Tweede Kamer der Staten Generaal

woensdag 22 juni 2005
vl/js

Onderzoek naar de parlementaire betrokkenheid bij de uitzending van Nederlandse militairen

De Tweede Kamer heeft in haar vergadering van donderdag 23 juni 2005 besloten een onderzoek in te stellen naar de parlementaire betrokkenheid bij het uitzenden van Nederlandse militairen in het kader van de NATO Response Force (NRF) en andere multinationale verbanden, zoals de EU Battle Groups. Doel van het onderzoek is om na te gaan of de huidige procedure van parlementaire betrokkenheid bij besluiten tot uitzending van Nederlandse militairen, gebaseerd op artikel 100 van de Grondwet, adequaat is in het geval het een deelname betreft aan de NRF of de EU Battle Groups. Het functioneren van regering en parlement in heden en verleden wordt geen onderwerp van het onderzoek.

De NRF vormt de snelle-reactiemacht van de NAVO, die bestaat uit eenheden van verschillende NAVO-lidstaten en wereldwijd binnen enkele dagen kan worden ingezet voor het oplossen van crises. Ook Nederland heeft militaire eenheden beschikbaar gesteld voor de NRF. Vanwege de korte reactietijd en het feit dat de Nederlandse eenheden reeds zijn toegewezen aan de NRF, kan een goede besluitvorming door de Kamer onder druk komen te staan.

Een werkgroep van vijf leden uit de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en Defensie zal het onderzoek uitvoeren. Zij zullen onder meer gesprekken voeren met deskundigen en werkbezoeken afleggen aan de NAVO en de EU en aan enkele parlementen in Europa. De werkgroep bestaat uit de leden Van Baalen (VVD), tevens voorzitter van de werkgroep, Brinkel (CDA), Herben (LPF), Karimi (GroenLinks) en Koenders (PvdA). De werkgroep streeft er naar om het onderzoek vóór het Kerstreces 2005-2006 af te ronden.