Vereniging Nederlandse Gemeenten

Verslag bestuurlijke overleg wetsvoorstel ambulancezorg

De VNG heeft op 16 juni met de landelijke Veiligheidskoepel van gemeenten en hulpdiensten en het Interprovinciaal Overleg (IPO) een constructief gesprek gevoerd met ministers Hoogervorst van VWS en Remkes van BZK over het wetsvoorstel Ambulancezorg. Aanleiding voor het bestuurlijk overleg waren de door de Veiligheidskoepel en het IPO geconstateerde knelpunten in het Wetsvoorstel ambulancezorg en de gevolgen voor de ontwikkeling van de veiligheidsregios in Nederland. Met name over de positie van de meldkamer ambulancezorg en de vergunningverlening is discussie. Daarnaast is gesproken over de noodzaak van versterking van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR).
De ministers en de Veiligheidskoepel/IPO zijn op enkele punten nader tot elkaar gekomen en hebben afgesproken in augustus verder te praten.

Minister Hoogervorst toonde zich bereid te kijken of de termijn van vier jaar voor de vergunningverlening kan worden verlengd, zoals ook de Tweede Kamer heeft gevraagd. Ook wordt er financiering in de begroting van VWS opgenomen voor het opleiden en oefenen van de geneeskundige hulpverlening. Minister Remkes zegde toe de positie van de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF), die de leiding heeft over de GHOR in de veiligheidsregio, op dezelfde wijze te verankeren als de regionaal brandweercommandant. Over de rolverdeling tussen rijk, provincie en gemeenten/veiligheidsregios bij de vergunningverlening is geen overeenstemming bereikt.

Over de positie van de meldkamer wordt in augustus verder gepraat. VWS gaat daarvoor samen met de Veiligheidskoepel en het IPO in kaart brengen welke knelpunten er nog liggen en welke oplossingen denkbaar zijn. Voor de Veiligheidskoepel en het IPO heeft de meldkamer een cruciale positie in de aansturing van de hulpdiensten bij incidenten en rampen, waarvoor de burgemeesters van gemeenten en het veiligheidsbestuur verantwoordelijk zijn. Over de mate van de noodzakelijke publieke borging van die positie bestaat nog geen overeenstemming tussen het publieke veld en de departementen.