Secretarie
Communicatiebureau/Bestuur
persbericht
|21 juni 2005Nieuw crisisbeheersingsplan ter voorbereiding op calamiteiten Utrecht
Het college heeft vandaag het 'Crisisbeheersingsplan Utrecht 2005-2009' vastgesteld. Utrecht zorgt met dit plan voor een moderne vervanger van het Rampenplan van 1999. Het plan voldoet aan de jongste wetgeving op het gebied van rampen en zware ongevallen, die na de vuurwerkramp in Enschede en de brand in Volendam was aangescherpt. Deze rampen hebben voor Utrecht geleid tot een veranderde benadering van crisisbeheersing. De afgelopen jaren is gewerkt aan het terugdringen van risico's door de verbetering van milieu-, brand- en bouwveiligheid. Ook in de voorbereiding op daadwerkelijke crises is een verbeterslag in gang gezet, waarvoor het crisisbeheersingsplan de basis vormt.
Risico's zijn niet uit te sluiten
Het college realiseert zich uiteraard dat een risicoloze maatschappij niet bestaat. Met de vaststelling van het Crisisbeheersingsplan heeft het college een flinke stap gezet in de voorbereiding voor het geval zich een calamiteit voordoet. Het college vindt dat de overheid niet als enige verantwoordelijkheid draagt voor veiligheid: ook burgers en ondernemers moeten bijdragen aan de eigen veiligheid en aan die van anderen. Het is belangrijk dat inwoners weten welke risico's er in hun omgeving zijn en op welke manieren de gemeente zich samen met andere instanties voorbereidt op specifieke crises. Het rampbestrijdingsplan Stationsgebied en de communicatie daarover is hiervan een voorbeeld.
Van ramp naar crisis
Een belangrijke verandering is het verbreden van de bruikbaarheid van het plan naar alle soorten crises. Het plan gaat dus niet alleen over de zwaarste categorie die we doorgaans als 'rampen' aanduiden. Het crisisbeheersingsplan is te gebruiken bij álle incidenten die een impact hebben op de inwoners, ondernemers en bezoekers van Utrecht. Bij zware ongevallen of rampen, zoals een zware ontploffing of het ontsnappen van giftige stoffen, maar ook in situaties van dreigend terrorisme, ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden of bij maatschappelijke onrust zoals die er was ten tijde van de Irakoorlogen en na de moord op Th. van Gogh.
Voorbereiding, hulpverlening en nazorg
Het Crisisbeheersingsplan is allereerst een organisatieplan: 'wie doet wat' bij een crisis, ramp, zwaar ongeval of de dreiging daarvan. Hoe zijn de taken verdeeld; hoe zorgen we dat we regionaal samenwerken en elkaar niet voor de voeten lopen; wie is bestuurlijk verantwoordelijk? De eerste bestrijding van calamiteiten is uiteraard in handen van brandweer, politie en geneeskundige hulpverlening; daarnaast hebben diverse gemeentelijke diensten een belangrijke taak bij de beperking van de gevolgen van een incident. Zeer belangrijk zijn immers -naast de acute hulpverlening aan de slachtoffers- de opvang van hun familie en naasten, snelle en adequate voorlichting, ruimte voor rouwverwerking, goede schandeafhandeling, enzovoorts. De ervaringen uit Enschede en Volendam leren, dat er rekening moet worden gehouden met een jarenlange nazorg aan slachtoffers. Juist op die 'gemeentelijke' taken in de crisishulpverlening bereiden de medewerkers zich beter voor door draaiboeken, het volgen van opleidingen en het houden van oefeningen. Het college is ervan overtuigd dat deze activiteiten groot rendement hebben voor de crisisbeheersing en zal die daarom actief stimuleren. Het plan is afgestemd met de andere gemeenten in de regio. Het college wil een actieve bijdrage leveren aan het ontwikkelen en verbeteren van (regionale) opschalings- en alarmeringsprocedures en een ruimere aandacht voor oefeningen. Verschillende deelplannen
Het Crisisbeheersingsplan bestaat uit drie delen. Het eerste deel bevat onder meer een inventarisatie van de belangrijkste risico's binnen de gemeentegrenzen en een globale beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van bestuurders, hulpverleningsdiensten en de gemeentelijke organisatie. Het tweede deel inventariseert alle bestrijdingsprocessen en hun onderlinge samenhang. Deze twee delen staan op de internetsite van de gemeente (www.utrecht.nl). Deel drie bestaat uit draaiboeken en interne procedures. Deze zijn geheim, omdat ze veel privacygevoelige en bereikbaarheidsgegevens bevatten.
Noot voor de media:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met bestuurscommunicatie, Sari Klatter, telefoonnummer 030 286 14 09.
|Postbus 16200 |
| |3500 CE UTRECHT | | |Telefoon: (030) 286 11 32 | | |Fax: (030) 286 11 43 | | |Internet: www.utrecht.nl |---- --