Algemene Onderwijsbond

Rechter wijst spoedeisend karakter Wob-procedure achterstandenbeleid af

AOb-bestuurdster Liesbeth Verheggen:
'Minister vraagt Tweede Kamer nu al groen licht voor plan dat pas in december klaar is'

De president van de rechtbank in Den Haag heeft maandagmiddag 20 juni de eis van het Onderwijsblad om de Uitvoeringsanalyse Gewichtenregeling volledig openbaar te maken afgewezen, omdat er geen spoedeisend karakter is. De nieuwe gewichtenregeling is namelijk volgens de minister van Onderwijs in december 2005 nog onderwerp van interdepartementaal overleg, waardoor volgens de rechter het spoedeisend karakter van de eis tot openbaarmaking vervalt. Liesbeth Verheggen, bestuurder primair onderwijs van de Algemene Onderwijsbond, is daarom verbaasd over de planning van de minister. "Dat betekent dat de minister aanstaande donderdag aan de Tweede Kamer vraagt of die op veel punten ongezien akkoord willen gaan met iets dat pas in december 2005 definitief op papier staat. Ik kan dat niet volgen."

Het Onderwijsblad had met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur gevraagd om de uitvoeringstoets van de nieuwe gewichtenregeling van de dienst Cfi van het ministerie van onderwijs. De redactie kreeg vervolgens de 'uitvoeringsanalyse' waarin grote delen door de minister waren weggelakt, omdat deze nog onderdeel waren van 'intern beraad' of 'persoonlijke opvattingen' van ambtenaren bevatten. Afgelopen vrijdag spande de AOb, uitgever van het Onderwijsblad daarom een kort geding aan om alsnog voor de deadline van het Onderwijsblad en voor de behandeling van de gewichtenregeling in de Tweede Kamer aanstaande donderdag te kunnen beschikken over de volledige tekst van de nota die kritisch is over de uitvoerbaarheid van de nieuwe gewichtenregeling per 1 augustus 2006. Naar nu in de procedure bij de rechter blijkt wil de minister de plannen in december 2005 nog interdepartementaal bespreken en pas dan een Algemene Maatregel van Bestuur opstellen. Daarmee vervalt volgens de rechter het spoedeisend karakter. "Dat betekent dus dat de minister nu al in de Tweede Kamer om applaus vraagt voor plannen die niemand in het onderwijs ziet zitten, grote uitvoeringsproblemen oproepen en voor een groot deel nog onduidelijk zijn", constateert Liesbeth Verheggen.