D66

Inbreng Ursie Lambrechts in het Algemeen Overleg over Medezeggenschap in het primair en voortgezet onderwijs

9 juni 2005

Voorzitter,

Ik heb veel waardering voor de Eindrapportage, die laat zien dat er zeer constructief gewerkt is aan een nieuwe vormgeving van de medezeggenschap die door iedereen gedragen kan worden. Het lijkt erop dat men een heel eind gekomen is. Nogmaals, waardering daarvoor. Ik begrijp ook het verzoek dat vanuit verschillende richtingen tot ons gekomen is om terughoudend te reageren op wat nu voorligt en dus liever niet met verregaande wijzigingsvoorstellen te komen. Dat zou een broos compromis om zeep kunnen helpen. Tegelijkertijd hebben al diegenen die vroegen om maar liever niks meer te veranderen tegelijkertijd toch nog wel een wijziging voorgesteld die hun eigen organisatie heel belangrijk vond. Ook dat begrijp ik. Ik wil mijzelf dus ook maar dezelfde vrijheid toestaan. Ik zeg toe geen wijzigingsvoorstellen te doen, behalve op die punten die D66 echt heel erg belangrijk vindt.

1. Een punt wat D66 echt belangrijk vindt is gezamelijk overleg De inzet voor deze nieuwe vormgeving van de medezeggenschap was om de gezamelijkheid van het overleg van docenten/ouders en deelnemers in stand te houden en tegelijktijd wel de nodige ruimte te creeren voor afzonderlijk overleg met uitsluitend personeel over b.v arbeidsvoorwaardelijke zaken. Die inzet - een stevige basis van gemeenschappelijk overleg- moet wat D66 betreft ook de uitkomst zijn. Daar zullen we straks de wet aan toetsen. Juist op dat punt ben ik nog niet overtuigd.
De verregaande flexibiliteit die wordt voorgesteld als het gaat om overdraagt van bevoegdheden naar de afzonderlijke geleding van ofwel personeel ofwel ouders/deelnemers, in combinatie met het schrappen van de spiegelbepaling, lijkt alsnog de mogelijkheid te bieden dat de medezeggenschap van ouders en leerlingen enerzijds en personeel anderzijds in de praktijk geheel los van elkaar gestalte kunnen gaan krijgen. Daar is D66 geen voorstander van. Ook niet als 2/3 van de MR of GMR daar mee instemt. Het haalt de reden van het bestaan van deze WMS onderuit. Die inzet - gemeenschappelijk overleg- moet ook de uitkomst zijn. Wij zijn niet tegen elke flexibiliteit. Integendeel, maar de basis moet wel het gemeenschappelijk overleg zijn.

2. Uitbreiding van bevoegdheden
Het huidige voorstel gaat uit van de bestaande bevoegdheden onder de WMO.
Vraag: Is ook besproken of er niet meer of zwaardere bevoegdheden aan de MR en de GMR gegeven zouden moeten worden.
(B.v - instemmingsrecht op de hooflijnen van het financieel beleid) En, b.v - een instemmingsrecht op fusies of splitsing van scholen. Als het om fusieprocessen gaat hebben leerkrachten/ouders en deelnemers altijd het nakijken gehad. Bijna de enige mogelijkheid om iets tegen te houden was als er procedure fouten werden gemaakt. Maar dat is vanzelfsprekend een onbevredigende vorm van medezeggenschap. Ik noem dit punt daarom omdat gegeven de voorgenomen wijzigingen in de planningsystematiek van scholen (van fusie, tot dislocatie tot splitsing en nevenvestiging) het heel belangrijk is om de medezeggenschap in de MR en de GMR juist op dit punt goed te regelen. Ik kom daar vanzelfsprekend op terug wanneer deze voorstellen in wetgeving worden omgezet. Maar het zou mij geruststellen nu alvast van de minister te horen dat zij dit inzicht deelt. En wat mij betreft mag die discussie ook de volgende stap zijn in het overleg dat het veld zelf heeft gevoerd over de WMS.

3.Vaste koppeling van het GMR-Lidmaatschap aan het MR-lidmaatschap Ik heb bij de behandeling van het wetsvoorstel m.b.t de lump sum in het primair onderwijs aangegeven dat D66 van mening is dat zoveel mogelijk zaken op het niveau van de scholen beslist moet worden. Dus zo veel mogelijk op een zo laag mogelijk niveau. En dat alleen onderwerpen die echt beter te regelen zijn op bovenschools niveau naar dat bovenschoolsniveau getild moeten worden. De macht en kracht van het bovenschools bestuur en van de bovenschoolse GMR moet van onderop worden gegeven. Van schoolniveau naar bovenschools niveau. Om die relatie te waarborgen heb ik een amendement ingediend dat regelt dat leden van de GMR voortkomen uit de MR-raden, waar ze ook zitting in hebben.
Dat amendement heeft het gehaald. Vreugde en blijdschap. Want voor D66 is dat een buitengewoon belangrijke aangelegenheid. Het heeft alles met bestuur en bestuurlijke vernieuwing te maken. Wie schetst mijn verbazing dat de minister dat met een pennenstreek het amendement weer ongedaan wil gaan maken.
Dan heb ik toch wel behoefte om van de minister eens te horen wat haar opvattingen hierover nou eigenlijk zijn. Niet de opvattingen van onderwijsorganisaties, maar haar eigen opvattingen.

4. Een geschillencommissie
De minister stelt voor om tot een geschillencommissie te komen voor het hele onderwijs. Dat delen we.
Al jaren ligt de wens op tafel om tot een betere geschillenregeling te komen. Dat kwam 3 jaar geleden al uit de evaluatie naar voren. Een geschillencommissie voor het gehele onderwijs, zoals de expertgroep eerder al adviseerde, lijkt D66 een verbetering.

5. De minister stelt voor om de ontheffingsmogelijkheid voor het instellen van een medezeggenschapsraad om religieuze redenen te laten vervallen.

Ook dat punt delen we. Ik vind het moedig dat juist een minister van CDA huize dit ook gewoon durft voor te stellen. Op allerlei terreinen moet eigen verantwoordelijkheid ook echt genomen wordt, dat mag dan ook gevraagd worden van leerkrachten/ouders en deelnemers op de scholen. Ook van diegenen die daar zelf niet direct behoefte aan hebben.
Ik hoop wel dat we daar dan in alle gevallen ook vrouwen in de Medezeggenschapsraden zullen zien.

6. De Fasciliteitenregeling voor de MR-leden.
Er moet een goede fasciliteitenregeling komen voor m.n ouders en deelnemers in de raden. Voor alle geledingen dus ook voor ouders en deelnemers. De minister vindt dat kennelijk ook. Maar ik weet niet zeker of wat zij voorstelt wel voldoende waarborgen daartoe biedt. Het voorstel wat zij doet vraagt van het schoolbestuur om met de Gmr overleggen over de faciliteiten voor alle geledingen binnen de Medezeggenschapsorganen. Het zegt nog niet zoveel. Wil het echt iets voorstellen dan zal er in elk geval een instemmingsrecht van de MR op moeten komen.
Kunnen we daarop rekenen?

9-6-2005 15:38