Gemeente Rotterdam

Nr. 106
22 juni 2005

Komende 14 maanden nog 1700 deelnemers erbij

'Welkom in Rotterdam' voortgezet

Het project Welkom in Rotterdam, Mixen aan de Maas, waarbij 'oude' en 'nieuwe' Rotterdammers aan elkaar worden gekoppeld, wordt voortgezet. In de afgelopen zes maanden zijn 160 'koppelingen' gemaakt, waarbij zo'n 380 deelnemers waren betrokken. Tot en met 31 augustus 2006 moeten daar 750 koppelingen bijkomen, met 1700 deelnemers. Dat heeft het college van burgemeester en wethouders gisteren besloten.

Tijdens de proefperiode van het project hebben zich veel meer 'nieuwe', dan 'oude' Rotterdammers aangemeld, 240 tegen 190. Het werven van oude Rotterdammers is moeilijker dan het werven van nieuwe Rotterdammers. Veel mensen vinden het een aansprekend initiatief, maar dit blijkt niet altijd een reden om zich ook aan te melden.

De 'oude' Rotterdammers die zich wel hebben aangemeld, deden dat in veel gevallen, omdat ze trots zijn op de stad, de nieuwkomers het gevoel willen geven dat ze welkom zijn, of omdat ze meer willen leren over andere culturen in de stad. Voor 75 procent van de oude Rotterdammers was het de eerste keer dat ze vrijwilligerswerk deden.

De 'nieuwe' Rotterdammers doen vaak mee omdat ze de Nederlandse taal beter willen leren spreken en omdat ze graag in contact willen komen met Rotterdammers buiten hun eigen etnische groep. De meeste 'nieuwe' Rotterdammers werden geworven met behulp van de ROC's Zadkine en Albeda en de stichting Sober.

Vandaag waren minister Johan Remkes (Binnenlandse Zaken) en minister Rita Verdonk (Vreemdelingenzaken) in Rotterdam om kennis te maken met deelnemers aan het project Welkom in Rotterdam. Het kabinet ziet graag dat het initiatief door andere steden wordt overgenomen. In de Agniesebuurt maakten de ministers een wandeling en spraken met verschillende 'oude' en 'nieuwe' Rotterdammers.

'Welkom in Rotterdam' is één van de maatregelen die stonden aangekondigd in het actieprogramma Rotterdam zet door. De testfase werd vormgegeven door het Katholiek Centrum voor Welzijnsbehartiging (KCW), het Zadkine College, het Albeda College, de Unie van Vrijwilligers, Stichting SOBER, SBAW, Woonbron en de gemeente Rotterdam. Deze instellingen blijven ook bij het vervolg van het project betrokken.

noot voor de redactie/