Ministerie van Algemene Zaken

Speech van de minister-president bij de opening van het Historisch Museum De Bevelanden, Goes, 5 juli 2005

Dames en heren,

Het doet me groot plezier vandaag bij u te zijn, in de mooie stad Goes waar ik in mijn leven zoveel voetstappen heb gezet. Van de 600 jaar die deze stad bestaat, heb ik bijna een halve eeuw meegemaakt.

Zo'n vijf kilometer naar het oosten ben ik geboren. Zes jaar heb ik hier op school gezeten, op het Christelijk Lyceum voor Zeeland, het huidige Buys Ballot College.

Maar ook na mijn schooltijd ben ik hier regelmatig geweest. En ook nu nog.

Het is een eer om vandaag het geheel vernieuwde Historisch Museum De Bevelanden te mogen openen.

Enkele jaren geleden dreigde het gebouw in te storten. In korte tijd is echt een fantastische klus geklaard. Een totale renovatie. Met als resultaat een nieuw museum, met een verrassende opzet. Helemaal naar de eisen van deze tijd.

Een fonkelnieuwe historische schatkamer voor Goes en De Bevelanden.

Wie de historie van Goes een beetje kent, weet dat deze stad niet is gebouwd op palen, niet op klei en niet op zand. Maar op zout.

Zout was in de 15de eeuw het belangrijkste conserveringsmiddel. En Goes was groot in de zoutraffinage en de zouthandel. Eén vijfde van de Nederlandse zoutproductie vond hier plaats. Het geld dat daarmee werd verdiend, werd onder meer gestoken in mooie gebouwen waar we nog steeds trots op zijn, zoals het stadhuis en de Maria Magdalenakerk.

Opvallend is de aandacht voor de immateriële kant van het leven die deze stad altijd heeft gekenmerkt.

Ik kwam in de annalen aanwijzingen tegen dat Goes zich van oudsher sterk maakt voor waarden en normen.

Veel onderwijzers weten uit ervaring dat ouders soms op hoge toon verhaal komen halen als ze menen dat hun kinderen op school onrecht is aangedaan.

Dat probleem bestond in de zestiende eeuw ook al. Maar die ouders kregen hier in Goes lik op stuk. In 1563 werd Lijnken Marinusdochter voor het gerecht gedaagd omdat zij "den scoolmeester qualijcken toegesproken heeft ter cause van de correctie van heuren kinderen."

Fatsoen moest je doen, hier in Goes.

Hier in de buurt is een groot aantal bekende mensen geboren. Schrijfster Annie M.G. Schmidt. Historicus Mattheus Smallegange. Miss Nederland Sanne de Regt.
Meteoroloog Christophorus Buys-Ballot.

Die laatste kent u natuurlijk allemaal van 'de wet van Buys Ballot'.

"Winden van gebieden met hoge luchtdruk naar gebieden met lage luchtdruk vertonen op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links."

Een illustere Zeeuw was ook Isaäc Fransen van de Putte, die in 1822 in Goes werd geboren. Ik lees wel eens dat hij de eerste Zeeuwse minister-president was. Formeel gezien klopt dat niet helemaal. Fransen van de Putte was voorzitter van de Ministerraad. De titel minister- president werd pas geïntroduceerd door Abraham Kuyper in 1901.

Maar afgezien daarvan voel ik natuurlijk toch een bepaalde band met Fransen van de Putte. Ook zijn eerste kabinet viel al na enkele maanden door politieke strubbelingen.

Isaäc Fransen van de Putte was een bijzondere politicus op wie Goes trots kan zijn. Hij maakte zich bijvoorbeeld sterk voor de grondrechten van de inwoners van Nederlandsch-Indië. Zo haalde hij een streep door de verplichting voor Javanen om te werken in de Gouvernementsbossen. En hij verbood bestraffingen met de rotan.

Een portret van Fransen van de Putte is te zien in het vernieuwde museum.

Ik kan me nog vaag herinneren hoe het museum er vroeger uitzag. Ik kwam er natuurlijk wel eens met school.

Hoe moet ik het beschrijven. Heel interessant. maar toch niet iets waar we als jonge mensen erg warm voor liepen.

U kent het wel. Een oudheidkamer. Met 80 vrijwel identieke pijpekoppen in een vitrine. Een verschoten vaandel van de schutterij. Opgedolven potscherven.

Wat een verschil met de huidige situatie.

Nu vertelt het museum echt een verhaal. Over de verdediging van de stad in de Spaanse tijd. Over de zee die geeft en neemt. Over het erbarmelijke lot van weeskinderen in de zeventiende eeuw. Over klederdracht als sociaal-cultureel fenomeen. Over rijkdom en spaarzaamheid door de eeuwen heen.

Met dit museum heeft u echt een prachtige prestatie geleverd.

Daarvoor zijn velen verantwoordelijk. Maar ik wil vandaag vooral de vrijwilligers noemen.

U die zich - soms vele uren per week - met hart en ziel inzet voor het museum. Dankzij uw werk blijft de rijke historie van Goes springlevend in het hart van de stad. Voor iedereen bereikbaar en toegankelijk.

Het is goed als we ons bewust zijn van onze cultuur en historie. Met al zijn mooie en minder mooie kanten. Dan zien we ook dat onze cultuur altijd ruimte heeft geboden aan verschillen. En dat traditie en vernieuwing altijd hand in hand zijn gegaan.

En dan beseffen we ook dat wij deel uitmaken van een lange ketting van mensen die samen de Bevelanden hebben gemaakt tot wat ze nu zijn. Een prachtige plek om te wonen en te werken. Een stukje Nederland om trots op te zijn.

Als we weten waar we vandaan komen, geeft dat ook een beetje houvast bij het samen uitstippelen van de toekomst.

Daar kan dit museum bij helpen.

Ik wens Goes van harte geluk met dit mooie, nieuwe Historisch Museum voor Zuid- en Noord-Beveland.

Een prachtige ervaring voor Zeeuwen en niet-Zeeuwen.

Dank u wel.