- - - - - - - - - - - - - - - - -
Tweede zeesluis is en blijft niet nodig
23-06-2005 * Op 16 juni 2005 kregen de statenleden van de Commissie
verkeer een presentatie over de Zeetoegang IJmuiden. Ook de geplande,
zeer kostbare tweede zeesluis kwam natuurlijk ter sprake. Stichting
Noordzeekanaalgebied Sterk, Schoon en Slim -uitgesproken tegenstander
van een tweede zeesluis-, die ook was uitgenodigd, was niet
gecharmeerd van de presentatie.
Er werden in de presentatie heel wat gechargeerde uitspraken gedaan,
die nergens op stoelden; dat alles om de planvorming voor de tweede
zeesluis maar veilig te stellen. Zelfs opmerkingen van de kant van de
voorstanders die bij de door de SP georganiseerde avond over de tweede
zeesluis begin 2004 in onze ogen duidelijk waren weerlegd, werden de
16e juni bij de presentatie weer opgedist alsof het nieuwe bevindingen
waren. Zo bijvoorbeeld de illusie dat de tweede zeesluis voor meer
werkgelegenheid in de haven zou zorgen. Nee dus, de cijfers en
prognoses tonen het tegendeel aan. De voorstanders lijken blind voor
de feiten. Van de tegenstanders kan dat niet worden gezegd. Hun
oordeel is immers gebaseerd op werkelijke en niet gedroomde feiten. De
SP neemt de brief van genoemde stichting hier dan ook integraal over.
De SP onderschrijft de kritiek en conclusies de Stichting
Noordzeekanaalgebied Sterk, Schoon en Slim. De tweede zeesluis moet er
niet komen. Het geld dat de provincie er vast voor heeft gereserveerd
moet worden besteed aan werkelijk noodzakelijke zaken, zoals
bijvoorbeeld de jeugdzorg.
---
Bas Amelung Stichting Noordzeekanaalgebied Sterk, Schoon en Slim:
In haar presentatie over de zeetoegang doet mevrouw Been een aantal
uitspraken zonder die in de goede context te plaatsen, waardoor een
vertekend beeld wordt opgeroepen van de situatie.
1. "De haven levert een belangrijke bijdrage aan het verminderen van
de werkgelegenheid onder laaggeschoolden."
De Monitor Werkgelegenheid Masterplan Noordzeekanaalgebied 2003,
opgesteld door Dienst Onderzoek en Statistiek in opdracht van het
Bestuursplatform zegt hierover op blz. 5:
"De havengebonden werkgelegenheid is tussen 1998 en 2003 met 1.951
personen afgenomen (- 7%). In 1998 en 1999 groeide de havengebonden
werkgelegenheid, daarna was er sprake van een lichte daling. In
dezelfde periode groeide de niet-havengebonden werkgelegenheid met
14.265 personen (+ 22%). Het aantal havengebonden bedrijven
verminderde met 105, een daling van 10%."
Monitor werkgelegenheid Noordzeekanaalgebied 2003
Ook voor 1998 nam de havengebonden werkgelegenheid al structureel af;
het gaat dus om een lange-termijn trend. Met andere woorden: de
stijging van de werkgelegenheid in het NZKG heeft weinig of niets met
havenactiviteiten te maken en alles met andere (d.w.z. droge)
activiteiten, zoals die in de nieuwe kantoortorens rond Sloterdijk.
Daar komt bij dat de havengebonden activiteiten steeds verder worden
geautomatiseerd en dus steeds beter geschoold personeel behoeven.
Overigens is het goed om op te merken dat de helft van de
havengebonden werkgelegenheid voor rekening van Corus komt, dat weinig
of niets met de sluis van doen heeft. Wel heeft het belang bij
verdieping van de IJ-geul, wat in het pakket 'no regret' maatregelen
zit dat de minister financiert.
Conclusie: ten onrechte wordt de suggestie gewekt dat haven en nieuwe
sluis een rol van betekenis zouden kunnen spelen bij het verminderen
van de laaggeschoolde werkloosheid.
2. "Met name door de turbulente ontwikkelingen in China heeft
West-Europa de grootste moeite om alle containerstromen te kunnen
afhandelen. Extra, goed bereikbare overslagcapaciteit in Amsterdam is
daarom hard nodig."
De CPB-notitie Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden, een second
opinion van 29 maart 2005 zegt hierover op blz. 13:
"Momenteel is er, mede door de enorme toename van het vervoer van/naar
China, enige schaarste aan overslagcapaciteit. (...) In 2005 wordt in
de Beneluxhavens een totale overslag van 17 miljoen TEU verwacht.
Uitgaande dat dit jaar de capaciteit van de Beneluxhavens gelijk is
aan de overslag, brengen de `harde' geplande uitbreidingen (met name
in Rotterdam en Antwerpen, BA) de totale overslagcapaciteit van de
Beneluxhavens op ca. 42 miljoen TEU. Dit is gelijk aan de raming van
containeroverslag in de Beneluxhavens voor het (hoogste) GC scenario
in 2030."
CPB Notitie: Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden
Conclusie: alleen op korte termijn is er wellicht enige schaarste aan
capaciteit; op de langere termijn naar alle waarschijnlijkheid niet.
Aangezien een eventuele sluis pas op langere termijn in gebruik kan
worden genomen, heeft de sluiskwestie helemaal niets te maken met
(dreigende) overslagschaarste.
3. "De overslagprognoses voor 2020 worden nu al bijna gehaald, met
uitzondering van containers."
Prof. Koopmans gaf al aan dat de overslagcijfers zeer wisselend zijn
van jaar tot jaar, zodat er op basis van cijfers over twee jaar nog
geen trend kan worden ontwaard. Daar komt bij dat in het geval van
steenkool het klimaatbeleid in Duitsland zeer bepalend zal zijn. Als
het klimaatbeleid strenger wordt (wat tamelijk waarschijnlijk is), zal
de vraag naar steenkool afnemen.
Nog veel belangrijker is dat de overslag vooral groeit in sectoren die
bijzonder weinig opleveren, zoals steenkool. Wel zijn de schepen die
deze droge bulk vervoeren van belang in het wachttijdendossier.
Aangezien kolenschepen vaak ongepland bij de sluizen aankomen, zitten
zij schepen in het vaarwater die wel volgens een dienstrooster varen,
zoals containerschepen. En deze laatste schepen leveren nu juist wel
wat op. De ontwikkeling van de containervaart bepaald in hoge mate de
grootte van de baten, niet de kolenschepen.
De CPB-notitie Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden, een second
opinion van 29 maart 2005 zegt hierover op blz. 24:
"Het negatief resultaat wordt verklaard door het feit dat een groot
deel van de overslag in de Amsterdamse havens bulkgoederen betreft,
waarvan de wachttijdkosten laag zijn en de baten in grote mate in het
buitenland neerslaan. Voor de containerstromen die meer baten met zich
brengen, is een zeer goed substituut aanwezig via de Rotterdamse
haven. De ontwikkeling van de containersector is zeer bepalend voor de
grootte van de baten. De ontwikkeling van deze sector in Amsterdam is
vooralsnog onzeker."
CPB Notitie: Kosten-batenanalyse Zeetoegang IJmuiden
Conclusie: de onstuimige groei van de steenkooloverslag levert vooral
meer wachttijden op voor containerschepen en nauwelijks meer baten. De
baten hangen voornamelijk af van de containers en de overslag daarvan
blijft sterk achter bij de raming. De uitkomst van de
kosten-batenanalyse zal hierdoor eerder nog negatiever uitvallen dan
positiever, zodat er geen enkele aanleiding is om op basis van de
ontwikkelingen nieuwe rekensommen te gaan maken.
4. "Het gaat goed met CERES: na 4 jaar hebben zich twee klanten
aangediend"
Hoewel dit nieuws een zekere psychologische doorbraak inhoudt die de
groei van CERES zou kunnen bevorderen, is het belangrijk om dit nieuws
in perspectief te plaatsen. Wethouder Van der Horst blijkt in de rol
van schuldeiser vlak voor de deal te hebben geëist dat de terminal op
zeer korte termijn klanten zou binnenhalen omdat hij anders beslag zou
laten leggen op het bedrijf. Het heeft er alle schijn van dat de
klanten onder deze druk fikse kortingen hebben kunnen bedingen op de
havengelden (het zou interessant zijn om dat eens na te vragen), zodat
er waarschijnlijk niets op de klanten wordt verdiend. Met deze klanten
is CERES (CCTE) niet uit de structurele problemen. De uitspraak op 9
juni 2005 in kort geding tussen de twee eigenaars van CCTE, CNK (van
oprichter Kritikos) en NYK (Japanse rederij) wordt over de problemen
o.a. het volgende gezegd:
" bevindt zich in een uiterst moeilijke positie. Met
ongesecureerde leningen ten bedrage van EUR 65 miljoen en staande
garanties voor nog eens EUR 33 miljoen loopt zij een zeer hoog risico.
CCTE verwacht alleen al dit jaar nog een EUR 11 à 12 miljoen nodig te
hebben. Het bedrag van de leningen die NYK thans heeft verstrekt
aan CCTE en de leningen die CCTE nog nodig heeft, zijn een veelvoud
van het bedrag waarmee partijen rekening hielden, toen zij de
joint-venture tot stand brachten Zij hielden rekening met enige
aanloopverliezen, niet met structurele verliezen van een dergelijke
omvang. NYK is in beginsel bereid CCTE na 6 juni 2005 verder te
financieren, maar niet onvoorwaardelijk. Zonder nieuw
financieringsarrangement zal CCTE niet langer aan haar verplichtingen
kunnen voldoen. De pogingen CCTE te verkopen zijn door CNK
gefrustreerd, CNK heeft volslagen onrealistische verwachtingen ten
aanzien van de waarde van CCTE."
Uitspraak Rechtbank Amsterdam
Conclusie: Ceres balanceert op het randje van faillissement en
eigenaar NYK wil er vanaf. Twee (hoogstwaarschijnlijk) slecht
betalende klanten veranderen hier niets aan.
5. "Een grote sluis is het beste alternatief"
Dat wil zeggen: het minst slechte alternatief. In de
kosten-batenanalyse van SEO komt dit 'beste alternatief' al als
verliesgevend uit de bus, laat staan in de second opinion van het CPB.
5. "CPB: 'het rendement is optimaal als de sluis wordt aangelegd
tussen 2013 en 2017'"
Geen sprake van. De CPB-notitie rept helemaal niet over het jaar 2017;
het persbericht wel, maar daar staat:
"Eerder dan 2017 is een tweede zeesluis zeker niet nodig; of dat
daarna wel het geval is, valt later te bezien."
Persbericht CPB
Conclusie: uitstel is goed, afstel wellicht nog beter. Alle reden om
de provinciale reservering van 34 miljoen euro in te zetten voor zaken
die wel maatschappelijk renderen, of anders aan de burgers terug te
geven.
---
Zie ook:
* Zeesluisbijeenkomst groot succes!
* Uitslag SP prijsvraag: Geen tweede zeesluis
Socialistische Partij