Rechtbank Roermond


Verklaringen verdachte in zaak poging tot moord onrechtmatig verkregen

Roermond, 20 juni 2005 - In de zaak van de 66-jarige vrouw uit Weert, die werd verdacht van poging tot moord op haar echtgenoot op 11 december 2004, heeft de rechtbank Roermond vrijdag 17 juni bepaald dat de verklaringen die de vrouw heeft afgelegd na haar invrijheidsstelling op 11 december 2004 te 15.30 uur tot en met 14 december 2004, door de rechtbank buiten beschouwing moeten worden gelaten. Dit vanwege schending van het recht op bijstand van een advocaat.

De politie had, aldus de rechtbank, gezien de bijzondere omstandigheden, verdachte er op moeten wijzen dat zijzelf voor een raadsman zou moeten zorgen en dat zij er voor kon kiezen geen verklaringen af te leggen totdat zij zelf een advocaat had geregeld. Normalerwijze had de verdachte na inverzekering te zijn gesteld een piketadvocaat toegewezen gekregen. Dat was niet het geval. Na invrijheidstelling was verdachte, die inmiddels in een ziekenhuis verbleef, nog meermalen verhoord, waarbij zij, net als bij de verhoren vóór de inverzekeringstelling, telkens om bijstand van een raadsman had gevraagd. De verklaringen van verdachte vanaf de inverzekeringstelling tot op het moment dat zij alsnog in bewaring werd gesteld zijn daarom onrechtmatig verkregen.

De rechtbank acht poging tot moord niet bewezen, maar heeft de 66-jarige vrouw wel veroordeeld voor poging tot doodslag. Verdachte heeft bij de politie, de rechter-commissaris en ook op de zitting verklaard dat zij tijdens het eten met haar echtgenoot ruzie kreeg over de echtscheiding. Nadat haar man op de andere kamer was gaan slapen is verdachte, na zelf naar haar slaapkamer te zijn gegaan om te slapen, opgestaan om in de garage ijs te halen, teneinde zichzelf te kalmeren. In de garage zag zij de bijl liggen, heeft deze opgepakt en is hiermee naar de slaapkamer van het slachtoffer gelopen. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij op dat moment ten einde raad was, en daarbij werd overmand door emoties en gedachten over de problemen in haar leven, haar huwelijk en de naderende echtscheiding wat leidde in het in de slaapkamer hysterisch met de bijl inslaan op haar man. Deze verklaring vindt ook steun in de verklaring van het slachtoffer dat verdachte op de slaapkamer hysterisch was en in de verklaring van verbalisanten over de toestand waarin zij verdachte op de plaats van het delict hebben aangetroffen.

Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee onvoldoende wettig en overtuigend komen vast te staan dat er bij verdachte sprake is geweest van een kalm beraad en rustig overleg, zodat de rechtbank het primair ten laste gelegde, poging moord, niet bewezen acht.

Wel acht de rechtbank poging tot doodslag bewezen. Verdachte is met een bijl in haar handen naar de slaapkamer van haar echtgenoot gegaan en, staande bij het hoofdeinde van het bed, is zij met de bijl meerdere malen op het lichaam van haar man gaan inslaan, terwijl deze, liggend op bed, in slaaptoestand verkeerde. Onder die feiten en omstandigheden heeft verdachte de aanmerkelijke kans aanvaard, dat zij haar man zou doden.

De rechtbank Roermond heeft de vrouw een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd met aftrek van de dagen die inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis zijn doorgebracht.

LJ Nummer

AT7621

Bron: Rechtbank Roermond
Datum actualiteit: 20 juni 2005 Naar boven