Rabobank Nederland

Rabobank en vakbonden vinden elkaar in nieuwe tweejarige CAO

23 juni 2005
Reparatie én vernieuwing centraal in CAO


- Structurele salarisverhoging van 2,75%

- Eén pensioenregeling voor iedereen

- Pensioenleeftijd 65 jaar, eerder stoppen blijft mogelijk
- Nieuwe arbeidsvoorwaarde: persoonlijk budget 1,8%

Vanmorgen bereikten de Rabobank en de vakbonden een onderhandelingsresultaat over de nieuwe tweejarige CAO. In deze CAO zijn definitieve afspraken gemaakt over pensioen, levensloop, VUT en de nieuwe WAO (WIA). Daarmee is de Rabobank de eerste grote werkgever die op al deze dossiers gedetailleerde afspraken heeft gemaakt. De Rabobank-CAO loopt van 1 mei 2005 tot 1 mei 2007. Rabobank en de vakbonden zijn een structurele salarisverhoging overeengekomen van 2,75%, waarvan 1,25% per 1 augustus 2005 en 1,5% per 1 juli 2006. Voor de ongeveer 41.500 Rabobankmedewerkers die onder de CAO vallen, zal met ingang van het komende jaar één nieuwe pensioenregeling gaan gelden. Alle bestaande pensioenregelingen houden dan op te bestaan. Ook treedt met ingang van 1 januari 2006 de levensloopregeling in werking. De nieuwe CAO vergroot de keuzevrijheid voor medewerkers. Jaap Lammers, hoofd Arbeidsvoorwaarden en Arbeidsverhoudingen Rabobank Nederland en onderhandelaar namens de werkgevers: "Deze afspraken passen bij onze ambitie een toonaangevend en vooruitstrevend werkgever te zijn."

De nadruk lag deze CAO-ronde op pensioenen. Het kabinet heeft uittreden vóór 65 jaar door nieuwe fiscale regels met ingang van 1 januari 2006 onaantrekkelijk gemaakt. Vanaf eind vorig jaar hebben de CAO-partijen in een gezamenlijke werkgroep met de medezeggenschap gewerkt aan een voor alle partijen aanvaardbare oplossing, die recht doet aan de wens van medewerkers om de uittreedleeftijd zoveel mogelijk in de buurt van de huidige te laten. Jaap Lammers: "De uitkomst van dit proces is alleszins acceptabel. Als Rabobank hebben we absoluut niet de intentie om te bezuinigen op de pensioenregeling. De ingrepen van de overheid zijn dan ook voor een groot deel geneutraliseerd, maar tegelijkertijd hebben we ook een echte vernieuwing weten te realiseren."

Hoge mate van flexibiliteit
Per 1 januari 2006 wijzigt de fiscale regelgeving waardoor stoppen met werken vóór 65 jaar via de huidige regelingen niet langer mogelijk is. Een belangrijke vernieuwing in de nieuwe pensioenregeling van de Rabobank is de mogelijkheid zélf de ingangsdatum van het pensioen te kiezen. Eerder stoppen met werken wordt een keuze, vanzelfsprekend wordt dan de uitkering daaraan aangepast. Later stoppen kan ook. Dat betekent dan een hogere pensioenuitkering. Met de nieuwe levensloopregeling kunnen medewerkers tijdens hun werkzame leven periodes van onbetaald verlof financieren. In dat geval dient die regeling als inkomensvoorziening. De levensloopregeling kan ook gebruikt worden om eerder te stoppen met werken. "Als medewerker kun je voortaan zelf kiezen. Je kunt ook later stoppen en dan een hoger pensioen krijgen, of een deel van het geld voor iets heel anders gebruiken, net wat je wilt. De keuze wordt bij de medewerker gelegd," aldus Lammers.

Vanaf 1 januari 2006 wordt voor iedere medewerker van de Rabobank, die valt onder de CAO, pensioen opgebouwd in de nieuwe regeling. Alle oude regelingen komen daarmee te vervallen. De Rabobank kent op dit moment nog drie verschillende pensioenregelingen, waarbinnen verschillende varianten bestaan, waaronder de oude eindloonregeling. In de nieuwe pensioenregeling wordt uitgegaan van een geïndexeerd middelloon. De Rabobank zal bovendien een grote extra storting doen in het pensioenfonds. Door deze storting blijft het (vooral voor de oudere) medewerker mogelijk om voor zijn 65ste uit te treden. De al bestaande flexibiliseringmogelijkheden zoals bijvoorbeeld deeltijdpensioen, pensioenuitstel of -vervroeging, blijven bestaan.

Persoonlijk budget
Voor alle medewerkers wordt, naast de pensioenregeling, voortaan eenmaal per jaar een persoonlijk budget beschikbaar gesteld van 1,8% van het 12-maandssalaris. Dit persoonlijke budget is vrij besteedbaar aan: directe consumptie, sparen, pensioen of bijvoorbeeld als storting in de levensloopregeling. Lammers: "Het persoonlijke budget past in de trend dat minder zaken dwingend en collectief in de CAO geregeld worden. Het sluit goed aan bij de wens van de individuele - veelal jongere - medewerker om zelf keuzes te maken."

Ziekte en arbeidsongeschiktheid
In de CAO zijn ook nieuwe afspraken opgenomen rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid. Uitgangspunt daarbij is 'werken'. CAO-partijen zijn het er over eens dat er sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid van manager en medewerker. De nieuwe afspraken rondom salarisbetaling bij ziekte en/of arbeidsongeschiktheid hebben als uitgangspunt: werken moet lonen, en meer werken moet méér lonen. Daarmee wordt aangesloten op de nieuwe WIA-wetgeving. Er zijn afspraken gemaakt over het salarisniveau tijden het eerste en tweede ziektejaar en ook over de aanvulling op de WGA-uitkering. Daarnaast is een aanvulling afgesproken voor die medewerkers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en zullen gaan vallen onder de IVA (Inkomens Voorziening Arbeidsongeschikten).

Reikwijdte afspraken
De CAO geldt voor alle medewerkers van de aangesloten Rabobanken, Rabobank Nederland (inclusief Rabobank International) en De Lage Landen. In totaal betreft het ongeveer 41.500 van de ruim 56.000 werknemers die bij de Rabobank Groep werken. De Rabobank-CAO is daarmee de grootste ondernemings-CAO van Nederland.

Het onderhandelingsresultaat met betrekking tot pensioenen is de uitkomst van een proces waarbij een groot aantal partijen betrokken is geweest: vakbonden, de deelnemersraad en het bestuur van het pensioenfonds, ondernemingsraden van verschillende groepsonderdelen en vertegenwoordigers van de kant van de werkgever. Het onderhandelingsresultaat is namens de Rabobank ondertekend door Jaap Lammers (hoofd Arbeidsvoorwaarden en Arbeidsverhoudingen Rabobank Nederland). Namens de vakbonden is de overeenkomst getekend door Wim ter Welle (De Unie), Fred Polhout (FNV Bondgenoten), Ike Wiersinga (CNV Dienstenbond) en Gabriëlle Verberne (Beroepsorganisatie Banken Verzekeringen).

De onderhandelaars van de vakorganisaties zullen het onderhandelingsresultaat positief aan hun leden voorleggen. Uiterlijk 25 juli a.s. zullen partijen vaststellen of dit onderhandelingsresultaat kan worden omgezet in een definitief akkoord.