Gezondheidsraad

Persbericht

Signalering ethiek en gezondheid 2005

Vandaag verschijnt het rapport Signalering ethiek en gezondheid 2004. Het is opgesteld door het Centrum voor ethiek en gezondheid (CEG). Dat heeft als taak bij de overheid aandacht te vragen voor ethische kwesties die rijzen als gevolg van ontwikkelingen in de biomedische wetenschappen of in de zorg. Tijdens een symposium in Den Haag zal de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Ross- van Dorp, het rapport in ontvangst nemen. Dat symposium gaat over één van de onderwerpen uit het rapport: de verplaatsing van geavanceerde technologie vanuit het ziekenhuis naar de thuissituatie van de patiënt. Een actuele ontwikkeling met mogelijk grote voordelen voor de patiënt en diens omgeving, maar ook met gevolgen die nadere doordenking vereisen. De staatssecretaris zal het CEG-rapport gebruiken bij het opstellen van haar beleidsagenda ethiek en gezondheid.

Het Centrum voor ethiek en
gezondheid is een samenwerkingsverband van de Gezondheidsraad en de Raad voor
de Volksgezondheid en Zorg. In het nieuwe CEG-rapport Signalering ethiek en
gezondheid 2004 komen zij met de volgende signalementen:

Nieuwe
methoden voor vruchtbaarheidsverzekering vergen zorgvuldige toepassing

Chemokuur of bestraling leidt
soms tot onvruchtbaarheid. Nu de kans toeneemt dat mensen met kanker lang
doorleven, wordt dat gevoeld als een steeds groter probleem. Geslachtscellen
invriezen voor toekomstig gebruik kan op dit moment alleen bij mannen. Om zon
vruchtbaarheidsverzekering ook voor vrouwen en kinderen mogelijk te maken,
werken onderzoekers aan methoden om eierstok- of testisweefsel in te vriezen.
Maar het is nog lang niet zeker dat dit op een later tijdstip voortplanting
mogelijk zal maken. Over de voorwaarden waaronder dat invriezen nu al verantwoord aan patiënten kan worden aangeboden, bestaat in ons land nog
onvoldoende overeenstemming. Verder is debat nodig over toepassing om niet-medische redenen, bij vrouwen die het verwezenlijken van hun kinderwens
willen uitstellen.

Levensbekorting door terminale sedatie toetsen
aan medisch-professionele standaard

Ernstig zieke patiënten worden
soms tot aan hun overlijden in diepe slaap gebracht als dat nog de enige manier
is om hun pijn te bestrijden. Vaak wordt bij deze terminale sedatie ook
afgezien van kunstmatig toedienen van voeding en vocht, omdat dat zinloos
medisch handelen zou zijn. Uiteraard zijn bij zon ingrijpende handelwijze zorgvuldigheid en transparantie van groot belang. Die zijn het beste te bereiken als wat de arts doet en nalaat wordt
getoetst aan de medisch-professionele standaard. Dat betekent onder meer dat er
een goede medische reden voor de sedatie moet zijn en de patiënt waar mogelijk
toestemming heeft gegeven.

Wettelijke bescherming van proefpersonen verder uitbreiden

Mensen die meedoen aan medische
proeven zijn beschermd middels de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met
Mensen (WMO). Maar het is onduidelijk of deze bescherming ook geldt bij
onderzoek op andere terreinen, zoals cosmetica, bestrijdingsmiddelen of verf.
Zolang de proefpersonen vrijwillig meedoen, de risicos aanvaardbaar zijn, het
onderzoek voldoende zwaarwegend is en er geen goede alternatieven voorhanden
zijn, hoeft dergelijk onderzoek geen ethische bezwaren op te leveren. Om te
garanderen dat aan die voorwaarden wordt voldaan, is aanpassing van de wetgeving nodig.

Technologie
in thuiszorg legt grote verantwoordelijkheid bij huisgenoten

Technische ontwikkelingen maken
het mogelijk steeds meer medische handelingen thuis te verrichten. Zo kunnen
nierpatiënten thuis een dialyse ondergaan, in sommige gevallen zelfs al s
nachts wanneer ze slapen. Beademen van patiënten met taaislijmziekte, kunstmatig voeden van zuigelingen, de gezondheidstoestand van een zwangere
vrouw monitoren: het kan allemaal thuis. Voor de patiënt betekent het een
gewoner leven in de eigen omgeving. Dat is een groot voordeel. Maar de belasting van eventuele partners of familieleden neemt sterk toe. Gebruik van
geavanceerde technische apparatuur thuis is dan ook niet in alle situaties
haalbaar en wenselijk.

Ziekenhuis komt huiskamer binnen

Thuiszorgtechnologie biedt kansen
voor gezondheidszorg van kwalitatief hoog niveau die aansluit bij de wens van
patiënten. De toegankelijkheid en kwaliteit van deze vormen van zorg zijn echter
nog onvoldoende. Dit komt door gebrekkige organisatie en afstemming, een
complexe financieringsstructuur en een onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling. Het gebruik van geavanceerde thuiszorgtechno-logie zal naar verwachting toenemen. Het is belangrijk dat
zeggenschap en keuzevrijheid van patiënten en mantelzorgers daarbij gegarandeerd blijven. Ook moeten bestaande onduidelijkheden wat betreft de
wettelijke aansprakelijkheid voor het omgaan met deze technologie worden
opgeheven.

Toenemende druk op mantelzorg roept morele vragen op

Mantelzorg,
de informele zorg die door familieleden en vrienden gegeven wordt, vormt een
onmisbaar onderdeel van ons zorgsysteem. Mantelzorgers staan in toenemende mate
onder druk om meer taken en verantwoordelijkheden op zich te nemen. De morele
vragen die dit oproept worden nog te weinig onderkend in het zorgbeleid, dat
veelal vanuit een economisch perspectief vertrekt.

Over de fundamentele morele vraag
hoeveel zorg wij onze naasten verschuldigd zijn, is echter meer maatschappelijke
discussie en uitwisseling van opvattingen gewenst. Dit geldt ook voor de vraag
wat een rechtvaardige verdeling is van zorgtaken over het publiek domein en de
privé-sfeer.

Beroepsethiek
door economisering op de schop?

Het
steeds grotere accent op een economische aanpak van de gezondheidszorg wordt
vaak aangeduid met de term economisering. Voor zorgverleners betekent dit dat
ze naast medische redenen ook rekening moeten houden met economische overwegingen. Dat heeft effect op hun beroepsethiek. Twee kernwaarden in de
beroepsethiek blijken onder invloed van economisering onder druk te komen
staan: het belang van vertrouwen en het belang van de professionele standaard, de kwaliteitsstandaard. Van de beroepsethiek kan niet verwacht
worden dat ze voldoende garantie biedt tegen risicos van economisering. Om
kwaliteit te garanderen en vertrouwen in de arts-patiëntrelatie te waarborgen
zijn andere, aanvullende instrumenten nodig, die minder uit de professie zelf
voortkomen en meer een maatschappelijk karakter dragen.

Het volledige rapport is verkrijgbaar bij het Centrum voor ethiek en gezondheid, fax 079 362 14 87, e-mail info@ceg. 29 juni 2005