Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
www.minlnv.nl / persberichten

Rapport 'Verrassende Ruimte - Een sociale en economische agenda voor het landelijk gebied'

'Platteland ontdoen van negatief imago'

24 juni 2005 -

Gemeenten en provincies kunnen allerlei maatregelen nemen om de vitaliteit van het platteland te vergroten. Bewoners van het platteland nemen verschillende initiatieven die soms een extra ondersteuning nodig hebben. Het rijk moet vooral écht sturen op hoofdlijnen en faciliteren waar nodig. Dat is één van de conclusies uit het rapport 'Verrassende Ruimte' dat gisteren is gepresenteerd. Secretaris-Generaal Kalden van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) nam het rapport namens minister Veerman in ontvangst.

Het rapport 'Verrassende Ruimte' vormt het sluitstuk van een traject dat de afgelopen maanden in opdracht van de interdepartementale kerngroep Vitaal Platteland is georganiseerd. Deze kerngroep wordt gevormd door de ministeries van LNV, BZK, VROM, VWS en SZW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

In het kader van de verdere uitwerking van de Agenda Vitaal Platteland zijn hiertoe in 2004 en 2005 kleinschalige regionaal georiënteerde Werkplaatsen gehouden. Lokale en regionale bestuurders en andere relevante maatschappelijke actoren gingen met het Rijk in discussie over actuele knelpunten en kansen in de betreffende regio. De rode draad hierbij was steeds de rol- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de verschillende partijen.

In tegenstelling tot de veelal negatieve beeldvorming over het platteland, laten talloze voorbeelden zien dat plattelandsvernieuwers uitstekend in staat zijn de kracht van het platteland te benutten. Enkele voorbeelden zijn het gebruik van agrarische gebouwen voor nieuwe economische dragers, en het op creatieve wijze organiseren van diensten en voorzieningen in zogenoemde (soms virtuele) 'servicecentra'. Wel moeten bestuurders de ruimte geven aan dit soort initiatieven door bijvoorbeeld belemmeringen in wet- en regelgeving uit de weg te ruimen, en in het gebiedsgericht werken ook aandacht te besteden aan sociale en economische vraagstukken.

Gedeputeerden en wethouders hebben tijdens de bijeenkomst voorbeelden gegeven hoe zij de vitalisering van het platteland in de praktijk brengen en welke acties zij verwachten van het Rijk. Zo zal de provincie Utrecht één loket gaan inrichten voor plattelandstoerisme, gaat Zeeland met gemeenten experimenteren met de zogenoemde 'plattelandswoning' en is Overijssel hard aan de slag met het opschonen van allerlei regels. De gemeente Bunschoten heeft een landschapsfonds in het leven geroepen en wil daarin graag de status van pilotgebied verwerven.

De betrokken bestuurders riepen het Rijk op daadwerkelijk te sturen op hoofdlijnen en daarin consistent te zijn. 'Laat de regio aan het stuur, u mag meerijden maar trap dan niet tussentijds op de rem. U mag voor ons wel zo nu en dan de tank bijvullen' aldus gedeputeerde Jansen van de provincie Overijssel, die Kalden symbolisch een tankje biobrandstof overhandigde. Het stuur hield hij daarbij zelf in handen. Kalden riep op tot het samenwerken in vertrouwen op basis van een zakelijke houding naar elkaar toe. 'Wij maken afspraken op hoofdlijnen en zullen u daarin ook verantwoording vragen. U mag ons ook voortdurend aanspreken op eventueel inconsistent gedrag. Als wij op die manier kunnen samenwerken, dan zal ik zeer genieten van een positie op de achterbank, wanneer ik met u door uw mooie regio's rijd.'

De dialoog tussen regio's en rijk over actuele ontwikkelingen rondom vitaal platteland zal, onder meer via Werkplaatsen, de komende jaren worden voortgezet.

Het rapport zal binnekort te vinden zijn op de website van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn: www.nizw.nl, onder publicaties.