Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen over behandeling leerlingen aan Duits-Poolse grens

Den Haag | |Directie West- en Midden-Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |23 juni 2005                        |Behand|Sladjana Pantelic    |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DWM/541-05                          |Telefo|070 348 5135         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/1                                 |Fax   |070 348 6233         |
|Bijlag|1                                   |dwm@minbuza.nl               |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van de leden   |                             |
|t     |Timmermans, Verbeet en Van Heemst   |                             |
|      |(allen PvdA) over de behandeling van|                             |
|      |een groep Amsterdamse leerlingen aan|                             |
|      |de Duits-Poolse grens               |                             |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Timmermans, Verbeet en Van Heemst (allen PvdA) over de behandeling van een groep Amsterdamse leerlingen aan de Duits-Poolse grens. Deze vragen werden ingezonden op 31 mei 2005 met kenmerk 2040515590.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Timmermans, Verbeet en Van Heemst (allen PvdA) over de behandeling van een groep Amsterdamse scholieren aan de Duits-Poolse grens.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de onheuse en onaanvaardbare behandeling van een groep Amsterdamse scholieren bij de Duits-Poolse grens op dinsdag 24 mei en vrijdag 27 mei jl. in verband met een bezoek aan het voormalige concentratiekamp Auschwitz?

Antwoord

Ik ben op de hoogte via berichten uit de pers en heb via de Poolse ambassade op 30 mei jl. de verklaring van de school ontvangen over de gebeurtenissen op 24 en 26 mei jl. Op 31 mei jl. heb ik ook een fax van het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam betreffende dit incident ontvangen.

Vraag 2
Hebben deze scholieren en hun begeleiders verklaard zowel door de Poolse als door de Duitse autoriteiten op grove, beledigende en discriminerende wijze te zijn benaderd? Zo ja, bent u bereid hierover verklaringen van deze scholieren en hun begeleiders te laten opnemen.

Antwoord
De Poolse ambassade in Den Haag heeft direct nadat het incident via de media bekend werd, contact gezocht met de school en om een beschrijving van het incident gevraagd, zodat de Poolse autoriteiten actie konden ondernemen. De directie van de school heeft maandag 30 mei jl. een brief aan de Poolse en Duitse ambassadeurs gezonden voorzien van een verklaring van één van de begeleiders. In de brieven wordt melding gemaakt van racisme. In de verklaring wordt een beschrijving gegeven van een onheuse behandeling bij de Poolse en Duitse grenscontrole aan de Pools-Duitse grens. De verklaring maakt onder meer melding van onbeleefd en overdreven formeel gedrag. Daarnaast wordt melding gemaakt van een vraag of de leraren "ook normale kinderen bij zich hadden" alsmede van seksueel getinte grappen van de kant van de Poolse grenswacht.

Vraag 3
Wat is uw oordeel over deze verklaringen? Deelt u de mening dat deze manier van omgaan met burgers onaanvaardbaar is? Zo ja, op welke wijze gaat u de betreffende autoriteiten hierop aanspreken?

Vraag 4

Bent u bereid op basis van deze verklaringen bij zowel de Duitse als de Poolse regering om opheldering te vragen over hetgeen zich op 24 en 27 mei jl. aan de grensovergangen heeft voltrokken, en om daarbij te eisen dat de grensautoriteiten ter verantwoording worden geroepen en dat er maatregelen worden genomen tegen ambtenaren die zich tegenover deze Amsterdammers hebben misdragen?

Antwoorden
Ik heb de Nederlandse ambassades in Berlijn en Warschau verzocht navraag te doen bij de Duitse en Poolse autoriteiten naar wat er naar hun inzicht aan de grens is voorgevallen en te vragen welke maatregelen in reactie daarop zijn of worden genomen.

Uit de reacties van de Poolse en de Duitse autoriteiten komt het volgende naar voren. Op de heenreis duurde de controle door de Duitse grensbeambten relatief lang, als gevolg van het feit dat volgens de Duitse grenswacht één leerling niet beschikte over een geldige verblijfstitel voor Duitsland en twee leerlingen niet beschikten over de juiste documenten voor grensoverschrijding. De "reizigerslijst voor schoolreizen binnen de Europese Unie" waarop deze leerlingen vermeld waren, voldeed volgens de grenswacht niet aan de voorwaarden. Voor de eerste leerling werd een nooddocument opgesteld. Eén van de twee andere leerlingen kon het paspoort van zijn moeder overleggen, waarin hij vermeld stond. De gegevens van één leerling werden via de gebruikelijke wegen in Nederland nagetrokken. Op deze manier werd doorreis naar Polen alsnog mogelijk gemaakt. Vervolgens vond aan Poolse zijde de controle van documenten plaats die hoort bij deze grensovergang, die immers een buitengrens van het Schengen-gebied betreft. Zowel de Poolse als de Duitse autoriteiten geven aan dat de beschuldigingen van ongepast gedrag van de grenswacht niet bevestigd konden worden. Ook de controle bij de terugreis zou de tijd in beslag genomen hebben die nodig was voor alle controlehandelingen. De Poolse autoriteiten stellen tenslotte expliciet in relatie tot de beschuldiging van ongepast gedrag dat maatregelen worden genomen om de grensprocedures die toegepast worden op jeugdige reizigers die de grenzen van de Republiek Polen overschrijden, verder te versoepelen.

Ik concludeer hieruit dat een deel van het oponthoud aan de grens te maken heeft gehad met problemen rond de documenten van de leerlingen. Wat betreft de klacht over onheuse behandeling lopen de versies van de gebeurtenissen uiteen.

Uit de reactie van de Poolse autoriteiten op het incident blijkt dat zij zich zeer bewust zijn van de verantwoordelijkheid voor een correcte behandeling van personen tijdens de grenscontrole. Dit wordt ook onderstreept in de reactie van de Poolse Ambassadeur in Nederland op de brief van de school, waarin deze onder meer stelt: "De Poolse grenswacht benadrukt, ondanks het gebrek aan bewijzen voor ongepast gedrag van haar beambten, haar medevoelen naar aanleiding van het bij de grensprocedures ervaren ongemak en verzekert dat de grenswacht het hoogste belang hecht aan een blijvende vervolmaking van de kwaliteit van de grenscontroles, met bijzondere aandacht voor het competentieniveau, de verantwoordelijkheidszin en de beschaafde omgangsvormen van zijn beambten". Daarnaast stelt hij "Als ambassadeur van de Republiek Polen in Nederland wens ik mijn oprechte spijt te betuigen over het feit dat Nederlandse jongeren mijn land verlaten hebben met het gevoel niet correct behandeld te zijn geweest. . Ik geloof stellig dat de hierboven uitgedrukte garanties van de Poolse grenswacht de weerspiegeling vormen van een oprechte bekommernis om de noodzakelijke procedures te verzoenen met zo min mogelijk ongemakken voor - in het bijzonder - de jonge bezoekers van mijn land".

De mededeling van de Poolse autoriteiten dat men streeft naar verdere versoepeling van de procedures geeft eveneens aan dat men het zover mogelijk terugbrengen van de controle serieus neemt.

Vraag 5
Is de Nederlandse ambassade te Warschau op vrijdag 27 mei jl. ingeschakeld om de problemen op te lossen? Zo ja, wat heeft de ambassade ondernomen en waartoe hebben deze acties geleid? Kunt u de Kamer inzicht geven in de rapportage die de ambassade over deze voorvallen heeft opgesteld?

Antwoord
De begeleidende personen hebben telefonisch contact gezocht met de ambassade te Warschau. Deze heeft hun geadviseerd de grenswacht om naam en telefoonnummer van de behandelende Poolse ambtenaar te vragen, zodat de ambassade zelf contact op zou kunnen nemen met de grenswacht. Uit het verslag van de begeleiders blijkt dat deze werden verstrekt; aangezien de Poolse beambten onmiddellijk daarna aangaven dat de reis kon worden voortgezet, heeft er verder geen contact tussen de ambassade en de behandelende ambtenaar plaatsgevonden.

Hierover heeft de ambassade niet gerapporteerd; op dat moment leek het te gaan om een incident.

Vraag 6
Was de reis door zowel de school en de scholieren zelf en de gemeente Amsterdam zorgvuldig voorbereid, inclusief het zorgen voor geldige reisdocumenten en eventueel benodigde visa? Zo ja, hoe kan er dan toch aan een binnengrens van de EU gedoe ontstaan?

Antwoord
De school heeft ter voorbereiding van de reis contact gehad met de Poolse ambassade en de IND. De grens tussen Duitsland en Polen is een buitengrens van het Schengen-gebied. Derhalve dienen de Duitse en Poolse grensautoriteiten volledige grenscontroles uit te voeren. Zoals uiteengezet in de antwoorden op de vragen 3 en 4 was de Duitse grenswacht van mening dat één leerling niet beschikte over een geldige verblijfstitel voor Duitsland en twee leerlingen niet beschikten over de juiste documenten voor grensoverschrijding.

Vraag 7
Op welke wijze bent u van plan aandacht te besteden aan de Amsterdamse scholieren die, zoals te begrijpen is, zeer geschrokken zijn?

Antwoord
Ik ben in gesprek met de Poolse autoriteiten en de school over een Pools initiatief om naar aanleiding van het incident de leerlingen op een positieve wijze in contact met Polen en hun Poolse leeftijdsgenoten te brengen.


---- --