Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de opening van de Tweede brug bij Bruinisse

Dames en heren,

De tweede brug bij Bruinisse is klaar voor gebruik!

En dat is heel goed nieuws. Goed nieuws voor Zeeland, goed nieuws voor de inwoners van Bruinisse, goed nieuws voor de ondernemers van Schouwen, die een aantal keren aandacht gevraagd hebben voor de moeilijke bereikbaarheid en tot slot goed nieuws voor de vele regelmatige bezoekers van deze prachtige provincie, waaronder ikzelf.

Ik ben heel blij met deze brug. Want met deze tweede brug bij Bruinisse lossen we hier de files op, zowel op de weg als op het water. En dat is iets waar niemand tegen kan zijn.

Ik al helemaal niet, want een betrouwbare en voorspelbare mobiliteit is prioriteit nummer één in mijn beleid. Persoonlijk ben ik ook erg blij met deze brug. Ik ben namelijk een ervaringsdeskundige op dit verkeersknelpunt. Ik rij regelmatig over de N59 in de richting van de Grevelingenhaven - want daar ligt de boot van mijn echtgenoot en mij, een historische hoogaars voor de kenners onder u. Daarmee varen we ook vaak door de sluis. Ik wil de provincie hartelijk danken dat die mijn regelmatige reizen naar en in Zeeland zoveel makkelijker heeft gemaakt.

Dames en heren,

Zo is er weer een verkeersknelpunt opgelost. Als het aan mij ligt volgen er nog veel meer. Binnenkort zal ik deel 3 van de Nota Mobiliteit presenteren. Daarin zal ik verder invulling geven aan mijn ambities om de groei van mobiliteit in goede banen te leiden. Dat wil ik bereiken door te bouwen op knelpunten, door beter onderhoud, en door een betere benutting van de bestaande infrastructuur. Daarvoor moeten we alles uit de kast halen. Ook het instrument prijsbeleid op de weg. Op basis van de voorstellen van het Platform Nouwen zal ik in deel 3 van de Nota Mobiliteit met een voorstel komen op dit punt. De grote kunst is om voor dat voorstel draagvlak te houden. Draagvlak, draagvlak, draagvlak, daar moet het verschil liggen met de vele andere beprijzingsvoorstellen die in het verleden één voor één zijn gesneuveld.

In Zeeland zult u er voorlopig overigens niet zoveel van merken.

Dames en heren,

Een belangrijke rol in de verbetering van de mobiliteit is weggelegd voor de provincies. Den Haag heeft de wijsheid niet in pacht. Mijn motto is: `decentraal wat kan, centraal wat moet'. De provincies krijgen van het Rijk de ruimte en het geld voor het oplossen van verkeersknelpunten. Want zij weten tenslotte als geen ander waar de knelpunten zich voordoen en welke oplossingen nodig zijn.

Daarom juich ik het ook toe dat de provincie Zeeland zelf het initiatief heeft genomen om de tweede brug bij Bruinisse te realiseren. In 2001 stelde de Provincie Zeeland 12 miljoen euro beschikbaar voor een oplossing voor dit verkeersknelpunt. Daar werkte RWS Zeeland als beheerder van de N59 en de sluis vanzelfsprekend graag aan mee. Daar kwam nog bij dat het belang voor de recreatievaart werd onderstreept door een bijdrage van de Stichting Recreatietoervaart Nederland van 600.000 euro.

De bouw van deze twee brug was echt hard nodig. Met de komst van de Grevelingendam en de sluis werd Zeeland beter bereikbaar en veiliger. Dat geldt met name voor Schouwen Duiveland. Dat betekende in de praktijk een sterke groei van de mobiliteit en recreatie. Zeeland werd niet meer overstroomd door water, maar door recreanten die op de prachtige Zeeuwse stranden en wateren afkomen. Ik snap dat best, maar sindsdien zorgt de kruising van weg-en scheepvaart bij de Grevelingensluis in de zomer voor veel fileleed, zowel op de weg als op het water. Per dag rijden er in de zomer soms ruim 20.000 auto's over de N59 en per jaar gaan er meer dan 50.000 vaartuigen door de Grevelingensluis. Kortom, veel vertragingen, veel irritaties, veel economische en milieuschade, en veel onveilige situaties. Want rijdend over de Grevelingendam, genietend van het uitzichtm zien veel automobilisten de staart van de file nogal eens over het hoofd. De gevolgen hoef ik u niet uit te tekenen. In de sluis was altijd veel stress omdat de sluismeester altijd haast had. Dat heeft veel huwelijken gekost in de sluis!

De oplossing van dit verkeersknelpunt met een tweede brug en een bypass zoals hier gebouwd, is al eerder beproefd bij de Zandkreeksluis. Daar zijn sinds de bouw van de tweede brug over de sluis geen files meer ontstaan. Dus de conclusie `doet u er maar nog maar zo één' was snel getrokken. Maar dan ligt zo'n brug er natuurlijk niet meteen. Nogmaals mijn complimenten aan de provincie voor de voortvarendheid waarmee zij hier heeft gehandeld.

Het zal u misschien zijn opgevallen dat de brug nog geen naam heeft gekregen. Een brug zonder naam mag geen naam hebben en voor een brug die geen naam mag hebben, kom ik niet helemaal naar Bruinisse toe. Met andere woorden, ik wil op deze feestelijke bijeenkomst graag de naam van nieuwe brug onthullen. En die naam hangt uiteraard samen met het verleden van Bruinisse: `Ysere ryve' . Dat is -voor de niet-Zeeuwen onder u - een ijzeren hark dat gebruikt werd door mosselvissers uit Bruinisse om mosselen bijeen te schrapen op de zandplaten voor de kust van Duiveland. Een `buitengewoon' eenvoudige naam volgens `mien'.

Dames en heren,

Ik wil de provincie, Rijkswaterstaat, de bouwers, maar vooral de Zeeuwen en bezoekers van Zeeland van harte feliciteren met de nieuwe `Ysere Ryve-brug'.

Dank u wel.