Provincie Noord-Brabant


Persbericht
Oosterhout, 5 juli 2005

Bestuurlijk overleg leidt tot (sub)regionaal samenwerkingsmodel archeologie

Een twintigtal gemeenten in Midden- en West-Brabant heeft, tijdens een onlangs georganiseerd bestuurlijk overleg, de wil uitgesproken om te komen tot samenwerking op het gebied van de archeologische monumentenzorg in relatie tot ruimtelijke ordening. Hiermee onderkennen de gemeenten het belang van de archeologie bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen.

Het bestuurlijk overleg over intergemeentelijke samenwerking op het gebied van archeologie vond onlangs plaats op initiatief van heer Y.C.M.G. de Boer, voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg ruimtelijke ordening regio Breda en wethouder in de gemeente Oosterhout.

Het doel van het bestuurlijk overleg was drieledig:
1. Het informeren van gemeenten over de 'Wet op de archeologische monumentenzorg (Malta)' en de implementatie daarvan.
2. Het bewust maken van gemeenten over de gevolgen van deze wetgeving voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in een gemeente / regio.
3. Het verkennen van de mogelijkheden op beleidsniveau een vorm van regionale samenwerking tot stand te brengen op het gebied van de archeologische monumentenzorg in samenhang met de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in een gemeente / regio.

Diverse deskundigen waren uitgenodigd om hun visie te geven op het gebied van de archeologische monumentenzorg in relatie tot ruimtelijke ordening. Onder de aanwezigen onder meer de heer dr. R.R. Knoop, kroonlid van de Raad voor Cultuur; mevrouw drs. Vreenegoor, coördinator Archeologische Monumentenzorg regio Zuid, de heer W.C. Luijendijk, gedeputeerde cultuur, onderwijs en sociaal beleid; de heer dr. M.P.W. Meffert, provinciaal archeoloog en prof. Dr. A.J.A. Bijsterveld, bijzonder hoogleraar Universiteit Brabant. In hun inleidingen benadrukten zij het unieke van het georganiseerde breed bestuurlijk overleg en de positieve grondhouding van de gemeenten in Midden- en West-Brabant ten aanzien van intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de archeologische monumentenzorg in samenhang met de ruimtelijke ordening. Zij zien de samenwerking tussen de gemeenten op dit terrein dan ook als een enorme kans.

Unieke stap
Initiatiefnemer Yves de Boer is zeer te spreken over de uitkomst van het bestuurlijk overleg.
"In 2006 wordt de 'Wet op de archeologische monumentenzorg' van kracht. Alle partijen hier aan tafel hebben de bestuurlijke wil uitgesproken om te komen tot intergemeentelijke samenwerking. Die kunnen we gestalte gaan geven in de vorm van een 'drietrapsraket' waarbij het uitwisselen van kennis, het opstellen van samenhangend beleid en het verankeren van beleid in gemeentelijke bestemmingingsplannen centraal staat. D samenwerkende gemeenten, de provincie Noord-Brabant, de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek zullen de verdere uitwerking van het thema met voortvarendheid ter hand nemen. Daarmee wordt, voor wat betreft de samenwerking op het gebied van de archeologische monumentenzorg en de ruimtelijke ordening in Nederland een unieke stap gezet."


Drietrapsraket als model
Het bestuurlijk overleg heeft voldoende aanknopingspunten opgeleverd om voortvarend mee aan de slag te gaan. De eerste stap in de drietrapsraket gaat om het creëren van draagvlak voor archeologische monumentenzorg. Hiervoor zijn kennis over de in de grond aanwezige archeologische monumenten en een heldere visie noodzakelijk.
De tweede stap bestaat uit het opstellen van samenhangend beleid op regionaal niveau en het samenstellen van archeologische beleidsadvieskaarten. Daarbij dient de relatie tussen de beleidsterreinen archeologie en ruimtelijke ordening voorop te staan. Om vorm te kunnen geven aan zogenaamde natuurlijke 'archeoregio's' in Midden- en West-Brabant, dienen er duidelijke afspraken te worden gemaakt.
Het derde onderdeel van de 'drietrapsraket' betreft de uitvoering. De kennis over archeologische monumentenzorg dient verankerd te worden in de door gemeenten te ontwikkelen bestemmingsplannen. Vervolgens dienen gezamenlijke afspraken te worden gemaakt over op te stellen programma's van eisen en plannen van aanpak, het beoordelen van uitgebrachte offertes, het maken van keuzes en de begeleiding van uitvoerend werk.
Tot slot dient de samenwerking met vrijwilligers en amateur-archeologen verder uitgebouwd te worden en moeten er afspraken worden gemaakt over de wijze van depotvoering en het inrichten van tentoonstellingen.

---

In genoemd overleg hebben de wethouders Ruimtelijke Ordening van de gemeenten Werkendam, Woudrichem, Aalburg, Moerdijk, Drimmelen, Geertruidenberg, Etten-Leur, Breda, Oosterhout, Zundert, Alphen-Chaam en Baarle-Nassau zitting. Naast de vaste leden hebben ook de gemeenten Waalwijk, Heusden, Dongen, Loon op Zand, Gilze en Rijen, 's-Hertogenbosch, Tilburg, Bergen op Zoom en Roosendaal, evenals het Monumentenhuis Brabant de bestuurlijke wil tot samenwerking uitgesproken.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met:
- de heer Y.C.M.G. de Boer, voorzitter portefeuillehoudersoverleg ruimtelijke ordening regio Breda (bestuurlijke informatie; tel. nr. 0162-489207, gemeente Oosterhout)
- de heer drs. J. Hendriks, voorzitter 'Werkgroep regionale archeologische monumentenzorg' (inhoudelijke informatie; tel. nr. 076-5299047, gemeente Breda)
- de heer drs. R.A. Nakman, secretaris portefeuillehoudersoverleg ruimtelijke ordening regio Breda (procedurele informatie; tel. nr. 076-5299261, gemeente Breda).


---- --