Iedereen moet mee kunnen doen aan onze samenleving: uniek gezamenlijk
project van de Groninger gemeenten
5 juli 2005
Kunnen ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of
psychische handicap in onze provincie zelfstandig in hun eigen wijk of
dorp blijven wonen? Kan iedereen actief meedoen aan de Groningse
samenleving? Krijgen jongeren met opgroeiproblemen en ouders met
opvoedproblemen tijdig ondersteuning? Blijven de wijken en buurten wel
leefbaar? Als het aan de Groningse gemeenten en de provincie ligt wel.
Met de nieuwe Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die
recent bij de Tweede Kamer is ingediend, worden gemeenten
verantwoordelijk voor al deze zaken. De gemeenten krijgen er een
aantal omvangrijke taken bij, waar zij zich goed op moeten
voorbereiden. De Groninger gemeenten hebben besloten dit gezamenlijk
te doen. Met steun van de provincie starten zij hiervoor een voor
Nederland uniek project. De totale kosten van dit project bedragen EUR
446.000,-, waarvan de provincie EUR 100.000,- subsidieert.
Zorg en ondersteuning blijven volgens het Kabinet in de toekomst
alleen betaalbaar en bereikbaar, wanneer burgers verantwoordelijkheid
voor elkaar dragen. Eigen draagkracht, zelfzorg, maatschappelijke
binding en vrijwilligerswerk gaan vooraf aan professionele
arrangementen van zorg en welzijn. Dit is de achterliggende gedachte
van de Wmo. De gemeenten moeten dit door een samenhangend lokaal
beleid mogelijk te maken.
Nieuwe taken voor gemeenten
De nieuwe taken uit de WMO waarop de Groningse gemeenten zich
gezamenlijk gaan voorbereiden zijn:
1. Het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid van
dorpen, wijken en buurten.
2. Lichte hulp bij opvoedingsproblemen.
3. Informatie en advies over beschikbare voorzieningen.
4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers.
5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en
van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of
een chronisch psychisch probleem.
6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een
chronisch psychisch probleem.
7. Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang.
8. Het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg.
9. Het bevorderen van verslavingsbeleid.
10. Wonen, zorg en welzijn voor kwetsbare groepen.
Projectuitvoering
Aan het project doen 24 van de 25 Groningse gemeenten mee. De gemeente
Groningen volgt een eigen voorbereidingstraject, maar zal met de
'projectgemeenten' wel expertise en informatie uitwisselen. Het
project garandeert dat de gemeenten de nieuwe taken op een goede
manier kunnen oppakken op het moment dat de Wmo van kracht wordt. Ook
voor de kleinere gemeenten - die minder menskracht hebben - wordt dit
nu mogelijk gemaakt.
Het project heeft een looptijd van 1 jaar. De gemeenten hebben een
stuurgroep gevormd die de voortgang van het project in de gaten houdt.
In de stuurgroep zitten voor elk WGR-gebied* één portefeuillehouder
zorg en één portefeuillehouder wonen, en de VGG levert de voorzitter
(Cor Drost, wethouder Hoogezand-Sappemeer).
Kosten
De projectkosten bedragen EUR 446.000,-. De gemeenten dragen EUR
275.000,- bij, waarvan een deel in menskracht. De rest wordt
gefinancierd door de provincie (EUR 100.000,-), het ministerie van VWS
(EUR 20.000,-), zorgverzekeraar Menzis (EUR 35.000,-) en de Vereniging
van Groninger Gemeenten (EUR 16.000,-).
Proeftuin VWS
Het ministerie van VWS heeft het project als "proeftuin" aangemerkt
voor het thema "mantelzorg en vrijwillige thuiszorg". Dit betekent dat
de Groninger gemeenten van VWS de opdracht krijgen om te
experimenteren hoe dit thema uit de Wmo vorm kan krijgen. De
resultaten komen voor de rest van het land beschikbaar.
* Nederland is ingedeeld in 42 WGR-gebieden. Deze indeling berust op
de Wet Gemeenschappelijke Regelingen van 1 januari 1985. De provincie
Groningen is ingedeeld in drie gebieden: Regio Noord Groningen, Regio
Centraal Groningen en Regio Oost Groningen.
Provincie Groningen