Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: FEZ. 2005/1584
datum: 16-06-2005
onderwerp: Formulering LNV beleidsdoelen in maatschappelijke effecten (outcome)

Bijlagen:

Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van het Algemeen Overleg over de Evaluatie VBTB op 31 maart jl. is de motie-Douma c.s. (TK 29 949, nr. 11) aangenomen. Middels deze motie heeft de Tweede Kamer uitgesproken dat de beleidsdoelen geformuleerd moeten worden in termen van te realiseren maatschappelijke effecten (outcome) en in daarvan afgeleide prestatiegegevens. Daarvan kan alleen worden afgeweken als in begroting en jaarverslag een motivering wordt gegeven volgens het principe 'comply or explain'.

Met deze brief wil ik u, conform mijn toezegging tijdens het Wetgevingsoverleg over het LNV-jaarverslag 2004 op 8 juni jl., informeren over de wijze waarop ik voornemens ben maatschappelijke effecten en outcome-indicatoren in de LNV-begroting 2006 op te nemen. De totstandkoming hiervan vindt plaats in nauwe samenwerking met het ministerie van Financiën. Deze wijze van formulering heeft geen gevolgen voor de nieuwe indeling van de begroting van LNV, waarmee de Tweede Kamer in een eerder stadium via een voorbeeldbegroting (dummy) heeft ingestemd.

Formulering van maatschappelijke effecten (outcome) De LNV-begroting 2006 bestaat uit 7 beleidsartikelen. Elk beleidsartikel heeft een algemene beleidsdoelstelling en een aantal operationele doelstellingen. De algemene beleidsdoelstellingen geven een beschrijving van een door LNV gewenste stabiele (eind)situatie, een toestand verderop in de tijd. Algemene beleidsdoelstellingen zullen daarom niet in alle gevallen 'SMART' geformuleerd zijn. Bij alle algemene beleidsdoelstellingen worden outcome-indicatoren geformuleerd, waarmee de beoogde maatschappelijke effecten worden weergegeven. Ik ben voornemens alle beleidsdoelen op deze manier in termen van maatschappelijke effecten te formuleren. LNV past dus overal toe (comply) en hoeft niet uit te leggen dat wordt afgeweken van de gevraagde formulering (explain). De outcome-indicatoren geven aan welke maatschappelijke effecten LNV wenst te bereiken en waaraan het succes en de voortgang van het beleid kunnen worden afgemeten. De meeste indicatoren hebben een macrokarakter en zijn hooguit ten dele direct door LNV beïnvloedbaar. Bovendien zullen de indicatoren niet in alle gevallen de hele beleidsdoelstelling afdekken (het zijn immers 'indicaties'). Bij de outcome-indicatoren worden streefwaarden vermeld die de door LNV gewenste ontwikkelingsrichting aangeven. Deze streefwaarden worden uitgedrukt in waarden (geteld) of, als dat beter is, in woorden (verteld). De outcome-indicatoren zijn vooral bedoeld als 'bakens' voor de LNV-beleidsvelden en geven uitdrukkelijk geen resultaatgarantie. Wel kan een negatieve trendmatige ontwikkeling bij één of meerdere indicator(en) aanleiding geven tot zorg en eventueel tot het treffen van maatregelen. Het signaleren van negatieve trends en de noodzaak om maatregelen te treffen zijn voor mij dan ook de belangrijkste functies van deze 'bakens'. U kunt mij er dus wel op aanspreken, als u van mij actie verwacht. Ik verwacht echter niet dat u mij afrekent. Uitgangspunt bij het formuleren van de outcome-indicatoren is dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van reeds beschikbare gegevens, bij voorkeur uit externe bronnen zoals het LEI, Alterra en het Mileu- en Natuurplanbureau (MNP). De zeven beleidsartikelen bestaan naast een algemene beleidsdoelstelling uit één of meerdere operationele doelstellingen. De operationele doelstellingen worden actief geformuleerd. Ze geven aan wat LNV doet om de gewenste eindsituatie te bereiken. Bij de operationele doelstellingen worden output-indicatoren geformuleerd die aangeven welke prestaties LNV levert. Bij de formulering van de output-indicatoren wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande indicatoren uit de begroting 2005. De resultaten zult u aantreffen in de LNV-ontwerpbegroting 2006 die op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Tijdens de begrotingsbehandeling hoop ik met u van gedachten te wisselen over de geformuleerde indicatoren en de betekenis die ik eraan toeken. Mocht uw voorkeur uitgaan naar een andere wijze van formulering van beleidsdoelen in termen van maatschappelijke effecten, dan verneem ik dat graag. Ik sta open voor alternatieve suggesties van de Tweede Kamer.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman