Meeste ict-bedrijven denken na over offshoring


De ict-sector neemt het voortouw als het gaat om offshoring, het uitbesteden van werk in lagelonenlanden. India is onverminderd populair, maar Oost-Europese landen winnen terrein. Nearshoring heeft zo z n voordelen. Kostenbesparing is de belangrijkste reden voor het verplaatsen van arbeid, maar niet al het werk kan in het buitenland worden verricht. Volgens de sector blijft er genoeg te doen voor de Nederlandse programmeur.


Het seminar over it-kansen in lage-lonenlanden dat een aantal gerenommeerde ict-bedrijven organiseerde op 14 juni 2005 in Vught is druk bezocht. Paul Tjia, senior adviseur bij GPI Consultancy en één van de sprekers: Ik houd me al zo n vijftien jaar bezig met outsourcing, maar dit jaar zie je echt een doorbraak in Nederland. Van alle ict-bedrijven denkt 75% na over offshoring en er zijn nu al 5000 ict ers uit lagelonenlanden ingeschakeld.


Internationale handelsgeest

India is het meest populaire land om werk aan uit te besteden. Tjia: India is zeker al tien jaar gewild. Er zitten hoogopgeleide mensen die goed Engels spreken. Maar door de populariteit stijgen nu ook de lonen en kunnen andere landen inmiddels de concurrentie aan. Nederland heeft een echte handelsgeest en kijkt internationaal goed rond. De Engelsen besteden vooral werk uit in India, de Duitsers in Oost-Europa en de Fransen in Marokko. Wij Nederlanders kiezen ook voor minder voor de handliggende landen. Zo laat ABN AMRO software ontwikkelen in bijvoorbeeld Pakistan, doet Carpetland dat in Sri Lanka, zit Exact ook in Maleisië en besteedt Baan uit aan Libanon.


Hoewel het meeste werk nog steeds naar Azië gaat, raakt ook Oost-Europa erg in trek bij Nederlandse ict-bedrijven. Bernard van Oranje biedt nu met zijn bedrijf Levi9 ict-diensten aan vanuit Oost-Europa. Hij was één van de eersten die daar met zijn toenmalige bedrijf Clockwork de uitdaging aanging. Vijf jaar geleden hadden we een tekort aan goed opgeleide mensen. In Servië vonden we een ware talentenpool vol enthousiaste mensen én kregen we toegang tot nieuwe kennis. We werden er winstgevender en flexibeler door.


Naast de deur

Oost-Europa is voor Nederland relatief dichtbij. Nearshoring heeft een aantal voordelen ten opzichte van farshoring . Aziatische landen liggen ver weg, kennen andere tijdzones en een totaal andere cultuur. Michel Stijlen, directeur van de Ceasar Group: Wij hebben bewust voor Varna in Bulgarije gekozen. Je bent daar binnen drie tot zes uur als het nodig is. We werven mensen van de technische universiteit die goed Engels spreken, de salarissen liggen ongeveer een factor vijf lager, het klimaat is er prettig, de infrastructuur verbetert flink, de internet- en telecomfaciliteiten zijn uitstekend en er is slechts een tijdsverschil van een uur. We communiceren via videoconferences en laten mensen vaak invliegen.


Ook voor de Ceasergroep was een tekort aan personeel een aantal jaar geleden de belangrijkste reden om over de grens te kijken. Slijten: Nu is dat kostenbesparing. Wij garanderen de klant dat we binnen het budget en een bepaalde tijdspanne een project realiseren. Om dat waar te kunnen maken, hebben we op sommige piekmomenten overcapaciteit nodig. In Nederland is het verzorgen van die tijdelijke overcapaciteit erg duur, dat zou voor ons bedrijf verliesgevend zijn. Door gedeeltelijke offshoring komen we wel uit de kosten en blijven we winstgevend. We zijn bovendien flexibeler en schaalbaarder. We hoeven geen nee te verkopen aan een klant.


Kwaliteit is ook een reden voor offshoring. Ordina werkt samen met een select aantal Indiase partners. Directielid Radboud Berg: Zij hebben bepaalde kennis en expertise in huis die voor ons van toegevoegde waarde is.


Langetermijnstrategie

Als je aan offshoring begint, moet je wel een langetermijnstrategie hebben, vinden de sprekers in Vught. Berg: Je doet het er niet even bij. Vraag je vooraf goed af wat je ermee wilt bereiken. Offshoring stelt hoge eisen aan je organisatie. Internationale teams moeten kunnen samenwerken, het management moet erin geloven en ook organisatorisch moet je het kunnen bolwerken.


Niet al het werk is even geschikt om uit te besteden in het buitenland. Tjia: Zo n 25% van het ict-werk kan over de grens worden verricht. Denk aan programmeerwerk, testen, digitaliseren van documenten en het maken van een technisch ontwerp, animaties, games en websites. Berg: Strategische functies, projectmanagement, het opstellen van requirements en het uitzetten van de hoofdarchitectuur kun je het beste in Nederland houden. Voor programmeurs hier blijft er dus genoeg te doen.


Innovatie als antwoord

We moeten als BV Nederland goed kijken hoe we met de nieuwe ontwikkelingen omgaan, stelt Tjia. Op hogescholen en universiteiten studeren dit jaar 15 tot 20% minder ict-professionals af dan vorige jaren. Het potentieel aan goede ict ers in andere landen groeit juist enorm. Ik geloof dat innovatie het enige antwoord is. We moeten kerntaken hier houden en verder onze tijd besteden aan nieuwe technologieën en diensten. Laten we niet vergeten dat al die lagelonenlanden voor Nederland ook een exportmarkt zijn.


Mail de webredactie


15-06-2005 | Ministerie van Economische Zaken