Philips komt in beweging bij onderhandelingen over nieuwe cao
Philips heeft maandag in de onderhandelingen over een nieuwe cao voor
het eerst serieus bewogen. De kaderleden in de concernraad van FNV
Bondgenoten beraden zich woensdag over het nieuwe eindbod.
Volgens vakbondsbestuurder Joke Hubert bevat het bod genoeg positieve
elementen om deze voor te leggen. "We moesten van heel ver komen. Ik
kan moeilijk ontevreden zijn, want Philips heeft echt bewogen. Toch
zie ik ook dat met dit eindbod een aantal zekerheden wordt
afgeschaft."
Met name over de ombouw van de pensioenregeling lagen de standpunten
ver uiteen. In het eindbod van Philips dat nu voorligt, kan nagenoeg
iedereen op dezelfde leeftijd (62,5 jaar) stoppen met werken. Alleen
een groep werknemers in de hogere salarisklassen zal ongeveer 2,5
maand langer moeten werken.
Voor deze pensioenregeling moeten de werknemers bij Philips wel de
leeftijdsgebonden vrije dagen inleveren. Hierdoor wordt de rekening
volgens FNV Bondgenoten teveel bij de werknemers neergelegd. Ook een
half procent loonsverhoging gaat naar de pensioenregeling.
Volgens het eindbod krijgen de 26 duizend werknemers in een cao voor
drie jaar een loonsverhoging van 3,25 procent - 0,75 procent in juli
2005, 1,25 procent in juli 2006 en nog eens 1,25 procent in juli 2007.
"Het waren bijzonder lastige onderhandelingen", zegt Hubert, "waarin
Philips eigenlijk alleen wilde praten over het afschaffen van
zekerheden."
In de vroege ochtend van vrijdag 27 mei liepen de onderhandelingen
spaak. Daarna deed Philips veel water bij de wijn.
Over aanvulling bij ziekte is afgesproken dat werknemers het eerste
half jaar 100 procent van hun loon krijgen en de volgende drie halve
jaren steeds tien procentpunt minder. Het percentage dat een zieke
medewerker daadwerkelijk werkt, bepaalt uiteindelijk zijn of haar
inkomensniveau. Dit niveau ligt ongeveer vijf procent lager dan de
bonden hadden gewild.
FNV