Talrijke tekortkomingen snelle veerboten

23.06.2005 / 10:25 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Raad v d transportveiligheid

PERSBERICHT 23 juni 2005

Onderzoeksraad voor Veiligheid: talrijke tekortkomingen snelle veerboten Veiligheidsniveau fast ferries moet omhoog

Op 18 oktober 2003 voer de draagvleugelboot Voskhod 605 van Naco Ferries/Connexxion even voorbij de Coenhaven op de kade, met 60 km per uur en 71 personen aan boord. Bij dit ongeval raakten 21 personen gewond en liep het schip aanzienlijk schade op. Uit het onderzoek dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid, onder voorzitterschap van mr. Pieter van Vollenhoven, heeft ingesteld, is gebleken dat het ongeval niet is veroorzaakt door een defect aan het schip. Niettemin zijn tijdens het onderzoek wel talrijke technische tekortkomingen vastgesteld. De directe oorzaak van de aanvaring was een koersafwijking die niet tijdig door de bemanning werd opgemerkt. De afloop van het ongeval was gezien de hoge snelheid relatief gunstig. Dit ondermeer doordat de aluminium romp als kreukelzone fungeerde en de aanvaringskrachten goed heeft opvangen.

Het bedrijf dat de veerdienst met draagvleugelboten op het Noordzeekanaal tussen IJmuiden en Amsterdam verzorgt is Naco Ferries/Connexxion. Dit bedrijf heeft naar het oordeel van de Onderzoeksraad onvoldoende verantwoordelijkheid genomen om deze vorm van passagiersvervoer te realiseren. Zo was het onderhoud van de schepen gebrekkig, reageerde Naco Ferries/Connexxion niet adequaat op eerdere incidenten en ongevallen en ging het niet in op verzoeken van bemanningsleden om aanvullende trainingen. Naco Ferries/Connexxion dient dan ook naar het oordeel van de Raad het algehele veiligheids- en kwaliteitsniveau op te voeren, om een verantwoord en veilig vervoer van passagiers te kunnen waarborgen. Deze aanbeveling richt de Onderzoeksraad voor Veiligheid tot Naco Ferries/Connexxion.

Connexxion Holding N.V., de houdstermaatschappij waaronder de veerdienst valt, met een 100% deelneming van de Nederlandse Staat, blijkt ook geen invloed te hebben uitgeoefend op het veiligheidsbeleid van Naco Ferries/Connexxion.

De Onderzoeksraad constateert bovendien dat de wet- en regelgeving geen gelijke pas houdt met de ontwikkelingen. Zo zijn er geen aanvullende eisen geformuleerd waaraan bemanningsleden dienen te voldoen voor het varen met dit soort snelle schepen. De minister van Verkeer en Waterstaat wordt dan ook aanbevolen met alle betrokken partijen in overleg te treden over maatregelen om de veiligheid van passagiers en bemanning te waarborgen.

Vastgesteld is dat er tijdens de vaart drie passagiers in de stuurhut aanwezig waren. Hoewel dat niet is toegestaan, stelt de Onderzoeksraad dat dit het ongeval niet heeft veroorzaakt of in de hand heeft gewerkt. Waarom de schipper de koersafwijking niet tijdig heeft opgemerkt, is echter onduidelijk gebleven.

Centraal nautisch beheer Noordzeekanaal, die verantwoordelijk is voor het scheepvaartverkeer op het Noordzeekanaal, heeft aan Naco Ferries/Connexxion een ontheffing verleend voor het op hoge snelheid varen met de draagvleugelboten. Met deze ontheffing wordt toestemming verleend om 60 km per uur te varen op een kanaal waar voor de overige scheepvaart een maximum van 18 km per uur geldt. De Raad beveelt Centraal nautisch beheer Noordzeekanaal aan om ofwel die ontheffing in te trekken, ofwel de uitgangspunten, zoals de onrealistische stopweg van 60 meter, ervan opnieuw te formuleren. De Onderzoeksraad vindt wel dat alle betrokken partijen die in Centraal nautisch beheer Noordzeekanaal zijn verenigd (de gemeenten langs het kanaal, het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam en Rijkswaterstaat), zich moeten realiseren dat een dergelijke ontheffingverlening niet lichtzinnig kan geschieden, hetgeen naar het oordeel van de Raad wel het geval is geweest.