Waterschap Peel en Maasvallei


Actualiteiten

22-06-2005

Vergunningaanvraag Waterschapsbedrijf Limburg te Roermond

Op 27 april 2005 is een verzoek binnengekomen van Waterschapsbedrijf Limburg, postbus 314, 6040 AH te Roermond, om een vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Grondwaterwet en de Verordening Waterhuishouding Limburg 1997. Het verzoek is geregistreerd onder nummer 2005-2657 (579 WO).

De aanvraag
Er wordt vergunning gevraagd voor het onttrekken van maximaal 25 m3/uur, 600 m3/dag, 18.600 m3/maand en totaal 32.400 m3 grondwater gedurende ongeveer 61 dagen. De voorgenomen onttrekking is gelegen ter hoogte van de Baarstraat tot de Panheeldersteeg te Thorn. De percelen zijn kadastraal bekend als:
Gemeente Thorn, sectie D, nummers 189, 202, 204, 205, 206, 207, 208, 211, 212, 213, 214, 216, 220, 221, 224, 225, 260, 261, 264, 265; Gemeente Thorn, sectie B, nummers 1995, 1996, 1997, 2016, 2017, 2083, 2121, 2143, 2144, 2150, 2378, 2384, 2394, 2395, 2396, 2397, 2398, 2420, 2428 en 2443.
Het grondwater wordt onttrokken ten behoeve van het in den droge vervangen of
aanpassen van een transportriool.

Terinzagelegging
De aanvraag om vergunning en de ontwerpbeschikking liggen gedurende 4 weken na datum van publicatie van het ontwerpbesluit ter inzage in het waterschapshuis en in het gemeentehuis van de gemeente Thorn. Het ontwerpbesluit en de kennisgeving kunnen in de genoemde periode ook worden geraadpleegd via de internetsite van het waterschap www.wpm.nl - onder actualiteiten.
Binnen deze termijn kunnen bedenkingen en adviezen worden ingediend.

ontwerpbesluit

postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Ontwerp besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997
Nummer : 2005-2657 Venlo,
Bijlage(n) : 2
Op 27 april 2005 is een verzoek binnengekomen van Waterschapsbedrijf Limburg, postbus 314, 6040 AH te Roermond, om een vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Grondwaterwet en de Verordening Waterhuishouding Limburg 1997. Het verzoek is geregistreerd onder nummer 2005-2657 (579 WO).
De aanvraag
Er wordt vergunning gevraagd voor het onttrekken van maximaal 25 m3/uur, 600 m3/dag, 18.600 m3/maand en totaal 32.400 m3 grondwater gedurende ongeveer 61 dagen. De voorgenomen onttrekking is gelegen ter hoogte van de Baarstraat tot de Panheeldersteeg te Thorn. De percelen zijn kadastraal bekend als:
Gemeente Thorn, sectie D, nummers 189, 202, 204, 205, 206, 207, 208, 211, 212, 213, 214, 216, 220, 221, 224, 225, 260, 261, 264, 265;
Gemeente Thorn, sectie B, nummers 1995, 1996, 1997, 2016, 2017, 2083, 2121, 2143, 2144, 2150, 2378, 2384, 2394, 2395, 2396, 2397,
2398, 2420, 2428 en 2443.
Het grondwater wordt onttrokken ten behoeve van het "in den droge" vervangen of aanpassen van een transportriool.
Terinzagelegging
De aanvraag om vergunning en de ontwerpbeschikking liggen gedurende 4 weken na datum van publicatie van het ontwerpbesluit ter inzage in het waterschapshuis en in het gemeentehuis van de gemeente Thorn.
Het ontwerpbesluit en de kennisgeving kunnen in de genoemde periode ook worden geraadpleegd via de internetsite van het waterschap - www.wpm.nl - onder actualiteiten. Binnen deze termijn kunnen bedenkingen en adviezen worden ingediend. Overwegingen
Locatie
Het tracé van het transportriool is gelegen tussen Ittervoort en Thorn. Het tracé start bij gemaal Ittervoort nabij de kruising Napoleonsbaan/Ittervoortseweg. Vanaf hier volgt het tracé globaal de Heerbaan, Boekenderweg en de noordelijke stadsrand van Thorn. Dan doorkruist de leiding landelijk gebied richting de dakpannenfabriek om uiteindelijk te eindigen bij gemaal Thorn. Een overzicht van het tracé is weergegeven in bijlage 1. Het tracé omvat een hoger gelegen gebied en een lager gelegen gebied. Bemaling is alleen noodzakelijk in het lager gelegen gebied, vanaf de Baarstraat tot het gemaal Thorn. Het maaiveld ligt hier op ca. 23 à 24 meter + NAP, ongeveer 4 à 6 meter lager dan het hogere gedeelte. Het grondgebruik in de omgeving is hoofdzakelijk landbouwkundig. Een gedeelte van het traject is gelegen in de Provinciale Ecologische Structuur (PES) en maakt de onttrekking derhalve vergunningplichtig.
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Bodem en geohydrologie
Middels het Grondwaterplan Limburg, boringen uit het DinoLoket en een verkennend milieukundig onderzoek is de ondergrond in beeld gebracht. De ondergrond bestaat uit een deklaag met een dikte variërend tussen de 9 en 9,5 meter. Deze deklaag bestaat uit zand onderbroken met lagen klei en leem. De doorlatendheid hiervan is geschat op ongeveer 5 meter per dag.
De grondwaterstand ter plaatse van het te bemalen gedeelte van het tracé schommelt tussen de 21,50 m+NAP en 22,40 m+NAP.
Onttrekking
Ten aanzien van de onttrekking is uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
- De diepte van de onderkant leiding varieert van maximaal 21,75 m +NAP tot minimaal 20,70 m + NAP;

- Een drooglegging van 0,3 meter;

- De maatgevende grondwaterstand ligt tussen 21,50 m +NAP en 22,40 m +NAP;
- Aan één kant van de sleuf worden verticale filters geplaatst op circa 2 meter onder de onderkant van de sleuf;

- Een werksnelheid van 50 meter per dag, waarbij het traject wordt bemalen waar de uitvoering plaatsvindt, terwijl gelijktijdig het volgende traject wordt voorbemalen. Per dag wordt dus een deeltraject van circa 100 meter bemalen. Deel-
gebied
Gemiddelde
diepte
leiding
(m+NAP)
Maatgevende
grondwaterstand
(m+NAP)
Verlaging
grondwaterstand
(m)
Bemalings-
duur (dgn)
Debiet per
deeltraject
(m3)
Waterbezwaar
(m3)
L-M 21,75 22,40 0,95 7 20 3.360
M-N 21,05 22,30 1,55 7 25 4.200
N-O 20,70 22,20 1,80 14 25 8.400
O-P 20,80 21,95 1,45 17 25 10.200
P-Q 21,20 21,70 0,80 10 20 4.800
Q-R 21,40 21,45 0,35 6 10 1.440
Totaal 61 32.400
Verlaging van de grondwaterstand
Gezien de relatief lage debieten en de beperkte bemalingsduur is het invloedsgebied van de onttrekking ook vrij beperkt. Onderstaand is het berekende invloedsgebied weergegeven.
Verlaging (m) Afstand (m)

1,0 0,5 ca. 7,5
0,25 ca. 10
0,10 ca. 15
0,05 ca. 20
Er zal steeds over een klein deel van het tracé een verlaging optreden, namelijk rond het deeltraject dat op dat moment bemalen wordt.
Belang natuur
Op relatief korte afstand van het tracé, circa 50 à 100 meter, is volgens de Ecohydrologische Atlas van Limburg een hydrologisch gevoelig gebied gelegen. Het betreft een Elzenbroekbos op natte voedselrijke bodem. Gezien de afstand tot het tracé en het berekende invloedsgebied, is dit gebied niet gelegen binnen het invloedsgebied van de bemaling. Er zijn geen andere hydrologisch gevoelige gebieden gelegen binnen het invloedsgebied van de bemaling dus zal het belang natuur niet worden geschaad. postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Belang land- en tuinbouw
Het belang land- en tuinbouw zal niet worden geschaad, gezien het zeer beperkte invloedsgebied en de beperkte bemalingsduur.
Belang bebouwing
Binnen het invloedsgebied van de onttrekking is geen bebouwing gelegen. Het belang bebouwing zal dus niet worden geschaad.
Belang andere onttrekkers
Het belang van andere onttrekkers zal door de zeer korte bemalingsduur en de ondiepe onttrekking niet worden geschaad.
Belang oppervlaktewater
Ter hoogte van de Baarstraat kruist het tracé oppervlaktewater. Omdat de bemaling plaats vindt buiten het oppervlaktewater en de bemaling van korte duur is zijn er geen effecten hierop te verwachten. In de verdere omgeving van het tracé is geen oppervlaktewater aanwezig.
Verspreiding verontreiniging
Een verkennend bodemonderzoek heeft uitgewezen dat er langs het tracé geen bodemverontreinigingen aanwezig zijn.
Grondwaterbeleid
In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2001 is het beleid ten aanzien van grondwateronttrekkingen in het algemeen en bronbemalingen in het bijzonder vastgelegd.
1. Er mag geen permanente verlaging van de grondwaterstand optreden in een hydrologisch gevoelig gebied (inclusief bufferzone) ten opzichte van 1989;
2. Er mogen geen belangen van derden worden geschaad;
3. Het water moet doelmatig worden gebruikt en de hoeveelheid is in redelijkheid niet te verminderen.
Ad 1
Er treedt geen verlaging van de grondwaterstand op in een hydrologisch gevoelig gebied. Hiermee is de bemaling niet in strijd met het genoemde onder het eerste punt. Ad 2
Er worden geen belangen van derden geschaad.
Ad 3
Met de gekozen uitvoeringsmethode wordt op een zo efficiënt mogelijke manier water onttrokken. Alternatieven zijn niet benodigd gezien het feit dat er geen belangen worden geschaad.
Op basis van het aangeleverde onderzoek wordt vastgesteld dat de bemaling niet in strijd is met de doelstellingen en maatregelen zoals die in het POL zijn vastgelegd. Conclusie
Gelet op het bovenstaande en gezien het belang van de onttrekking, kan de gevraagde vergunning onder voorwaarden worden verleend.
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
BESLUIT
Gelet op de Grondwaterwet, artikel 14, lid 1, de Verordening Waterhuishouding Limburg 1997 en het Provinciaal Omgevingsplan 2001, besluiten wij: Aan Waterschapsbedrijf Limburg, postbus 314, 6040 AH te Roermond, een tijdelijke vergunning te verlenen voor het onttrekken van water aan de bodem voor de duur van maximaal 12 weken. Het grondwater mag worden onttrokken op de percelen kadastraal bekend als:
Gemeente Thorn, sectie D, nummers 189, 202, 204, 205, 206, 207, 208, 211, 212, 213, 214, 216, 220, 221, 224, 225, 260, 261, 264, 265;
Gemeente Thorn, sectie B, nummers 1995, 1996, 1997, 2016, 2017, 2083, 2121, 2143, 2144, 2150, 2378, 2384, 2394, 2395, 2396, 2397,
2398, 2420, 2428 en 2443.
Het grondwater mag worden onttrokken ten behoeve van het "in den droge" vervangen of aanpassen van een transportriool. Maximaal mag 25 m3/uur, 600 m3/dag, 18.600 m3/maand en in totaal 32.400 m3 grondwater worden onttrokken. Voorschriften
Aan deze vergunning verbinden wij de volgende voorschriften. BEMALINGSGEGEVENS

1. a. De grondwateronttrekking mag uitsluitend plaatsvinden gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 3 maanden;
b. De bemaling dient uiterlijk voor 1 juni 2006 te zijn uitgevoerd;
2. a. Het grondwaterniveau ter plaatse van de te bemalen deeltrajecten mag tot maximaal 0,3 meter onder het diepste punt van de onderkant leiding worden verlaagd. Dit betekent een verlaging tot maximaal 20,40 m+NAP; b. Als de werkzaamheden zover zijn gevorderd dat er een hoger grondwaterpeil kan worden gehandhaafd moet hiertoe worden overgegaan;
3. Voor het onttrekken van grondwater mag de onderkant van de putten niet dieper dan 6 m beneden maaiveld worden geplaatst (ongeveer 17,5 m+NAP). INRICHTEN ONTREKKINGSPUTTEN

4. Uiterlijk 4 weken voordat de bemaling wordt gestart moet het bemalingsplan in tweevoud ter goedkeuring zijn voorgelegd aan:
De projectleider van de eenheid Grondwater van het waterschap Peel en Maasvallei
Postbus 3390
5902 RJ VENLO
In dit plan moet tenminste zijn opgenomen:

- aantal, exacte plaats (in RD-coördinaten op minimaal 5 meter nauwkeurig) en diepte van de onttrekkingsfilters/putten,
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl

- de pompcapaciteit,

- de wijze van meting van het op te pompen water,
- de planning van de werkzaamheden.
De bemaling mag worden gestart nadat de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater het bovenstaande plan heeft goedgekeurd;
5. De houder van de vergunning is verplicht tot het volgende; t.a.v. onttrekkingsputten
a. Het daadwerkelijk inrichten of vervangen van de onttrekkingsputten moet gebeuren volgens de richtlijnen in bijlage 2 en moet uiterlijk 1 week voor de aanvang schriftelijk zijn gemeld aan de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater;
b. De exacte locaties van de onttrekkingsputten moeten uiterlijk 1 week na de boorwerkzaamheden schriftelijk zijn gemeld aan de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater;
METEN EN REGISTREREN

6. De houder van de vergunning is verplicht tot het volgende: t.a.v. hoeveelheid onttrokken grondwater
a. Het grondwater dat wordt onttrokken moet worden gemeten met één of meer deugdelijke watermeters.
b. Vòòr de aanvang van de bemaling moet de beginstand van de watermeters zijn geregistreerd. Daarna moeten de standen van de watermeters, tot het beëindigen van de bemaling, elke werkdag worden geregistreerd; c. Het meetbesluit (AMvB , 27 augustus 1985, Stb 531), als onderdeel van de Grondwaterwet, is van toepassing op het meten en registreren; t.a.v. registratie
d. Er moet worden gezorgd dat de waarnemingen, zoals bedoeld onder 6a en b in tabellen worden gezet en dat hiervan binnen één maand na afloop van de werkzaamheden een afschrift wordt gestuurd aan de projectleider van de eenheid Grondwater.
Deze waarnemingen moeten ook op het werk aanwezig zijn en ter inzage gegeven worden aan de controlerende ambtenaren van het waterschap; ALGEMENE BEPALINGEN

7. Afwijken van de gegevens welke schriftelijk zijn gemeld aan de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater is alleen toegestaan als de genoemde projectleider dit schriftelijk heeft goedgekeurd;
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl

8. Als de bemaling wordt gestart of (geheel of gedeeltelijk) buiten werking wordt gesteld moet dit terstond worden gemeld aan de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater. De onttrekkingsputten, die tot de inrichting behoren en definitief buiten gebruik worden gesteld, moeten zodanig worden afgedicht of afgewerkt dat verontreiniging van grondwater wordt voorkomen. Het afdichten of afwerken van de onttrekkingsputten moet gebeuren volgens de richtlijnen in bijlage 2;
9. De omgeving van de onttrekkingsputten moet zodanig schoon worden gehouden dat verontreiniging van het watervoerend pakket wordt voorkomen. Tevens moet worden voorkomen dat verontreinigd water via de onttrekkingsinstallatie in het watervoerend pakket stroomt;

10. Het waterverbruik moet waar mogelijk worden beperkt. Het verspillen van water moet worden voorkomen;

11. a. Het dagelijks bestuur van waterschap Peel en Maasvallei kan bij het optreden van nadelige gevolgen of schade aan derden als gevolg van de onttrekking onmiddellijk aanvullende voorwaarden voorschrijven voor het nemen van compenserende maatregelen;
b. Ongeacht het bepaalde onder a. van dit artikel is de houder van de vergunning verplicht bij het optreden van nadelige gevolgen of schade aan derden als gevolg van deze onttrekking maatregelen te nemen teneinde deze nadelige gevolgen te compenseren;
Voor informatie over de voorschriften kunt u zich wenden tot dhr. Stevens van het waterschap Peel en Maasvallei, projectteam Grondwater (tel. 077 - 3891 115). Afschriften
Een afschrift van dit besluit hebben wij gezonden aan:
- Waterschapsbedrijf Limburg, Postbus 314, 6040 AH Roermond, als beschikking op de aanvraag;

- Ingenieursbureau "Oranjewoud" B.V., Postbus 40, 4900 AA Oosterhout, ter kennisneming;

- Burgemeester en Wethouders van de gemeente Thorn, Postbus 3590, 6017 ZH Thorn, ter kennisneming;

- NV Waterleiding Maatschappij Limburg, postbus 1060, 6201 BB Maastricht, ter kennisneming.
Namens het dagelijks bestuur van
het waterschap Peel en Maasvallei
P.F. Willemse
projectleider grondwater
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Bijlage 1 Overzicht tracé
L
N
O
R
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl 5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Bijlage 2
De richtlijnen voor het inrichten en vervangen van de onttrekkingsputten:
- bij een nieuwe pompput moet ter plaatse van de slecht doorlatende lagen vanaf 0,5 m boven tot 0,5 m onder deze laag een afdoende kleiafdichting worden aangebracht;
- het boorgat moet vanaf maaiveld tot 3 m diepte of tot de bodem van het puthuisje worden afgedicht met bentoniet, cementspecie of klei; De richtlijnen voor het definitief afdichten van de onttrekkingsputten:
- het filter alsmede het traject tot 3 meter boven het filter moet worden volgestort met bentoniet, cementspecie of klei;

- het traject van 1 tot 4 meter beneden maaiveld moet worden volgestort met bentoniet, cementspecie of klei;

- ter plaatse van slecht doorlatende lagen moet vanaf 0,5 m boven tot 0,5 m onder deze laag bentoniet of cementspecie worden aangebracht;