Rijksuniversiteit Groningen

072 - Friese emigrant kiest voor aanpassing met behoud identiteit

Datum: 7 juni 2005

Friezen die in de jaren vijftig en zestig emigreerden naar landen als Canada, de Verenigde Staten en Australië hebben zich vrijwel volledig aangepast aan de cultuur vanhun nieuwe land. Daarnaast voelen ze zich echter nog steeds Fries. Ze identificeren zich sterk met hun nieuwe culturele identiteit, maar vinden hun oorspronkelijke identiteit even belangrijk. 'In die zin verschillen Friese emigranten niet van Marokkanen en Turken die naar Nederland zijn gegaan,' merkt onderzoekster Winny Bakker op. 'Behoud van eigen identiteit blijkt de integratie helemaal niet in de weg te staan.' Bakker promoveert op 16 juni aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Winny Bakker legde de basis van haar onderzoek naar de culturele identiteit van Friese emigranten tijdens het evenement Simmer 2000, toen menigeen vaak voor het eerst Friesland weer bezocht. Ze koos voor een onderzoek naar Friezen omdat deze bevolkingsgroep twee identiteiten heeft: Fries en Nederlands. `Ik wilde weten wat daarvan overblijft als Friezen emigreren,' legt Bakker uit. `Emigranten kunnen kiezen voor vier adaptatiestrategieën: assimilatie, integratie, marginalisatie en separatie. Friezen kiezen over het algemeen voor integratie met behoud van hun oorspronkelijke, Friese identiteit. Een Fries die is geëmigreerd naar Canada, voelt zich Canadees én Fries. Ik heb ook onderzoek gedaan naar emigranten uit Noord- en Zuid-Holland die geen sterk regionale identiteit hebben, maar zich vooral Nederlander voelen. Ook zij kiezen ervoor om te integreren, maar dan met behoud van de Nederlandse identiteit.'

Geen assimilatie

Het frappeert haar dat Nederlanders (Friezen even goed als Hollanders) niet assimileren. `Dat is opmerkelijk omdat Nederlandse emigranten erom bekend staan dat ze snel de nieuwe taal leren, hard willen werken en zich vrij gemakkelijk aanpassen aan de cultuur van hun nieuwe land. Integratie is gemakkelijker naarmate de afstand tussen de oorspronkelijke en nieuwe cultuur kleiner is. Integratie in Canada is voor een emigrant uit Afrika of Azië vaak moeilijker dan voor iemand uit Europa. Toch blijkt uit mijn onderzoek duidelijk dat Friezen en Hollanders hun oude identiteit even belangrijk vinden als hun nieuwe. Daarbij valt op dat voor Friezen de oude Nederlandse identiteit minder belangrijk is. Ze voelen zich meer betrokken bij Friesland dan bij Nederland.'

Gelukkig in nieuwe land

Bakker bekeek ook welke invloed de persoonlijkheid van een emigrant heeft op zijn welbevinden na emigratie. `Ik heb onderzocht in hoeverre emigranten contact maken met de nieuwe cultuur en daarbij vriendschappen sluiten. Daarbij heb ik hechtingsstijlen gebruikt als leidraad. Iemand die als kind heeft geleerd zich te hechten aan zijn verzorgers heeft meer vertrouwen in zichzelf en anderen dan iemand die dat niet heeft geleerd. Dat is later terug te zien in de manier waarop mensen in staat zijn banden aan te knopen in een nieuwe omgeving. Iemand met een zogenaamd zekere hechting vindt het gemakkelijker om te wennen aan een nieuwe omgeving en voelt zich daarom ook gelukkiger dan iemand die dat moeilijk vindt.' Ze zou graag zien dat dit deel van haar onderzoek navolging krijgt. `Het is bekend dat ingrijpende gebeurtenissen de hechtingsstijl kunnen beïnvloeden. Ik zou graag willen weten of de emigratie, op zich natuurlijk een zeer ingrijpende gebeurtenis in je leven, de hechtingsstijl van emigranten verandert. Dat zou je kunnen doen door de hechtingstijl van mensen te meten en hen vervolgens vanaf hun emigratie te volgen.'

Flexibiliteit en assimilatie

Verder heeft Bakker onderzocht welke interculturele persoonlijkheidskenmerken van invloed zijn op de integratie van emigranten. `Daaruit blijkt dat mensen die flexibel zijn positiever staan ten opzichte van assimilatie. Ik heb emigranten fictieve krantenknipsels laten lezen over emigranten die hadden gekozen voor een bepaalde manier van aanpassen. Hoewel Friese en Hollandse emigranten als groep duidelijk kiezen voor integratie, blijkt dat flexibele, vaak meer avontuurlijke, emigranten meer neigen naar assimilatie. Zij reageren bijvoorbeeld negatief op verhalen van emigranten die lid worden van de Nederlandse club of die veel contact onderhouden met Nederland.'

Integratiedebat

Bakker is zich ervan bewust dat haar onderzoek relevant is voor het huidige integratiedebat in Nederland. `Natuurlijk is het van belang dat emigranten zich aanpassen, de taal leren, aan het werk gaan en de culturele identiteit van hun nieuwe land omarmen. Maar dat betekent niet dat ze hun oorspronkelijke identiteit verplicht moeten afleggen. Dat doen Nederlanders in het buitenland ook niet. Net als Marokkanen en Turken in Nederland, kiezen Nederlandse emigranten meestal voor integratie in plaats van assimilatie. Dat Friezen in Canada zich na al die jaren nog steeds Fries voelen, staat hun integratie absoluut niet in de weg. Integendeel: ze zijn ook heel trots op Canada. Het werkt naar mijn mening juist averechts wanneer je van emigranten eist dat ze hun oude identiteit helemaal loslaten. Dan gaan mensen zich juist afzetten tegen de nieuwe cultuur omdat ze zich voelen aangetast in hun trots. Als generaties Nederlanders zich veertig jaar na hun emigratie nog steeds voor een deel Nederlander voelen, waarom verwacht je dan van emigranten hier dat ze hun Marokkaanse of Turkse identiteit achter zich laten? In die zin kunnen we in Nederland zeker nog iets leren van de ervaringen van Friese en Hollandse emigranten in het buitenland.'

Curriculum vitae

Winny Bakker (Buitenpost, mei 1976) studeerde Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de vakgroep Sociale en Organisatiepsychologie van de faculteit der PPSW van de RUG. Haar onderzoek is deels gefinancierd door donaties van de heren G. Nieuwe Weme en D. Smilde via het Ubbo Emmius Fonds en deels door subsidie van de Gratama Stichting via het Groninger Universitair Fonds. Zij promoveert tot doctor in de Psychologische, Pedagogische en Sociale Wetenschappen. Haar promotores zijn prof. dr. K.I. van Oudenhoven-van der Zee en prof. dr. J.P.L.M. van Oudenhoven. De titel van haar proefschrift luidt Emigration and well-being: The role of personality and cultural identity in acculturation. ISBN 90-76269-45-9.

Noot voor de pers

Informatie: Winny Bakker, tel. (050) 363 6357 of w.bakker@rug.nl.