Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

05 juli 2005

Vanaf 1 juli kunnen met ontslag bedreigde werknemers vroegtijdig
hulp krijgen bij zoeken naar werk

Iedereen die werkloos dreigt te worden, kan voortaan bij het vinden van een baan hulp van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) of van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) krijgen al vóór de eerste werkloosheidsdag. Dit betekent dat UWV preventieve
reïntegratietrajecten kan inkopen voor met ontslag bedreigde
werknemers die niet direct bemiddelbaar zijn. Een werknemer moet wel aantonen dat hij binnen vier maanden op straat komt te staan.

Dit is de kern van een wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet
reïntegratie arbeidsgehandicapten (REA) waarmee de Eerste Kamer heeft ingestemd op verzoek van minister De Geus van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid. De wijziging volgt op een experiment met de
vervroegde inzet van reïntegratiemiddelen voor mensen die worden
bedreigd met ontslag. De nieuwe wet treedt met terugwerkende kracht per 1 juli 2005 in werking.

Het doel van het vroegtijdig inzetten van hulp bij het vinden van een baan is te voorkomen dat iemand zonder werk komt te zitten, en
daardoor een beroep moet doen op de WW. De aangeboden hulp wordt
intensiever als CWI oordeelt dat het voor iemand moeilijker zal zijn snel weer aan het werk te komen.

Minister De Geus regelt in de nieuwe wet ook dat werkloze WAO'ers die scholing volgen recht krijgen op een WW-uitkering tot het einde van die opleiding. Het gaat dan om WAO'ers die als gevolg van de operatie waarbij eenmalig alle WAO'ers onder de 50 jaar worden herbeoordeeld (vanaf 1 oktober 2004) geheel of gedeeltelijk in de WW komen.

Overheidswerkgevers dragen zelf het risico van werkloosheid van hun ambtenaren. Ze zijn daarmee zelf verantwoordelijk voor de betaling van werkloosheidsuitkeringen aan ontslagen werknemers.

Nieuw is dat overheidswerkgevers ook (financieel) verantwoordelijk
worden voor het bieden van hulp bij het vinden van een baan voor
ontslagen medewerkers.

Op deze manier kunnen overheidswerkgevers zelf invloed uitoefenen op de werkloosheidsduur van de werknemers.

Verder heeft de minister besloten om het zogeheten herplaatsings- en plaatsingsbudget over de periode 1998-2002 per 1 juli 2005 te
beëindigen. Uit dit budget konden werkgevers een subsidie krijgen als ze in de periode 1998-2002 een arbeidsgehandicapte werknemer (opnieuw) in dienst namen. De minister vindt dat werkgevers voldoende tijd
hebben gehad om hun subsidieaanvragen voor die dienstbetrekkingen in te dienen.