie Glasbak is druk bezig om de oorzaken te onderzoeken. En eigenlijk ben ik ervan overtuigd dat de stichting al goed op de hoogte is. Die 90% komt niet uit de lucht vallen; dat is echt haalbaar. Maar er is nog wel werk aan de winkel. Daarbij moeten we ook denken aan het beperken van de vervuiling van het ingezamelde glas. Ik doel dan op afval dat terechtkomt in de glasbak of glas dat niet goed gescheiden wordt op kleur. De scherven van kapotgegooid servies kunnen namelijk naast je relatie ook de recyclingmachine laten haperen...

Dames en heren, de glasbak gaat vandaag op reis. Een stap in de volwassenwording met de daarbijbehorende verantwoordelijkheid. Dat brengt mij op de verantwoordelijkheid voor de afvalinzameling als geheel. Want misschien is het ook wat dat betreft tijd om uit huis te gaan.
De tijd dat de overheid alles regelde is definitief voorbij. We willen meer en meer verantwoordelijkheid plaatsen dáár waar hij hoort. De inzameling gebeurt nu nog op kosten van de gemeenten, terwijl het de bedrijven zijn die hun producten in glas verpakken. Het nieuwe Besluit beheer verpakkingen en papier en karton is onlangs gepubliceerd in het Staatsblad. Dit besluit zal tot gevolg hebben dat het bedrijfsleven vanaf 2006 financieel verantwoordelijk is voor het behalen van 90% recycling van de glazen verpakkingen. Dit alles betekent natuurlijk niet dat er voor gemeenten geen taak meer ligt. Zij zullen met de producenten bepalen hoe ze hun inwoners kunnen blijven stimuleren zoveel mogelijk flessen in de glasbak te gooien, waarmee de recycling mogelijk blijft. Deze reizende glasbak is één van de manieren om de consumenten aan te moedigen. VROM zal in juni een campagne voor afvalscheiding voeren, waarbij gemeenten uitgenodigd zijn om hierbij aan te haken met hun lokale campagnes.

Het is tijd voor het aanvaarden van de reis. Ook de glasbak trekt de wijde wereld in om zijn horizon te vergroten. Ik hoop dat het zijn succes verder vergroot en dat hij nog meer flessen en potten zal opvangen. Ik verwacht dat ook. Hier binnen VROM zal iedereen wel van zijn belang doordrongen zijn; mijn collega's zijn natuurlijk allemaal allang kampioen in het flessen gooien. Maar hij kan nu zijn vleugels verder uitslaan. Ook al is hij nu volwassen, we zullen hem blijven volgen op zijn nieuwe grote reis.
Ik wens iedereen veel succes!

Dank u.