Gemeente Alkmaar


Subsidiebeleid gemeente Alkmaar onderzocht

Alkmaar, 9 juni 2005

In haar evaluatie van het subsidiebeleid in de gemeente Alkmaar concludeert de Rekenkamercommissie dat er nog flinke verbeterslagen nodig zijn om de doeltreffendheid en transparantie van het subsidiesysteem te vergroten. Het rapport is op 8 juni 2005 overhandigd aan burgemeester Van Rossen.

De Rekenkamercommissie onderzocht in hoeverre de subsidieverstrekking optimaal wordt beheerst en ingezet om zo doelmatig en doeltreffend mogelijk de beoogde doelen te bereiken. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de procedures en bedrijfsvoeringsaspecten van subsidieverstrekkingen. Er is niet gekeken naar de mate waarin gestelde doelen zijn gerealiseerd. Het onderzoek heeft betrekking op de subsidieverstrekking over het jaar 2003, met uitzondering van de subsidies aan het onderwijs. Na een inventarisatie door de Rekenkamercommissie van de in 2003 verstrekte subsidies zijn 33 dossiers bij 28 instellingen geselecteerd om een quick scan uit te voeren. Na deze quick scan is een procesevaluatie uitgevoerd, waarvoor zes budgetsubsidie dossiers zijn geselecteerd. In de procesevaluatie stonden de planning- en controlaspecten van de subsidieverstrekking en het proces van subsidieverlening centraal.

Conclusies
Om tot een controleerbaar en doelgericht subsidiebeleid te komen zijn door de Rekenkamercommissie een aantal normen geformuleerd. De bevindingen zijn beoordeeld in het licht van dat normenkader. Op basis daarvan is de Rekenkamercommissie tot een aantal conclusies op hoofdlijnen gekomen:

* Gemeentelijke subsidies dienen als sturingsinstrument om door de gemeente gewenste doelen te realiseren. Daarvoor moet de gemeente allereerst haar beleidsdoelen helder en meetbaar als gewenste effecten in de samenleving formuleren. Dat is tot nu toe onvoldoende het geval.

* Op het totaal van de subsidiegelden is geen allesomvattende afweging gemaakt over de verdeling van de subsidiegelden ten opzichte van de beleidsdoelen.

* De door de Raad vastgestelde subsidieverordening is niet helder een eenduidig. Hierdoor kan de Raad ook zijn controlerende functie niet goed uitoefenen. In de subsidieverordening zijn onvoldoende criteria opgenomen om tot een helder onderscheid in de toepassing van de verschillende typen subsidies te komen.
* Omdat de prestatieafspraken met instellingen veelal beperkt zijn tot een laag resultaatniveau (bijvoorbeeld alleen een omschrijving van de activiteiten en geen omschrijving van de resultaten), is het niet goed mogelijk om vast te stellen in hoeverre de subsidies hebben bijgedragen aan de gewenste maatschappelijke effecten. Een laag niveau van prestatieafspraken bleek veelal tot een daarop aangepast laag niveau van inhoudelijke rapportage te leiden.

De Rekenkamercommissie doet in haar rapport een aantal aanbevelingen die zowel gericht zijn op de kaderstellende en controlerende rol van de raad zelf, als op de concrete uitvoering van het subsidiebeleid door het college en de ambtelijke organisatie.

Momenteel lopen er nog onderzoeken van de Rekenkamercommissie naar het wijkgericht samenwerken en de programmabegroting.

14 juni 2005