Ministerie van Buitenlandse Zaken

Den Haag | |Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |24  juni 2005                       |Behand|R.J. Sieben          |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DVF/IF-165/05                       |Telefo|070-348 5044         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/5                                 |Fax   |070-348 4803         |
|Bijlag|                                    |rj.sieben@minbuza.nl         |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Informatie inzake voorbereiding Top |                             |
|t     |2005 en taakverdeling tussen Bretton|                             |
|      |Woods-instellingen, VN en OESO      |                             |
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Financiën, informatie aan over de taakverdeling tussen de Bretton Woods-instellingen, de VN en de OESO bij de voorbereiding van de Top 2005. Deze informatie heb ik u toegezegd tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissies voor Financiën en Buitenlandse Zaken van 15 september 2004.

De Top 2005 zal zich enerzijds richten op de hervorming van de VN en anderzijds op de voortgang van de uitvoering van de tijdens de Millenniumtop (2000) aanvaarde Millenniumverklaring, inclusief de stand van zaken met betrekking tot de Millennium Development Goals (MDG's), alsmede de voortgang van de geïntegreerde uitvoering van de uitkomsten van grote VN-conferenties en -toppen. De deelonderwerpen die op de agenda van de Top staan zijn over vier clusters verdeeld: (1) ontwikkeling, (2) veiligheid, (3) mensenrechten, rechtstaat en democratie en (4) institutionele versterking.

Vanuit hun mandaat ligt het voor de hand dat de Bretton Woods-instellingen en de OESO met name een rol spelen bij de voorbereiding van het onderdeel ontwikkeling, en het behalen van de MDG's in het bijzonder. De inbreng van WB, IMF en OESO richt zich vooral op de implementatie van de afspraken van de Millenniumtop. IMF en WB zullen samen met de WTO deelnemen aan de High-Level Dialogue on Financing for Development die op 27 en 28 juni plaatsvindt als voorbereiding op de Top. Tijdens deze bijeenkomst zal de implementatie van de afspraken van Monterrey worden besproken, evenals nieuwe plannen op het gebied van ODA, schuldverlichting, ontbinding van de hulp en innovatieve financiering.

Taakverdeling

Hoewel de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds (de zgn. Bretton Woods-instellingen) beide onderdeel uitmaken van het systeem van de Verenigde Naties hebben ze elk een dusdanig eigen taak en structuur dat zij in de praktijk hiervan los gezien worden. Tussen de OESO en de VN bestaan formeel geen banden, maar beide instellingen werken wel op velerlei terrein samen.

Het Internationale Monetaire Fonds (IMF) heeft tot taak het handhaven van de monetaire en financiële stabiliteit in de wereld, essentieel voor economische groei en armoedebestrijding. De Wereldbank (WB) is de belangrijkste multilaterale instelling die zich bezighoudt met de financiering van ontwikkeling via leningen en sedert een aantal jaren ook via schenkingen. Naast financiering hebben beide instellingen, en dan vooral de WB, in de jaren negentig ook een belangrijke rol in beleidsontwikkeling gekregen. De interventies van IMF en WB zijn naast die van de VN cruciaal voor de vraag of de Millennium Development Goals (MDG's) in veel landen zullen worden gehaald. De VN heeft in de meeste gevallen niet de rol van financier: de meerwaarde van de VN ligt veelal op het gebied van technische assistentie, capaciteitsopbouw en pleitbezorging voor de MDG's. Daarbij is de meerwaarde van de VN dikwijls het meest zichtbaar in sociale sectoren en op het snijvlak van politiek en ontwikkeling, bijvoorbeeld in democratiseringsprocessen, post-conflictsituaties en het integreren van mensenrechten in ontwikkeling.

Het Development Assistance Committee (DAC) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is het forum waar tweeëntwintig bilaterale donoren, de Europese Commissie, de WB, het IMF en de VN elkaar treffen als het gaat om het stellen van normen voor de besteding van Official Develepment Assistance (ODA) en het nadenken over armoedebestrijding en globalisering vanuit een meer wetenschappelijke invalshoek. Het DAC stelt beleidsrichtlijnen op, publiceert statistieken en voert zogenaamde peer reviews van de prestaties van individuele donoren uit. Met het rapport Shaping the 21st Century: the Contribution of Development Co-operation van 1996 heeft de OESO de basis gelegd voor het nieuwe denken over ontwikkelingssamenwerking dat onder meer zijn weerslag heeft gekregen in de formulering van de MDG's.

De drie genoemde instellingen hebben geen onmiddellijke verantwoordelijkheid voor de Top in september, maar werken wel nauw met de VN samen bij het behalen van de MDG's, waartoe ook zij zich gecommitteerd hebben.

Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste onderwerpen die voor de Top 2005 van belang zijn en waaraan deze instellingen een bijdrage leveren. Bij het onderstaande mag niet uit het oog verloren worden dat de drie instellingen niet autonoom zijn maar, net als de VN, aangestuurd worden door hun leden, resp. aandeelhouders. Over de voorbereiding van de Top door de VN bent u al geïnformeerd in mijn brieven van 25 februari (kamerstuk 26150, nr. 17) en 26 april (kamerstuk 26150 nr. 19). Binnenkort gaat u ook een brief toe over de Nederlandse inzet voor de Top.

Rapportage, analyse en werkprogramma's
Ter gelegenheid van de voorjaarsvergaderingen van WB en IMF heeft de WB in 2004 en 2005 het Global Monitoring Report gepubliceerd. Hierin geeft de WB een overzicht van de stand van zaken m.b.t. het behalen van de MDG's en doet zij aanbevelingen voor de wijze waarop deze het beste gehaald kunnen worden. Een groot deel van de inbreng van de verschillende actoren in het voorbereidingsproces is op deze analyses van de WB gebaseerd.

In haar laatste rapport roept de WB op om de MDG's beter in de ontwikkelingsstrategieën van landen te integreren, meer aandacht te besteden aan de particuliere sector in deze landen en meer aandacht te besteden aan publieke dienstverlening (service delivery) aan de allerarmsten. Daarnaast pleit de WB voor het opheffen van handelsbarrières en het vergroten van de effectiviteit van de hulp.

Aandacht voor verbetering van de omstandigheden waarin de particuliere sector in veel landen opereert en aandacht voor service delivery in zowel de gezondheidszorg, onderwijs als sanitatie maken een vast onderdeel uit van de programma's van de WB in de meeste landen waar zij actief is. Ook helpt de WB veel landen bij het opbouwen van infrastructuur die hun deelname in het internationale handelsverkeer mogelijk moet maken.

De rapportage van de DAC heeft de afgelopen jaren in het teken gestaan van het verzamelen van gegevens. Hieruit blijkt dat voor het behalen van de MDG's extra inspanningen nodig zijn. Ter voorbereiding van de Top 2005 heeft de OESO hierover het rapport Making Pverty Reduction Work uitgebracht. Ook is in het kader van het afleggen van wederzijdse verantwoording het DAC een dialoog begonnen met de landen van het New Partnership for Africa's Development (NEPAD) begonnen over de gewenste beleidsomgeving voor de bevordering van ontwikkeling in Afrika.

Effectiviteit van de hulp
Bij de discussie over effectiviteit van de hulp leveren de WB en het IMF een directe bijdrage. Zo hebben de evaluatiediensten van beide instellingen in de zomer van 2004 het PRSP-proces tegen het licht gehouden en bekijken Bank en Fonds thans hoe dit proces verbeterd kan worden zonder te tornen aan het leiderschap dat de betrokken landen zelf hierbij moeten tonen. Eén van de belangrijkste vragen hierbij is hoe de MDG's het beste in nationale ontwikkelingsstrategieën kunnen worden verwerkt. Daarbij moet er bovendien op toegezien worden dat economishe en sociale ontwikkeling alsmede milieubehoud en -beheer conform het actieplan van Johannesburg met elkaar in evenwicht gebracht worden. De Bretton Woods-instellingen, de OESO en de VN kunnen deze landen hierbij elk vanuit hun eigen invalshoek steunen.

Daarnaast hebben de OESO en de WB nauw samengewerkt bij de totstandkoming van de Verklaring van Parijs van maart jl. In deze verklaring hebben partnerlanden en donoren duidelijke afspraken vastgelegd over verbetering van de effectiviteit van de hulp. De verklaring bevat twaalf indicatoren en bijbehorende in 2010 te behalen targets , die donoren moeten aanzetten tot betere afstemming van hun hulp met nationale procedures (alignment) en onderlinge harmonisatie. De partnerlanden worden aangespoord tot een effectief ontwikkelingsbeleid en verbetering van de openbare financiën. Aan donorzijde hebben de WB, het IMF, de VN en bijna alle leden van het DAC zich aan deze afspraken gecommitteerd. In het vervolgtraject zal de OESO zich voornamelijk richten op de monitoring van de afspraken en zal de WB een belangrijke rol spelen bij de implementatie.

Financiering en extra schuldvermindering

Ook de WB heeft berekend dat minstens een verdubbeling van de thans beschikbare ODA nodig is om de MDG's in 2015 te behalen. De verdubbeling van de hulp zal van bilaterale donoren moeten komen. Een deel van deze extra hulpinspanning kunnen zij bijvoorbeeld via het IDA-loket van de WB sluizen.

Ook schuldkwijtschelding geeft aan de betrokken landen meer financiële armslag. De voorstellen voor multilaterale schuldkwijtschelding waaraan op het ogenblik wordt gewerkt, kennen de WB, het IMF en het African Development Fund een belangrijke rol toe bij de besteding van de extra middelen die bilaterale donoren hiervoor beschikbaar zouden moeten stellen. Deze operatie mag vanzelfsprekend niet ten koste gaat van de financiële soliditeit van deze instellingen zelf: zo zou je het kind met het badwater weggooien.

Voorkomen van nieuwe onhoudbare schulden

Hiermee samen hangt de rol die WB en IMF spelen bij het voorkomen van nieuwe onhoudbare schulden. Zij hebben hiervoor een schuldhoudbaarheidsraamwerk opgesteld waarmee op basis van landenspecifieke analyses vastgesteld wordt of de schulden van een land onhoudbaar zijn of niet. Deze analyse maakt het mogelijk om te bepalen in welke vorm (leningen of schenkingen) de financiering voor het bereiken van de MDG's gegeven moet worden om zo nieuwe onhoudbare schulden te voorkomen.

Bevordering van internationale handel
Hoewel de World Trade Organization (WTO) primair verantwoordelijk is voor het wegnemen van reële handelsbelemmeringen, zijn IMF, WB en OESO zeer actief op dit terrein. Hun activiteiten bestaan uit het bepleiten van een open handelssysteem, het verstrekken van technische assistentie en financiering om tijdelijke schokken op te vangen die voortvloeien uit het wegnemen van internationale handelsverstoringen.

Conclusie

De VN heeft een trekkersrol ten aanzien van de MDG's die zijn voorgekomen uit VN-toppen en -conferenties. De WB, het IMF en de OESO brengen vanuit hun eigen mandaat maatregelen in stelling die het mogelijk moeten maken dat de MDG's in 2015 worden gehaald. Als zodanig leveren zij een belangrijke bijdrage aan de voorbereiding van het cluster ontwikkeling van de Top 2005.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

-----------------------
Voor de hervorming van de VN is in dit kader van belang dat de WB waarschijnlijk zal worden gevraagd zitting te nemen in de nog op te richten Peace Building Commission gezien de ervaring van de WB bij wederopbouw na conflicten. De WB heeft een aantal OESO-werkgroepen voorgezeten, een gedetacheerde aan het OESO-secretariaat geleverd. Over de nadere invulling van een aantal targets moet nog - vóór de Top 2005 - overeenstemming bereikt worden. IBRD-leningen vallen niet onder de ODA-definitie wegens te geringe concessionaliteit.

---- --