14/06/2005
Interpretatie wetgeving uitfasering AMGBs
Bestemd voor: belanghebbenden
Bij de uitfasering van anti-microbacteriële groeibevorderaars (amgbs)
is in de wetgeving geen overgangstermijn voor het opmaken van
bestaande voorraden opgenomen. Per 1 januari 2006 geldt daarom
feitelijk een vervoederverbod op diervoeders die andere antibiotica
dan coccidiostatica en histomonostatica als toevoegingsmiddel
bevatten.
Op grond van het tweede lid van artikel 11 van Verordening (EG) nr.
1831/2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding, mogen
andere antibiotica dan coccidiostatica en histomonostatica na 31
december 2005 niet meer als toevoegingsmiddel in de handel worden
gebracht en worden gebruikt. Het gaat om de middelen: Flavofosfolipol
(E 712), Monensin natrium (E 714), Salinomycine natrium (E 716) en
Avilamycine (E 717), die nu nog als voerbespaarders worden gebruikt.
Op 23 en 24 mei jongstleden is in de sectie diervoeding van het
Permanent Comité voor Voedselveiligheid en Diergezondheid gesproken
over de vraag of bestaande voorraden van diervoeders die deze
toevoegingsmiddelen bevatten na 31 december 2005 nog mogen worden
opgemaakt. Men is naar aanleiding van deze vraag tot de conclusie
gekomen dat Verordening (EG) nr. 1831/2003 niet in deze mogelijkheid
voorziet. Dit betekent dat er per 1 januari 2006 feitelijk een
vervoederverbod geldt voor diervoeders, die andere antibiotica dan
coccidiostatica en histomonostatica als toevoegingsmiddel bevatten.
Productschap Diervoeder