Actuele informatie over land- en tuinbouw
PAARDENHOUDERIJ: MEER DIEREN OP MINDER BEDRIJVEN
Marga Hoogeveen en Jakob Jager
De van oudsher tot de landbouw behorende paardensector is de laatste decennia buiten het gezichtsveld
van het beleid van LNV gebleven. Onlangs heeft LNV een beleidslijn paardenhouderij uitgebracht, waarin
onder andere veterinaire zaken, houderij en fokkerij en het welzijn aan de orde komen. De paardensport is
ondergebracht bij het ministerie van Volkgezondheid, Welzijn en Sport. De paardenhouderij hoort bij de
zogenaamde 'diensten-dierhouderij', met recreatie en sport als voornaamste functies. Dit is een belangrijk
verschil met de landbouwsectoren die vooral gericht zijn op voedselproductie. Nog onduidelijk is hoe het
nieuwe mestbeleid uitwerkt voor de paardenhouderij.
Groeiende sector
De paardenhouderij is, in tegenstelling tot veel andere landbouwsectoren, een groeiende sector. De exacte
omvang van de sector is niet bekend, omdat een integraal monitoringssysteem ontbreekt. De schattingen
van het aantal paarden en pony's in Nederland lopen uiteen van 300.000 tot 500.000 stuks. De geschatte
economische waarde van de sector, inclusief handel en dienstverlening, bedraagt volgens PVE ruim één
miljard euro met een werkgelegenheid van ongeveer 12.000 personen.
Landbouwtelling
Via de Landbouwtelling zijn op landbouwbedrijven in 2004 ongeveer 130.000 paarden en pony's
geregistreerd. Dat is dus nog niet de helft van de totaal geschatte populatie. Het betreft in dit geval paarden
en pony's op landbouwbedrijven groter dan drie Nederlandse grootte-eenheden (nge). Hieronder vallen zowel
hoofd- als nevenberoepsbedrijven. De scheidslijn tussen wat wel en wat niet in de Landbouwtelling wordt
geteld is niet volledig helder, maar is waarschijnlijk afhankelijk van het agrarische verleden van de bedrijven.
Duidelijk is wel dat niet alle bedrijven met paarden meedoen met de Landbouwtelling. Paarden van
particulieren die niet op landbouwbedrijven zijn gestald, worden ook niet geteld. In de Landbouwtelling is het
aantal paarden en pony's ten opzichte van 1985 ruim verdubbeld. Het aantal bedrijven met deze dieren is in
dezelfde periode met 10% gedaald (tabel 1). Er heeft dus een royale schaalvergroting plaatsgevonden.
Tabel 1 Structuurgegevens van de paardenhouderij
Jaar Aantal paarden Aantal pony's Totaal paarden Aantal bedrijven met Gemiddeld aantal
en pony's paarden en/of pony's dieren per bedrijf
1985 41.316 20.759 62.075 19.483 3,2
1990 49.931 19.661 69.592 17.944 3,9
1995 70.118 29.925 100.043 18.986 5,3
2000 78.892 39.352 118.244 19.919 5,9
2004 85.050 43.530 128.580 17.509 7,3
Bron: CBS-Landbouwtelling.
Regionale verdeling
Bijna tweederde van het aantal paarden en pony's in de Landbouwtelling is verdeeld over vier provincies:
Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Friesland (tabel 2). In alle provincies is het aantal dieren in 2004
ten opzichte van 1994 toegenomen. Dit varieert van enkele procenten in Zeeland tot meer dan 50% in
Utrecht. Het aandeel paarden en pony's in het totaal van de landbouwactiviteiten op de bedrijven is echter
heel gering. Gemeten in nge's, is het aandeel landelijk gezien slechts 2%, in Gelderland en Utrecht is dat het
dubbele.
LEI, Agri-Monitor, juli 2005 pagina 1
Actuele informatie over land- en tuinbouw
Tabel 2 Regionale verdeling en ontwikkeling in het aantal paarden en
pony's in de Landbouwtelling, 2004 en in verhouding tot 1994
Provincie Paarden en pony's Aandeel in
totaal nge (%)
Aantal in in % van
2004 1994
Groningen 4.839 111 2
Friesland 12.421 125 3
Drente 8.159 112 3
Overijssel 16.028 131 3
Flevoland 1.549 137 1
Gelderland 25.740 135 4
Utrecht 5.896 153 4
Noord-Holland 6.889 146 1
Zuid-Holland 7.000 126 1
Zeeland 2.144 104 1
Noord-Brabant 27.758 145 3
Limburg 10.157 128 2
Totaal NL 128.580 132 2
Bron: CBS-Landbouwtelling.
Specialisatiegraad en omvang
Op bijna 40% van de bedrijven is sprake van maar 1 of 2 paarden of pony's per bedrijf. Veelal zullen dat
dieren zijn die voor de hobby worden gehouden. Ten opzichte van 1994 is het aantal bedrijven met 1 tot 5
paarden teruggelopen, terwijl er een toename is te zien bij de grotere aantallen. Het aantal bedrijven met
meer dan 40 paarden of pony's is ten opzichte van 1994 meer dan verdubbeld (tabel 3). Het percentage
dieren dat voorkomt op bedrijven met meer dan 10 dieren is nu ruim 60% tegenover bijna 50% in 1994.
Tabel 3 Ontwikkeling van aantal paarden en pony's per bedrijf in de Landbouwtelling, 2004 en in
verhouding tot 1994
Paarden en pony's Bedrijven met paarden en pony's
Aantal paarden
en pony's per bedrijf aantal in 2004 in % van 2004 aantal in 2004 in % van 1994
1 3.410 64 3.410 64
2 7.036 89 3.518 89
3 6.966 92 2.322 92
4 6.676 95 1.669 95
5 5.545 96 1.109 96
6-10 20.337 107 2.700 106
11-15 12.681 129 990 128
16-20 9.089 140 510 140
21-40 23.359 178 824 178
>40 33.481 220 457 210
Totaal 128.580 132 17.509 92
Bron: CBS-Landbouwtelling.
LEI, Agri-Monitor, juli 2005 pagina 2
Actuele informatie over land- en tuinbouw
Het belang van de paardenhouderij per bedrijf is sterk afhankelijk van het aantal paarden per bedrijf. Bij
ongeveer 85% van de bedrijven met meer dan 40 paarden of pony's maakt de paardenhouderij meer dan
75% uit van de totale productiecapaciteit van het bedrijf (gemeten in nge). Dat aandeel neemt af naarmate
er minder paarden zijn (figuur 1). Opvallend is dat er toch nog 1.800 bedrijven zijn met 1 tot 5 paarden, die
voor meer dan 75% afhankelijk zijn van die paardenhouderij. Dit zijn dus vooral kleine bedrijven, die met
slechts enkele dieren en wellicht enige oppervlakte grasland toch landbouwtellingplichtig zijn. Opgemerkt
moet worden dat aan verbredingactiviteiten, zoals recreatie en zorg, geen nge worden toegekend,
waardoor het belang van de paardensector voor die betreffende bedrijven overschat kan worden. Bijna 80%
van de paarden en pony's (99.000 dieren) staat bij bedrijven met zes of meer dieren per bedrijf. Hiervan
bevindt zich ongeveer 70% op ruim 3.100 gespecialiseerde paardenbedrijven. Op de helft van de bedrijven
met paarden of pony's is het economische belang van de paardenhouderij minder dan 25% van de totale
productiecapaciteit (nge).
Aantal dieren
>40
21-40
16-20
11-15
;
6-10
;;;;;;;;;;;;;
;;;;;;;;;;;
;
;;;
;;
25-50%
3
2
;;;;;;;;;;;;;
; ;;;;;;;;;;;;
;;;;;;;;;;;;;
;;; ; 50-75%
1 75-100%
0%
;;;;;;;;;;;;;;;
;;;;;;;;;;;;
;;;;;; ;;;;;
;;;;;
20% 40% 60% 80%
---
---
100%
Aandeel bedrijven
Figuur 1 Aantal bedrijven (%) met paarden en pony's naar omvang en specialisatiegraad, 2004
Bron: CBS-Landbouwtelling.
LEI, Agri-Monitor, juli 2005 pagina 3
LEI